Argh, niet wéér hé. De witgekleurde merrie keek omhoog en probeerde zo tussen het bladerdak heen te kijken, ze zag niet veel, enkel een redelijk donkere lucht. Dauwdruppels kleefden aan de grassprieten die in het bos groeide. Ze spitste haar oren toen ze iets hoorde vallen, druppels, het werden er steeds meer. Gelukkig hield moeder natuur het slechts bij een klein miezerbuitje. Ze duwde haar lange witte benen onder haar lichaam en bracht vervolgens haar nek in beweging, ze trok wat grassprieten uit de grond. Genoeg voor een ochtendmaal. Maar ze was wéér 's ochtends vroeg geroepen, geroepen door een paard dat waarschijnlijk lid wou worden van haar kudde; Utopia. Maar natuurlijk was ze blij dat er een vierde paard riep, maar waarom zo vroeg? Die paarden waren echte ochtendwezens hier, persoonlijk bleef ze nog een tijd liggen. Maar de witte merrie wist dat ze het paard niet voor een eeuwigheid kon laten wachten en terwijl ze dat dacht bracht ze haar lichaam in beweging. Haar hoeven stapte op een regelmatig tempo over de aarde terwijl ze er iets in zakte omdat de grond nat was door de regen. Gelukkig vlogen er daardoor geen vreselijk irritante vliegen rondt, dát was een klein voordeel aan de regen.
Ze begon bijna te wennen aan de hinniken die ze de laatste tijd steeds vaker hoort. Ze reisde van plek naar plek, zo verkeerd was dat nog niet aangezien ze wel meer plekken leerde kennen op deze manier. Ze schudde zich uit waarbij enkele druppels in het rond vlogen, het hielp echter niet veel omdat de druppels uit de wolken toch weer haar vacht bereikten. Het duurde dan ook niet lang of ze was doorweekt, op enkele plekken van haar lichaam liepen straaltjes water naar beneden en affentoe drupte er een druppel van haar buik of kin. Ze had niets tegen de regen zelf, ze had alleen iets tegen het natte gevoel ná de bui. Daarom vond ze een regenbui op een warme zomerdag wel is fijn. Maar niet in de Lente, dan liep je vaak nog een hele tijd rond met dat natte gevoel. Ze wierp snel een blik naar boven, het zag er niet naar uit dat het nog veel erger ging regenen. Lang zal de bui niet meer duren. Het kon ook aan haar liggen maar de bestemming naar het paard leek langer te duren dan normaal, het bos was groot dus heel erg vreemd was dat niet. Ze begon er bijna aan te twijfelen of het haar verbeelding niet was.
Rond dat moment zag ze een opening in het struikgewas, waarschijnlijk een open plek. De regen was al gestopt en nu was het tijd voor dat onprettige natte gevoel. Ze schudde zich nog een keer uit, dit keer had het wat meer zin. Echter zag ze er nog steeds nat uit. Ze spitste even haar oren toen ze een gedaante zag staan, ze dacht dat het een merrie was maar de geur was een heel stuk minder opvallend door de regen. Ze stopte met lopen toen ze enkele meters voor de palominokleurige merrie stond. Dit keer nam ze eerst de merrie goed in zich op voor ze sprak. Ze had de merrie nog niet helemaal in zich opgenomen maar het leek haar onbeleefd om haar nog veel langer te laten wachten, daarom doorbrak ze de onprettige stilte. "Ik neem aan dat jij degene bent die mijn slaap zo vroeg in de morgen heeft doorbroken. Maar agh, deze keer vergeef ik je. Vertel me je naam." ze glimlachte toen ze was uitgesproken, ze was norser dan normaal. Maar goed, ze was altijd chagrijnig in de ochten. "Voor als je het nog niet wist; Ik ben Nanami. Je wilt zeker lid worden van Utopia? Vertel me je reden." de laatste paar woorden klonken wat warmer dan de rest, ze probeerde het maar hoewel het moeilijk was zo vriendelijk te doen met dit weer én in de ochtend. Nu was ze er wel zeker van dat het een merrie was, maar die details maakte overigens niet heel erg veel uit. Ze had nog maar één hengst in de kudde, het was gewoon een harem in Utopia. Haha. Maar er zal snel genoeg een andere hengst komen, het kon nooit lang duren, zeker niet als iedereen bijna letterlijk komt binnenstromen.