Langzaam stapte een grijze merrie het uitgestrekte veld in. De lange grassen streelden en kietelden haar benen, kleine krekels en andere insect-achtige wezentjes sprongen en kropen gauw voor het grote dier weg. Chaitanya glimlachte, hield haar grote, donkerbruine ogen dicht terwijl de warme namiddagzon in haar gezicht scheen. Haar lange, witte manen wapperden zachtjes in het kleine beetje wind en glommen. De rook was uit haar vacht verdwenen, haar manen en staart waren zich al aan het herstellen en waren langer, veel langer geworden. Misschien zouden ze langer worden dan ze eerst waren. Haar vacht was ook weer deels aangegroeid en begon over haar littekens te groeien. Ze wist dat de plekken op haar snuit waren hersteld en waren verdwenen. Haar lichaam was getekend geweest met vele afbeeldingen, zoals ieder paard uit haar stam dit had. De rook en het woestere leven in de wildernis die haar toch best goed afging, hadden een heleboel afbeeldingen geeist. Vooral nu er geen mens meer was die ze er opnieuw op kon tekenen... Een vage steek schoot door het hart van de merrie. Ze zag zelden de enorme vlammen meer voor zich, alles wat haar leven had verwoest, alleen nog als ze sliep. Ze droomde niet of ze had een nachtmerrie, maar dat werd ook al minder. De pijn leek een af te nemen, wat Chaitanya moeilijk kon geloven. Het leven gaf, maar het nam ook. Iets wat Chaitanya wist, nog voordat dit was gebeurt, en het had kunnen accepteren. Omdat ze niet wist dat de enkele paarden en mensen die waren gestorven in de loop der jaren maar iets kleins waren in vergelijking met in een klap heel haar familie... eigenlijk heel haar leven. Maar Chaitanya was vastbesloten alles weer terug te krijgen. Dat zou weliswaar in een andere vorm moeten zijn, omdat ze haar stam nooit meer zou terug krijgen... Maar heel stiekem ergens in haar hart (en achterhoofd) wist ze wel iemand die het een beetje zou kunnen vervangen. Misschien was dit de reden waarom ze de pijn voelde weg zakken. Toch vond ze dat eng. Ze kreeg het gevoel dat ze zo haar familie zou verraden. Dat had ze al eens gedaan door weg te rennen...
Chaitanya gooide haar hoofd omhoog, haar lange lokken manen wapperden in de wind en de merrie sprong aan in een krachtige galop. Ze stoof door het eindeloos uitgestrekte veld, hoorde en voelde de harde grassen onder haar hoeven kraken terwijl ze de zon tegemoet galoppeerde. Ze had zich al lang niet meer zo tevreden gevoeld. Na een zich een tijdje uitgeleefd te hebben nam de merrie haar pas weer terug en zuchtte tevreden toen ze van draf in stap overging. Ze voelde zich vrij... en ook al wist ze dat ze zich nooit op deze manier vrij had willen voelen - als een echt wild paard, toch voelde het wel goed. Het leek even alsof het leven haar op dit moment weer toe lachte. Want het leven nam, maar gaf ook.
Chaitanya gooide haar hoofd omhoog, haar lange lokken manen wapperden in de wind en de merrie sprong aan in een krachtige galop. Ze stoof door het eindeloos uitgestrekte veld, hoorde en voelde de harde grassen onder haar hoeven kraken terwijl ze de zon tegemoet galoppeerde. Ze had zich al lang niet meer zo tevreden gevoeld. Na een zich een tijdje uitgeleefd te hebben nam de merrie haar pas weer terug en zuchtte tevreden toen ze van draf in stap overging. Ze voelde zich vrij... en ook al wist ze dat ze zich nooit op deze manier vrij had willen voelen - als een echt wild paard, toch voelde het wel goed. Het leek even alsof het leven haar op dit moment weer toe lachte. Want het leven nam, maar gaf ook.