Speels rende het kleine paardje achter een vlinder aan. Beatriz sprong vrolijk op en neer, struikelde over haar eigen benen en belandde op haar rug in het gras. Ze zuchtte diep en krabbelde overeind. Bea liep naar de kant van de rivier en dronk wat. Er waren wel eens paarden in de rivier gegooit werd er gezecht. Ze keek op, naar de rivier. Deze stroomde angstaanjagend snel. Rekenmaar dat je het niet zou overleven als je daarin kwam. Toen ze achter haar takken hoorde kraken keek ze geschrokken op. Slecht geweten. Nieuwschierig keek ze naar waar het geluid vandaan kwam, een ander paard was altijd leuk of niet dan?
-Anais!-
-Anais!-