Saronse bevond zich aan de zee. De zee maakte een rustgevend geluid. Met haar golven reikte ze het strand. Meeuwen schreeuwden, het zoute geur drong in zijn neus gaten. Saronse had zijn ogen gesloten en ruste wat uit. Zijn gedachten waren totaal ergens anders. Dromen doordrongen zijn geheugen, ze nodigden hem uit om een tijdje uit de werkelijkheid van de wereld te gaan. In dromen kon je alles zijn. Je kon dromen dat je krachten had, of een heerser bent. Je kon alles zijn wat je maar wilde. Maar je moet je dromen dan ook zelf kunnen beheersen. Want soms droomde je over dringen die je totaal niet wil dromen. Saronse kon het verleden maar niet los laten. Al had hij geaccepteerd van het afschuwelijke verlies. Hij zou nooit vergeten hoe hij de uitgehongerde, rottende paarden lijken zag. Dat ooit eens zijn levenslustige leden waren. De meeste leden hadden een afschuwelijke verleden achter zich gelaten. Vele wisten waar ze opnieuw konden beginnen. Waar niemand over hen zouden oordelen over wie ze waren of wat voor zonden zij hadden ondergaan. Zij konden zich thuis voelen zij konden de liefde en goedheid van hun leider voelen. Niet iedereen had een slecht verleden. Sommigen wilden gewoon opnieuw beginnen, of ze wilde gewoon heel graag aan Saronse’s zeiden staan. En veulen werden in de kudde gelukkig geboren. Zoals de kleine Minty, een wit pluizig veulen. Verschrikkelijk hyperactief en hielde ontzettend veel van actie. Haar moeder Abygiel, had een zeer afschuwelijk verleden. Vooral omdat ze een beetje een vreemde uiterlijk had. Haar hoofd was erg groot en smal. Haar lichaam was erg smal en had lange benen. Neen, ze was niet moeders mooiste. Iedereen van haar kudde vond haar spuuglelijk en deden haar altijd pijn. De leider gebruikte de merrie voor zijn pleziertjes. Gelukkig had Abygiel over zijn kudde gehoord en is naar hem toe gevlucht. Niemand van zijn kudde had haar laag behandelde. Ze was familie, en iedereen hield van haar. Plots schoot het levenloze lichaampje voor Saronse’s ogen. Minty, die nooit stil zat en altijd maar actief rond holde. Zag hij voor het eerst zo lang stilliggen. Het was een afschuwelijke herinnering dat voor eeuwig in zijn hersens gekerfd zit. Dood was iets afschuwelijk, vooral als je zo ten einde moest. Hij kon Minty’s vrolijke lach in zijn oren weerklinken. Het klonk als muziek in zijn oren. Dromen dienen voor allerlei dingen. Vooral om dingen op te lossen, om te begrijpen. Dromen hebben Saronse vaak wel een lichtje doen opbranden. En soms, soms lukte het niet altijd de puzzels in elkaar te plaatsen.
Saronse geloofde in een hemel. Een wereld waar we ooit samen zullen komen. Samen gelukkig kunnen zijn. En de nieuwe wereld ontdekken. Saronse geloofde ook dat je hulp kon krijgen van boven in de hemel. Als hij het echt niet alleen aankan. Zei zullen hem helpen. Zodat hij de wereld beter kon maken. Op een dag zal ook hij er niet meer zijn. Dan was het aan anderen om de wereld staande te houden. Op de goede manier. De wereld zat vol verassingen. Soms had je dat ook nooit verwacht.
Opeens schoot er iets in zijn geheugen. Een zwarte gedaante, immens groot. Zijn ogen keken grimmig Saronse’s kant op. Zwakke lichtstralen lieten zijn duistere ogen een beetje oplichten. Het leek wel een soort van demon. Saronse keek om zich heen. De omgeving was spookachtig. Hij kon alleen maar vage boomfiguren zien. Dode boomfiguren. Saronse herkende deze plek. En die hengst. Saronse richtte zijn ogen peizend naar de grote gedaante. Zijn figuur was breed, het had iets van een fries. Saronse kneep zijn ogen tot spleetjes. Waar ging deze droom naartoe? Wilt het iets betekenen? Saronse herinnerd het zich niet helemaal. Deze ontmoeting was ver ver ver weg. De hengst keek hem aan, hij keek echt met zo’n vieze blik. Plots hoorde Saronse andere paarden. Die rond hem aan het verzamelen waren. Zijn ogen gleden behoedzaam om zich heen. Wie waren deze paarden? En wie was hij? Misschien droomde hij gewoon over iets zinloos. Gewoon een rare droom, zijn hoofd die wat op tilt stond. Maar toch… Hij herkende die hengst. Maar vanwaar? Misschien in een vorig leven. “Saronse….” Weerklonk een zachte stem. Saronse keek om zich heen. Een stralend licht doorboorde de duisternis, tussen de bomen. Die stem… Saronse sloot zijn ogen. ‘Arontay…’ Ging er door zijn hoofd. “Kom, volg het licht. Het licht is je pad. Het is je vriend en leid je altijd op de juiste weg. Kom, en ik laat je zien wat je zien wil…” Weerklonk het zingend. Arontay had altijd zo’n rustige en heerlijke stem. Ze was zo zacht en wijs. Ze had hem alles gegeven. Alles… Saronse deed wat ze van hem vroeg. Hij volgde het licht. De paarden gedaanten vervaagden. Waar zou hij terecht komen. Plots zag Saronse in de verte een paard staan. Ze stond daar, heel rustig. “Arontay?” Ze knikte kalm. ‘’Ja, Saronse…” Saronse draafde naar haar toe. Wat zou deze droom hem nu proberen te vertellen. Saronse vroeg zich af of Arontay nu dood was of niet. Maar hij had geen kans om het te vragen. Ze richtte haar blik weg. De omgeving waar Saronse in bevond veranderde. Saronse keek verbaast om zich heen. “Wacht, ik ken deze plek… is het” Arontay viel hem in de reden. “Ja Saronse, dit is Dream Horses. Hij is hier Saronse. En hij vormt een gevaar. Een gevaar voor onschuldigen…” Saronse keek haar niet begrijpend aan. “Wie Arontay?” De oude wijze merrie glimlachte zacht. “Hij die geen ziel heeft, hij die alleen maar verlangd naar macht over Dream Horses. Zijn verlangens zijn moorden en leed. Zijn honger niet te stillen. Hij zal ontwaken en hij zal schade toe richten. Als je hem in de ogen zal kijken, en dat zal je doen. Dan weet je wie het is. Houd je ogen open Saronse…” Opeens werd alles zo vaag. Saronse kwam weer bij normale gedachten. Dromen waren altijd zo vreemd. Zouden ze tot werkelijkheid komen?
Heb codes er niet bijgeteld. juist 1.000 woorden Hoeraaaaaa!
Saronse geloofde in een hemel. Een wereld waar we ooit samen zullen komen. Samen gelukkig kunnen zijn. En de nieuwe wereld ontdekken. Saronse geloofde ook dat je hulp kon krijgen van boven in de hemel. Als hij het echt niet alleen aankan. Zei zullen hem helpen. Zodat hij de wereld beter kon maken. Op een dag zal ook hij er niet meer zijn. Dan was het aan anderen om de wereld staande te houden. Op de goede manier. De wereld zat vol verassingen. Soms had je dat ook nooit verwacht.
Opeens schoot er iets in zijn geheugen. Een zwarte gedaante, immens groot. Zijn ogen keken grimmig Saronse’s kant op. Zwakke lichtstralen lieten zijn duistere ogen een beetje oplichten. Het leek wel een soort van demon. Saronse keek om zich heen. De omgeving was spookachtig. Hij kon alleen maar vage boomfiguren zien. Dode boomfiguren. Saronse herkende deze plek. En die hengst. Saronse richtte zijn ogen peizend naar de grote gedaante. Zijn figuur was breed, het had iets van een fries. Saronse kneep zijn ogen tot spleetjes. Waar ging deze droom naartoe? Wilt het iets betekenen? Saronse herinnerd het zich niet helemaal. Deze ontmoeting was ver ver ver weg. De hengst keek hem aan, hij keek echt met zo’n vieze blik. Plots hoorde Saronse andere paarden. Die rond hem aan het verzamelen waren. Zijn ogen gleden behoedzaam om zich heen. Wie waren deze paarden? En wie was hij? Misschien droomde hij gewoon over iets zinloos. Gewoon een rare droom, zijn hoofd die wat op tilt stond. Maar toch… Hij herkende die hengst. Maar vanwaar? Misschien in een vorig leven. “Saronse….” Weerklonk een zachte stem. Saronse keek om zich heen. Een stralend licht doorboorde de duisternis, tussen de bomen. Die stem… Saronse sloot zijn ogen. ‘Arontay…’ Ging er door zijn hoofd. “Kom, volg het licht. Het licht is je pad. Het is je vriend en leid je altijd op de juiste weg. Kom, en ik laat je zien wat je zien wil…” Weerklonk het zingend. Arontay had altijd zo’n rustige en heerlijke stem. Ze was zo zacht en wijs. Ze had hem alles gegeven. Alles… Saronse deed wat ze van hem vroeg. Hij volgde het licht. De paarden gedaanten vervaagden. Waar zou hij terecht komen. Plots zag Saronse in de verte een paard staan. Ze stond daar, heel rustig. “Arontay?” Ze knikte kalm. ‘’Ja, Saronse…” Saronse draafde naar haar toe. Wat zou deze droom hem nu proberen te vertellen. Saronse vroeg zich af of Arontay nu dood was of niet. Maar hij had geen kans om het te vragen. Ze richtte haar blik weg. De omgeving waar Saronse in bevond veranderde. Saronse keek verbaast om zich heen. “Wacht, ik ken deze plek… is het” Arontay viel hem in de reden. “Ja Saronse, dit is Dream Horses. Hij is hier Saronse. En hij vormt een gevaar. Een gevaar voor onschuldigen…” Saronse keek haar niet begrijpend aan. “Wie Arontay?” De oude wijze merrie glimlachte zacht. “Hij die geen ziel heeft, hij die alleen maar verlangd naar macht over Dream Horses. Zijn verlangens zijn moorden en leed. Zijn honger niet te stillen. Hij zal ontwaken en hij zal schade toe richten. Als je hem in de ogen zal kijken, en dat zal je doen. Dan weet je wie het is. Houd je ogen open Saronse…” Opeens werd alles zo vaag. Saronse kwam weer bij normale gedachten. Dromen waren altijd zo vreemd. Zouden ze tot werkelijkheid komen?
Heb codes er niet bijgeteld. juist 1.000 woorden Hoeraaaaaa!