Love is the answer, At least for most of the questions in my heart.
Like why are we here? And where do we go? And how come it's so hard?
It's not always easy and, Sometimes life can be deceiving.
I'll tell you one thing, it's always better when we're together
Zijn donkerbruine ogen probeerde zich aan te passen aan de duisternis om hem heen. Er was weinig licht, als de duisternis om hem heen licht was te noemen, dus zijn ogen waren maar raar rondjes aan het draaien. Vuurvliegjes vlogen rond zijn hoofd, brachten zijn gedachtes enkel meer in verwarring. Zijn hoofd begon langzaam te bonken, er kwam nog net geen vuur uit zijn ogen. Langzaam draaide hij rondjes, sleepte zijn staart voorzichtig achter hem aan. Vragen spookte door zijn hoofd; wat voelde hij? En voor wie? Waarom was hij hier? En waar ging hij heen? Het waren vragen die een ander kon beantwoorden, maar ook hijzelf. Want hoe goed kende hij zichzelf nou? Hij kende Painted als Painted, iedereen kende hem als Painted. Maar toch was er ergens in zijn lichaam dat ene gevoel dat hij iemand anders was, dat hij iemand anders wilde zijn. Iemand met een normale jeugd, iemand met een partner en een leuk gezin. Maar Painted daarin tegen, had een totaal overhoop gegooide jeugd, geen partner en een hoop stukje familie. Ja, een hoop stukje. Want waar was Padeau? En waar was Aamir? En niet te vergeten; waar was Amani? Het bracht hem dus dat liefde het enige antwoord was op zijn vragen, want zonder en met liefde, wat het allemaal nooit gebeurd. Even mompelde de hengst wat in zichzelf, stapte vervolgens onrustig verder. Tja, waar moest hij heen? Hij had niks te doen, verveelde zich. Want ja, er was geen merrie die thuis op hem wachtte, geen kinderen war hij voedsel moest voor gaan halen, waarbij hij enthousiast zou ontvangen worden wanneer hij thuis keerde. Hij was maar een zielig, stukje, hoopje, paard. Hij was verliefd op een merrie die hij nooit zou kunnen krijgen. Geweldig. Een diepe, trillende zucht verliet zijn keel toen hij verder stapte, richting een grotere heuvel.
Het leven was nou eenmaal niet altijd makkelijk en misschien moest hij daar maar blij mee zijn. Hij had immers geleerd sterk te zijn, zijn gevoelens niet altijd te tonen. Maar toch was het soms fijn om bij iemand zijn hoofd neer te rusten en te klagen over alles in het leven. Want ach, dat moest iedereen toch kunnen doen? Was het niet zo dat je anders alles ophoopte en je vervolgens alles uit spuugde als een grote vulkaan? Hij snoof, trok zijn grote, zwarte voeten lomp van de grond af. Hij struikelde, voor de zoveelste keer vandaag, over een steentje, brak half zijn nek en kwam vervolgens met een plof op de grond. Ach, waarom bleef hij hier niet liggen? Het was immers een vrij aangename positie. Zelfs toen hij voetstappen hoorde, bleef hij rustig liggen, sloot zijn ogen. Waarom niet?
Like why are we here? And where do we go? And how come it's so hard?
It's not always easy and, Sometimes life can be deceiving.
I'll tell you one thing, it's always better when we're together
Zijn donkerbruine ogen probeerde zich aan te passen aan de duisternis om hem heen. Er was weinig licht, als de duisternis om hem heen licht was te noemen, dus zijn ogen waren maar raar rondjes aan het draaien. Vuurvliegjes vlogen rond zijn hoofd, brachten zijn gedachtes enkel meer in verwarring. Zijn hoofd begon langzaam te bonken, er kwam nog net geen vuur uit zijn ogen. Langzaam draaide hij rondjes, sleepte zijn staart voorzichtig achter hem aan. Vragen spookte door zijn hoofd; wat voelde hij? En voor wie? Waarom was hij hier? En waar ging hij heen? Het waren vragen die een ander kon beantwoorden, maar ook hijzelf. Want hoe goed kende hij zichzelf nou? Hij kende Painted als Painted, iedereen kende hem als Painted. Maar toch was er ergens in zijn lichaam dat ene gevoel dat hij iemand anders was, dat hij iemand anders wilde zijn. Iemand met een normale jeugd, iemand met een partner en een leuk gezin. Maar Painted daarin tegen, had een totaal overhoop gegooide jeugd, geen partner en een hoop stukje familie. Ja, een hoop stukje. Want waar was Padeau? En waar was Aamir? En niet te vergeten; waar was Amani? Het bracht hem dus dat liefde het enige antwoord was op zijn vragen, want zonder en met liefde, wat het allemaal nooit gebeurd. Even mompelde de hengst wat in zichzelf, stapte vervolgens onrustig verder. Tja, waar moest hij heen? Hij had niks te doen, verveelde zich. Want ja, er was geen merrie die thuis op hem wachtte, geen kinderen war hij voedsel moest voor gaan halen, waarbij hij enthousiast zou ontvangen worden wanneer hij thuis keerde. Hij was maar een zielig, stukje, hoopje, paard. Hij was verliefd op een merrie die hij nooit zou kunnen krijgen. Geweldig. Een diepe, trillende zucht verliet zijn keel toen hij verder stapte, richting een grotere heuvel.
Het leven was nou eenmaal niet altijd makkelijk en misschien moest hij daar maar blij mee zijn. Hij had immers geleerd sterk te zijn, zijn gevoelens niet altijd te tonen. Maar toch was het soms fijn om bij iemand zijn hoofd neer te rusten en te klagen over alles in het leven. Want ach, dat moest iedereen toch kunnen doen? Was het niet zo dat je anders alles ophoopte en je vervolgens alles uit spuugde als een grote vulkaan? Hij snoof, trok zijn grote, zwarte voeten lomp van de grond af. Hij struikelde, voor de zoveelste keer vandaag, over een steentje, brak half zijn nek en kwam vervolgens met een plof op de grond. Ach, waarom bleef hij hier niet liggen? Het was immers een vrij aangename positie. Zelfs toen hij voetstappen hoorde, bleef hij rustig liggen, sloot zijn ogen. Waarom niet?
[ & Aphroasdfghjklkjgfdsa]