Gentle lag rustig te slapen, bij haar ouders en haar broer. Tot ze opschrok van een vreemd geluid. Doffe plofjes op de natte bodem. Ze kon het geluid niet plaatsen en dat maakte haar angstig. Nerveus dribbelde ze wat heen en weer, de rest was ook klaarwakker. Heel onverwachts hoorde ze een ander ploffend geluid, veel harder dan het andere. Vervolgens vel haar moeder op de grond. Er stak een pijltje uit haar linkerflank... De rest van de kudde zette het op een lopen, maar die pijltjes konden hen nog makkelijk raken. Haar vader viel op de grond. Haar broer was het volgende slachtoffer. Snel zette ze het op een lopen, bang voor wat er nu zou gaan gebeuren. snel schoot ze het bos in, hopend dat ze haar daar niet konden raken. Pas toen ze zeker wist dat het voorbij was stopte ze met rennen. De andere paarden van de kudde waren nergens te bekennen, ze herkende de omgeving niet eens...
Gentle schrok wakker van het akelige beeld dat telkens weer op haar oogleden verscheen wanneer ze in slaap viel. Elke keer moest ze het weer onder ogen komen, hoe graag ze het ook wilde vergeten. Het was nu 2 weken geleden dat dit zich ha afgespeeld, en nog steeds niet wist ze waar haar familie was. Ze was nog wel naar die plek terug gegaan, maar ze had ze niet gevonden. De onwetendheid vrat haar langzaam op. Ze was ooit zo'n vrolijk paard, nu was daar vrijwel niets meer van over. Ze stond op en liep verder tot ze bij een groot veld kwam waar allerlei bloemen stonden, in alle kleuren en maten. Hoewel de omgeving niet echt bij haar humeur paste fleurde het haar wel een beetje op. Ze keek naar een veulen een eindje verderop die aan het spelen was met zijn ouders. Ze bleef kijken terwijl er een traan over haar goudkleurige wang biggelde. "Stomme tweebeners" Mompelde ze tegen zichzelf.
-Open voor iedereen
Gentle schrok wakker van het akelige beeld dat telkens weer op haar oogleden verscheen wanneer ze in slaap viel. Elke keer moest ze het weer onder ogen komen, hoe graag ze het ook wilde vergeten. Het was nu 2 weken geleden dat dit zich ha afgespeeld, en nog steeds niet wist ze waar haar familie was. Ze was nog wel naar die plek terug gegaan, maar ze had ze niet gevonden. De onwetendheid vrat haar langzaam op. Ze was ooit zo'n vrolijk paard, nu was daar vrijwel niets meer van over. Ze stond op en liep verder tot ze bij een groot veld kwam waar allerlei bloemen stonden, in alle kleuren en maten. Hoewel de omgeving niet echt bij haar humeur paste fleurde het haar wel een beetje op. Ze keek naar een veulen een eindje verderop die aan het spelen was met zijn ouders. Ze bleef kijken terwijl er een traan over haar goudkleurige wang biggelde. "Stomme tweebeners" Mompelde ze tegen zichzelf.
-Open voor iedereen