Het landschap had duidelijk gaten alsof er meteorieten in waren geslagen. Het was zanderig, een beetje verdord en er was hier geen enkel grassprietje te vinden. Het geluid van hoeven klonk dof over het landschap. Binnen een straal van zoveel meter zou je het kunnen horen. De zwarte, lange manen en staart van een paard waaiden op in de onregelmatige wind. Een luid lawaai raasde over het landschap wanneer een geiser omhoog rees. De donkerbruine ogen, welke bijna zwart waren, keken het schouwspel na. Hij zelf liep door de water druppels heen. Het was alsof hij uit de mist was gekomen. De diepgelegen spieren welke onder zijn donkere vacht rolden en de oppervlakkige spieren welke zijn vacht wat op zijn plaats hielden werkten samen en maakten hem tot een gespierde hengst... In het verre verleden hadden merries vaak hun smerige, hengstige kont naar hem toegedraaid omdat ze wel een veulen wilden. Ze wilden hem wel als vader. Maar hij? Nee, eigenlijk had hij geen interesse in van die oppervlakkige merries. Zijn ogen gleden over het landschap waar hij beland was en zijn oren draaiden wantrouwend naar achteren. Hij had geen idee wat hij hier deed en al helemaal niet waarom hij hier zou blijven. Hij was op doorreis. En hij reisde alleen. Zijn lange manen waaiden weer een keer op. De witte ster, of kol, die op zijn voorhoofd rustte was het enige wat opviel op zijn donkere vacht. Er waren geen sokjes, geen witte vlekken die hem nog kon onderscheiden van anderen. Enkel die aparte witte ster die op zijn voorhoofd zat. Hij verafschuwde het. Veel merries vonden het hem schattig staan, maar ohw.. wat had hij een hekel aan het woord schattig. Hij zou zelf nooit over zijn lippen verkrijgen om te zeggen dat iets schattig is. Zijn vacht rilde bij die gedachte. Hij stapte stevig door en schudde zijn hoofd om het woord uit zijn gedachten te bannen. Vele paarden hadden geprobeerd zijn karakter te veranderen. Hij had vaak genoeg gezegd dat hij nooit zou veranderen. En raad eens? Dat heeft hij ook niet gedaan. Het kon hem niet schelen of je hem wel mocht of juist niet. Als je hem niet mocht, kon je gewoon weg gaan... Mocht je hem wel, dan mocht je proberen het met hem uit te houden. Zelfs daar hadden vele paarden gefaald. Hij is nu niet bepaald de vriendelijkste, maar zolang hij in een 'goed' humeur is zal hij helpen, krabbelen of wat dan ook. Al is hij vaak niet echt goed gestemd en is hij liever bezig met van alles behalve met de sociale omgang met andere paarden. Zijn oren draaiden kort een beetje naar voren en toen naar achteren. Hij boog zijn hals en strekte deze toen weer. Hij was al een tijdje onderweg en juist dat maakte dat hij wel eens dacht dat hij gek was. Hij had zijn zusje Ilya gezien, maar die was dood volgens zijn vrienden. Hij snapte er niets van. Het enige paard waar hij van hield, was Ilya en juist die was dood. Nee wacht... Hij hield niet van Ilya... Het was het enige paard waar hij normaal tegen kon doen. Voor zover normaal, nou ja, normaal was in zijn doen en laten. Zijn lange benen brachten hem gestaag voort en hij brieste. Weer een geiser die zijn water de lucht in schoot. En tussen de dampdruppels door, zag hij een paard. Of een figuur van een paard. Zijn benen stopten abrupt met lopen, zijn oren draaiden naar achteren en zijn houding werd gespannen. Hij maakte zichzelf nog groter als de 1.77 die hij al was. Zijn ogen waren zo zwart als een diepe rivier waar je de bodem niet van zag. Daarom zijn naam: Deep River.
Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je
I said I won't change
1 I said I won't change vr 28 sep - 21:25
Deep River
Het landschap had duidelijk gaten alsof er meteorieten in waren geslagen. Het was zanderig, een beetje verdord en er was hier geen enkel grassprietje te vinden. Het geluid van hoeven klonk dof over het landschap. Binnen een straal van zoveel meter zou je het kunnen horen. De zwarte, lange manen en staart van een paard waaiden op in de onregelmatige wind. Een luid lawaai raasde over het landschap wanneer een geiser omhoog rees. De donkerbruine ogen, welke bijna zwart waren, keken het schouwspel na. Hij zelf liep door de water druppels heen. Het was alsof hij uit de mist was gekomen. De diepgelegen spieren welke onder zijn donkere vacht rolden en de oppervlakkige spieren welke zijn vacht wat op zijn plaats hielden werkten samen en maakten hem tot een gespierde hengst... In het verre verleden hadden merries vaak hun smerige, hengstige kont naar hem toegedraaid omdat ze wel een veulen wilden. Ze wilden hem wel als vader. Maar hij? Nee, eigenlijk had hij geen interesse in van die oppervlakkige merries. Zijn ogen gleden over het landschap waar hij beland was en zijn oren draaiden wantrouwend naar achteren. Hij had geen idee wat hij hier deed en al helemaal niet waarom hij hier zou blijven. Hij was op doorreis. En hij reisde alleen. Zijn lange manen waaiden weer een keer op. De witte ster, of kol, die op zijn voorhoofd rustte was het enige wat opviel op zijn donkere vacht. Er waren geen sokjes, geen witte vlekken die hem nog kon onderscheiden van anderen. Enkel die aparte witte ster die op zijn voorhoofd zat. Hij verafschuwde het. Veel merries vonden het hem schattig staan, maar ohw.. wat had hij een hekel aan het woord schattig. Hij zou zelf nooit over zijn lippen verkrijgen om te zeggen dat iets schattig is. Zijn vacht rilde bij die gedachte. Hij stapte stevig door en schudde zijn hoofd om het woord uit zijn gedachten te bannen. Vele paarden hadden geprobeerd zijn karakter te veranderen. Hij had vaak genoeg gezegd dat hij nooit zou veranderen. En raad eens? Dat heeft hij ook niet gedaan. Het kon hem niet schelen of je hem wel mocht of juist niet. Als je hem niet mocht, kon je gewoon weg gaan... Mocht je hem wel, dan mocht je proberen het met hem uit te houden. Zelfs daar hadden vele paarden gefaald. Hij is nu niet bepaald de vriendelijkste, maar zolang hij in een 'goed' humeur is zal hij helpen, krabbelen of wat dan ook. Al is hij vaak niet echt goed gestemd en is hij liever bezig met van alles behalve met de sociale omgang met andere paarden. Zijn oren draaiden kort een beetje naar voren en toen naar achteren. Hij boog zijn hals en strekte deze toen weer. Hij was al een tijdje onderweg en juist dat maakte dat hij wel eens dacht dat hij gek was. Hij had zijn zusje Ilya gezien, maar die was dood volgens zijn vrienden. Hij snapte er niets van. Het enige paard waar hij van hield, was Ilya en juist die was dood. Nee wacht... Hij hield niet van Ilya... Het was het enige paard waar hij normaal tegen kon doen. Voor zover normaal, nou ja, normaal was in zijn doen en laten. Zijn lange benen brachten hem gestaag voort en hij brieste. Weer een geiser die zijn water de lucht in schoot. En tussen de dampdruppels door, zag hij een paard. Of een figuur van een paard. Zijn benen stopten abrupt met lopen, zijn oren draaiden naar achteren en zijn houding werd gespannen. Hij maakte zichzelf nog groter als de 1.77 die hij al was. Zijn ogen waren zo zwart als een diepe rivier waar je de bodem niet van zag. Daarom zijn naam: Deep River.
Soortgelijke onderwerpen
Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum