Carrègandò
Een kleine donkere merrie stapte door het moeras. Haar oortjes waren bijna moordlustig naar achteren gedraaid. Ookal was ze hier om zich aan te melden voor dé kudde. Ja, zo zag zij de Horcrux. Als dé kudde. Dé kudde waar zij lid van zou willen worden. Dé kudde voor haar. Een ongemakkelijke grijns verscheen op haar gezicht, een duistere grijns. Wat deed haar verschillen van de rest? Waarom was ze goed genoeg voor deze kudde? Moet ik je nog gaan uitleggen waarom? Meen je dat nou!? Vooruit dan zal ik je dat even uitleggen. Carrègandò is perfect voor de Horcrux, omdat: Ze is slecht, heel belangrijk natuurlijk, Ze helpt je het einde van je ergste nachtmerrie te vinden, te behouden en uit te leven, nog belangrijker, Ze is een goede vechter en bang? Bang is ze niet te krijgen. Althans dit is hoe zij zichzelf ziet natuurlijk.
De merrie liep door het drekkerige oppervlak. Ze zigzagde tussen de plassen door, makkelijk. Ze was snel, snel als een kanonskogel uit een geweer. Met fikse, krachtige, snelle galopsprongen rende ze door het moeras. Haar benen bewogen snel, haar ademhaling en hartslag waren licht onregelmatig door de hoge snelheid waarmee ze liep. Haar donkere mondhoeken kropen langzaam omhoog tot een wrede grijns van een gastheer uit een spookhuis die wachtte op zijn klanten om hen de grootste angst van hun leven in te boezemen. Een trotse gastheer, zeer trots. Zó trots dat ze even vergat uit te kijken en de drek in liep. “Gadverdamme.” mopperde ze toen ze naar haar besmeurde vacht keek. Door haar grote en harde passen waren de modder spetters omhoog gevlogen en zaten er zelfs vlekken op haar hoofd. Haar oren lagen diep in haar nek tussen haar dikke volle manen. Haar manen waren altijd al wel vol geweest en daar was ze trots op. Door de modder leek het echter nog dikker dan dat het eigenlijk was. Haar blik stond alsof ze het vre-se-lijk vond. En dat vond ze ook! Ze hield niet van viezigheid, en al helemaal niet als het op haar of aan haar zat. Daar walgde ze van oké nu leek ze net zo'n pietluttige-bang-voor-alles-wat-vies-is-zijnde trut. En dat was ze dus zó niet hè! Carrègandò was een eersten- klas- alles – verwoestende – vreselijk – gemene - bitch. Ja, precies, dat was beter. Carrègandò stapte moeizaam de plas met drek uit. Ze schudde zich een beetje chagrijnig uit en een ongemakkelijke blik overviel haar gezicht. Het overviel haar als een clown die mensen irriteert en ja overvalt. Ze had het niet op clowns. Ze waren vreemd, ja ze wist wel wat over die tweepotige. Vroeger toen ze nog een lief veulentje was * blegh * woonde ze bij de tweepotige. Ze was braaf, lief en luisterde enorm goed naar die wezens die de naam 'mens' droegen. Ze wilde er niet over praten. Ze hief haar neus op en liep met snelle passen weer verder. Ze schudde met haar korte manen en lange volle staart.
Carrègandò bewoog zich makkelijker dan eerst tussen de plassen door. Ze zou even een droge misschien zelfs dorre plek op zoeken om te hinniken naar de witte leider van de Horcrux. Het is best frappant als je denkt dat veel paarden die licht gekleurd zijn als goed worden geëvenaard terwijl de leider van dé slechte kudde wit is. Haha. In ieder geval. Ze dacht de geweldigste plek ooit gevonden te hebben. Een klein rond open 'veldje' van dorre en uitgedroogde modder. Ze had misschien beter naar een wat mooier gebied kunnen gaan. Maar het kon haar nu niets meer schelen. Ze ging er is even goed voor staan. Ze hief haar kop en stootte een hoge schrille hinnik uit. De hinnik weergalmde door het hele moeras. Ze hoopte dat zelfs de leider van de Horcrux het zou horen. Een grijns vormde zich rond haar lippen en zo wachtte ze op de leidster van de Horcrux.
Only. Fether.
Een kleine donkere merrie stapte door het moeras. Haar oortjes waren bijna moordlustig naar achteren gedraaid. Ookal was ze hier om zich aan te melden voor dé kudde. Ja, zo zag zij de Horcrux. Als dé kudde. Dé kudde waar zij lid van zou willen worden. Dé kudde voor haar. Een ongemakkelijke grijns verscheen op haar gezicht, een duistere grijns. Wat deed haar verschillen van de rest? Waarom was ze goed genoeg voor deze kudde? Moet ik je nog gaan uitleggen waarom? Meen je dat nou!? Vooruit dan zal ik je dat even uitleggen. Carrègandò is perfect voor de Horcrux, omdat: Ze is slecht, heel belangrijk natuurlijk, Ze helpt je het einde van je ergste nachtmerrie te vinden, te behouden en uit te leven, nog belangrijker, Ze is een goede vechter en bang? Bang is ze niet te krijgen. Althans dit is hoe zij zichzelf ziet natuurlijk.
De merrie liep door het drekkerige oppervlak. Ze zigzagde tussen de plassen door, makkelijk. Ze was snel, snel als een kanonskogel uit een geweer. Met fikse, krachtige, snelle galopsprongen rende ze door het moeras. Haar benen bewogen snel, haar ademhaling en hartslag waren licht onregelmatig door de hoge snelheid waarmee ze liep. Haar donkere mondhoeken kropen langzaam omhoog tot een wrede grijns van een gastheer uit een spookhuis die wachtte op zijn klanten om hen de grootste angst van hun leven in te boezemen. Een trotse gastheer, zeer trots. Zó trots dat ze even vergat uit te kijken en de drek in liep. “Gadverdamme.” mopperde ze toen ze naar haar besmeurde vacht keek. Door haar grote en harde passen waren de modder spetters omhoog gevlogen en zaten er zelfs vlekken op haar hoofd. Haar oren lagen diep in haar nek tussen haar dikke volle manen. Haar manen waren altijd al wel vol geweest en daar was ze trots op. Door de modder leek het echter nog dikker dan dat het eigenlijk was. Haar blik stond alsof ze het vre-se-lijk vond. En dat vond ze ook! Ze hield niet van viezigheid, en al helemaal niet als het op haar of aan haar zat. Daar walgde ze van oké nu leek ze net zo'n pietluttige-bang-voor-alles-wat-vies-is-zijnde trut. En dat was ze dus zó niet hè! Carrègandò was een eersten- klas- alles – verwoestende – vreselijk – gemene - bitch. Ja, precies, dat was beter. Carrègandò stapte moeizaam de plas met drek uit. Ze schudde zich een beetje chagrijnig uit en een ongemakkelijke blik overviel haar gezicht. Het overviel haar als een clown die mensen irriteert en ja overvalt. Ze had het niet op clowns. Ze waren vreemd, ja ze wist wel wat over die tweepotige. Vroeger toen ze nog een lief veulentje was * blegh * woonde ze bij de tweepotige. Ze was braaf, lief en luisterde enorm goed naar die wezens die de naam 'mens' droegen. Ze wilde er niet over praten. Ze hief haar neus op en liep met snelle passen weer verder. Ze schudde met haar korte manen en lange volle staart.
Carrègandò bewoog zich makkelijker dan eerst tussen de plassen door. Ze zou even een droge misschien zelfs dorre plek op zoeken om te hinniken naar de witte leider van de Horcrux. Het is best frappant als je denkt dat veel paarden die licht gekleurd zijn als goed worden geëvenaard terwijl de leider van dé slechte kudde wit is. Haha. In ieder geval. Ze dacht de geweldigste plek ooit gevonden te hebben. Een klein rond open 'veldje' van dorre en uitgedroogde modder. Ze had misschien beter naar een wat mooier gebied kunnen gaan. Maar het kon haar nu niets meer schelen. Ze ging er is even goed voor staan. Ze hief haar kop en stootte een hoge schrille hinnik uit. De hinnik weergalmde door het hele moeras. Ze hoopte dat zelfs de leider van de Horcrux het zou horen. Een grijns vormde zich rond haar lippen en zo wachtte ze op de leidster van de Horcrux.
Only. Fether.