Ze schaamde zichzelf ervoor. Ze schaamde zichzelf ervoor dat ze geen Nederlands kon praten, ze kon het zelfs amper verstaan. Laatst was er ook al een hengst. Het was een zwart gevlekte hengst die doodleuk Nederlands begon te praten tegen haar. Natuurlijk verstond ze het niet. De enige die ze kende waren degene die verdomd veel op het Engels leken. Nee, ja, veel. Dat soort standaard woorden. Maar ‘heerlijke plek, niet waar?’ Dat had ze niet begrepen, ze begreep het nu nog steeds niet helemaal maar wist zo ongeveer wat het betekende. Wat nu? Moest ze nu op een of andere bijles gaan of zoiets?
Nee, natuurlijk moest ze dat niet. Ze zou het vanzelf wel leren, hoe meer ze het hoorde hoe beter het was en anders kon ze toch gewoon altijd aan iemand hulp vragen? Als ze het maar aan de juiste persoon vraagde. Nog zo’n probleem van haar, ze was blind, ze was zo blind als een stok. Het enige voordeel ervan was dat ze een verdomd goed reukvermogen had en zelfs de regen kon ruiken, de verse geur die je dan rook was onvermijdbaar, dus kon ze altijd op tijd schuilen. Maar dat was wel zo ongeveer het enige pluspunt aan dat ze blind was.
Ze wou zo graag eens de wereld om haar heen kunnen zien. Al was het maar voor een uurtje de wereld om haar keen kunnen zien. Ze wou hem bewonderen. Ze was niet altijd ziek geweest, maar had een paar rare stofjes in haar oog gekregen. Ze had een verschrikkelijke ontsteking gehad aan beide ogen. Een maand lang had ze verschrikkelijke pijn gehad aan haar ogen. Toen was haar zicht gaan minderen, toen ze ongeveer een half jaar was kon ze al niets zien met een oog. De volgende dag zag ze ook niets meer met haar andere oog. Toen was ze blind. Voor altijd, door een paar stofjes.
Ze tastte pas voor pas het gebied af met haar hoeven en toen ze uiteindelijk vertrouwen had gekregen op dat het gebied waar ze zich in bevond met sneeuw bestreken was stapte ze op een glad stuk ijs. Haar been gleed naar voren en geschrokken slaakte ze een kreet. Ze struikelde en gleed op haar buik verder over het ijs. ,,Verdomme! Mompelde ze geërgerd. Ze was een schat van een paard maar tegen dit soort dingen kon ze niet tegen. En alles kwam doordat ze blind was. Laïna lag op haar zij op het ijs en probeerde wanhopig overeind te komen. Maar iedere keer dat ze dat probeerde hoorde ze een krak als protest van het ijs en gleed ze weer uit. Hoe ging ze ooit nog overeind komen? Hoewel het net zo koud was als sneeuw, dit was zeker geen sneeuw meer. Ze had het ijsmeer bereikt.
OOC:
En Navayo!
Nee, natuurlijk moest ze dat niet. Ze zou het vanzelf wel leren, hoe meer ze het hoorde hoe beter het was en anders kon ze toch gewoon altijd aan iemand hulp vragen? Als ze het maar aan de juiste persoon vraagde. Nog zo’n probleem van haar, ze was blind, ze was zo blind als een stok. Het enige voordeel ervan was dat ze een verdomd goed reukvermogen had en zelfs de regen kon ruiken, de verse geur die je dan rook was onvermijdbaar, dus kon ze altijd op tijd schuilen. Maar dat was wel zo ongeveer het enige pluspunt aan dat ze blind was.
Ze wou zo graag eens de wereld om haar heen kunnen zien. Al was het maar voor een uurtje de wereld om haar keen kunnen zien. Ze wou hem bewonderen. Ze was niet altijd ziek geweest, maar had een paar rare stofjes in haar oog gekregen. Ze had een verschrikkelijke ontsteking gehad aan beide ogen. Een maand lang had ze verschrikkelijke pijn gehad aan haar ogen. Toen was haar zicht gaan minderen, toen ze ongeveer een half jaar was kon ze al niets zien met een oog. De volgende dag zag ze ook niets meer met haar andere oog. Toen was ze blind. Voor altijd, door een paar stofjes.
Ze tastte pas voor pas het gebied af met haar hoeven en toen ze uiteindelijk vertrouwen had gekregen op dat het gebied waar ze zich in bevond met sneeuw bestreken was stapte ze op een glad stuk ijs. Haar been gleed naar voren en geschrokken slaakte ze een kreet. Ze struikelde en gleed op haar buik verder over het ijs. ,,Verdomme! Mompelde ze geërgerd. Ze was een schat van een paard maar tegen dit soort dingen kon ze niet tegen. En alles kwam doordat ze blind was. Laïna lag op haar zij op het ijs en probeerde wanhopig overeind te komen. Maar iedere keer dat ze dat probeerde hoorde ze een krak als protest van het ijs en gleed ze weer uit. Hoe ging ze ooit nog overeind komen? Hoewel het net zo koud was als sneeuw, dit was zeker geen sneeuw meer. Ze had het ijsmeer bereikt.
OOC:
En Navayo!