Hij was terug. Dat had ze gehoord. The legend Cobrazarao was back. Panarea had veel van deze hengst gehoord. Hij was een van de twee bekendsten van DH. Amiya, zijn eeuwige rivaal leek verdwenen te zijn. Volledig poef verdwenen. Maar het slechte ras stond slecht in DH, ze leken haast verdwenen te zijn. Of Panarea kwam ze toch niet meer tegen. Het was vreemd dat ze verdwenen leken. Ze hoorden de sterkere te zijn. Maar sinds de grotere namen verdwenen waren, was alles haast ingezakt als een pudding. Zij hoorde tot de generatie die beter zou moeten geweest zijn. Al waren er niet veel veulens meer van over die nog leefden of in DH waren. Het was gewoon saai om hier te wonen als een badass. Er was geen kudde nog een uitdaging voor haar. De enige slechte kudde werd geleid door een snotneus vond ze zelf. Het was totaal niets om daar omhoog te klimmen. Maar daar deed ze niet eens de moeite voor. Dan wachtte ze liever even der beurt af en zou hem dan overmeesteren. Het was niets voor haar om op der knieën te gaan kruipen voor iemand. Voor niemand deed ze dat. Zelfs niet voor een van de machtigste paarden die hier hadden rondgelopen. Pan was geen merrie die onderdanig was. Ondanks haar slanke lichaam was ze een echte vechtersbaas. Ze had talloze gevechten achter de rug. Ze was gedoemd door het leven te gaan als een look a like van haar moeder. Een soort afstraffing van haar vader. Enkel en alleen omdat ze hem op zijn plaats had proberen te zetten. Om te laten zien dat hij een lafaard was. Niet een of andere machtige hengst. Nee uit schaamte had hij zich teruggetrokken voor zijn littekens. Panarea zou zich voor niets terug trekken en dat zouden de paarden hier geweten hebben.
Haar slanke hoofd draaide zich om. Haar haast zwarte ogen keken in de verte. Een gigantische verschijning was aan de horizon te zien. Een gigantische friese hengst dacht ze. Panarea hees haar staart trots in de hoogte. Haar oren zoals altijd strak naar achteren. Het gigantische litteken op haar voorhoofd werd zichtbaar doordat de wind haar zwarte voorlok uit haar gezicht blies. Ze wachtte af op wat komen zijn. Toch iets of wat nieuwsgierig naar het gigantische dier dat op haar af kwam.
-en cobrazarao-
Haar slanke hoofd draaide zich om. Haar haast zwarte ogen keken in de verte. Een gigantische verschijning was aan de horizon te zien. Een gigantische friese hengst dacht ze. Panarea hees haar staart trots in de hoogte. Haar oren zoals altijd strak naar achteren. Het gigantische litteken op haar voorhoofd werd zichtbaar doordat de wind haar zwarte voorlok uit haar gezicht blies. Ze wachtte af op wat komen zijn. Toch iets of wat nieuwsgierig naar het gigantische dier dat op haar af kwam.
-en cobrazarao-