Genietend sloot hij zijn ogen. Het grote, groene bladerdek liet her en der wat zonnestralen door, waardoor een rustgevende en ontspannen sfeer over het gebied viel. Sultan snoof de geur van het bos even kort op, liet vervolgens een diepe zucht horen en opende zijn reebruine ogen. Overal was leven te zien. Van felgekleurde vlinders tot bruinkleurige konijnen die van bosje naar bosje schoten, hopend dat ze niet door vijanden werden opgemerkt. Ja, het bos was echt zijn favoriete gebied.
Alles was perfect hier. Van de enorme bomen tot de kleinstje, felgroene grassprietjes. Elke keer opnieuw genoot hij van het leven dat te vinden was in het bos, desondanks was er zoveel rust te vinden hier in het was. Sultan kwam hier vaak, vooral als hij met zichzelf in de knoop zat. Dan had hij tenminste de tijd én rust om over alles na te kunnen denken. Zijn gedachten weer een beetje op een rijtje te kunnen zetten.
Het gezang van de vogels was duidelijk hoorbaar. Verschillende melodieën door elkaar, die uiteindelijk tot een prachtig, zuiver koor zorgde. Sultan' lichaam was totaal gespannen, in zijn ogen lag een warme blik en zijn hals was iets naar beneden gestrekt. Desondanks ging er veel om in zijn hoofd, vooral dingen die hij in het verleden had meegemaakt. Hij kon het nog steeds niet loslaten en hij had het idee dat dat nog een hele tijd ging duren, voordat het dat wél kon. Een geïrriteerde zucht glipte tussen zijn lippen door, Sultan kwam tot stilstand en liet zijn lichaam tegen een boom hangen, die toevallig vlakbij stond. Er was zoveel waar hij zich zorgde over maakte, waar hij nog steeds urenlang over na kon denken. Toen een paardengeur zijn neusgaten binnen kroop, vergat hij zijn gedachten abrupt. Zijn ogen gleden snel door het gebied heen, maar er was nog niets te zien.
Langzaam liep hij weer het pad op, draaide zijn oren onrustig heen en weer en zijn neus nam alle geurtjes van het bos nogmaals op. Toen het paard op zijn netvlies verscheen, puntte zijn oren meteen naar voren. Kort knikte hij even naar hem, snoof zijn geur onopmerkelijk op. 'Hallo.' Was zijn korte, maar vriendelijke begroeting.
& Neco
Alles was perfect hier. Van de enorme bomen tot de kleinstje, felgroene grassprietjes. Elke keer opnieuw genoot hij van het leven dat te vinden was in het bos, desondanks was er zoveel rust te vinden hier in het was. Sultan kwam hier vaak, vooral als hij met zichzelf in de knoop zat. Dan had hij tenminste de tijd én rust om over alles na te kunnen denken. Zijn gedachten weer een beetje op een rijtje te kunnen zetten.
Het gezang van de vogels was duidelijk hoorbaar. Verschillende melodieën door elkaar, die uiteindelijk tot een prachtig, zuiver koor zorgde. Sultan' lichaam was totaal gespannen, in zijn ogen lag een warme blik en zijn hals was iets naar beneden gestrekt. Desondanks ging er veel om in zijn hoofd, vooral dingen die hij in het verleden had meegemaakt. Hij kon het nog steeds niet loslaten en hij had het idee dat dat nog een hele tijd ging duren, voordat het dat wél kon. Een geïrriteerde zucht glipte tussen zijn lippen door, Sultan kwam tot stilstand en liet zijn lichaam tegen een boom hangen, die toevallig vlakbij stond. Er was zoveel waar hij zich zorgde over maakte, waar hij nog steeds urenlang over na kon denken. Toen een paardengeur zijn neusgaten binnen kroop, vergat hij zijn gedachten abrupt. Zijn ogen gleden snel door het gebied heen, maar er was nog niets te zien.
Langzaam liep hij weer het pad op, draaide zijn oren onrustig heen en weer en zijn neus nam alle geurtjes van het bos nogmaals op. Toen het paard op zijn netvlies verscheen, puntte zijn oren meteen naar voren. Kort knikte hij even naar hem, snoof zijn geur onopmerkelijk op. 'Hallo.' Was zijn korte, maar vriendelijke begroeting.
& Neco