De nacht was gevallen over DH. Alles leek stil en vredig. De meeste dieren sliepen op een paar na. Hier en daar bewogen schimmen in het bos. Eenzame trekdieren, zowel prooi als jachtdieren. Allemaal overleefde ze op hun eigen manier. Panarea zag zichzelf niet bepaald als een prooidier. Ze was groot en redelijk sterk, al zei ze het zelf. Ze was een grotere, betere versie van haar moeder. Het zou vast een kwelling zijn voor elke moeder om een kleiner perfecter iets op deze zieke wereld te zetten. Ergens was het de waarheid. Elk veulen dat werd geboren was beter als zijn ouders. Gewoon omdat je je goede eigenschappen door gaf aan je veulens. Misschien de hoofdreden dat pan geen veulen wou. Nog een reden was dat het jonge ding zou moeten zogen en dat zou ze niet eens toestaan. Er naar omkijken zou ze ook niet doen. Het veulen zou de eerste week nog niet eens overleven. Ze zou het diertje zo goed als verwaarlozen. Zij had het ook zo overleeft. Ze had enkele de alleerste melk van haar dode moeder gehad. Daarna moest ze maar gras eten. Haar broer had haar een halve opvoeding gegeven de eerste paar weken. Daarna had hij haar bij haar vader gedumpt. Niet dat ze daar echt een opvoeding had gekregen. Het was eerder een training om voor zichzelf te kunnen zorgen.
Een grote, valse, grijns verscheen op Panarea's lippen. Haar zo goed als zwarte ogen keken toe. Een paardenschim bewoog zich voort in het bos. Haar oren gingen lichtjes naar voren om te luisteren. Het was geen gigantisch paard. Dat hoorde en voelde ze. Haar neus ging naar boven. Ze leek half te flehmen. Ze nam de geur in haar neusgaten op. Een lach verliet haar keelgat. Ze zette haar ranke, gespierde, lichaam in beweging. Met haar meter 71 was ze een enorm uit de kluiten gewassen arabier. Haar bouw was een en al arabisch, enkel ietsje groter en gespierder. Haar moeder had haar mooie eigenschappen vererft net als haar karakter. Enkel was Panarea een tikkeltje erger. Iedereen die Conan kende wist dat ze haar moesten vrezen. Ze had zijn vechtskils en beheersing. Maar iedereen die Kharrea kende wist dat ze geen genade toonde en zich zeker nooit zou laten leiden. Ja, kha had misschien in een kudde gezeten maar had zich nooit onderworpen aan cobra. Pan zou zich ook nooit onderwerpen. Ze was een geboren leidster.
Haar lichaam kwam vanuit de struiken. Ze bekeek het dier eens. Haar donkere ogen stonden licht spottend.
"Heeft je moeder je nooit geleerd dat je 's nachts beter niet hier komt?" Sprak ze koeltjes. Haar oren stonden naar achteren. Ze wandelde een rondje. Hield haar ene oor richting het paard, zo kon ze sneller reageren moest het paard bewegen. Ontsnappen was geen optie meer. Panarea kende de bossen zo goed dat ze je zou inhalen. Haar zwarte voorpluk verborg het gigantische litteken aan de rechterkant. Het ging rakelings langs haar oog heen. Ze leek echt teveel op haar moeder. Maar zij zou zegevieren. Ze was benieuwd wat het gaf tegenover Aaliyah. Het was zo dom dat de andere paarden zouden beslissen over het lot van de kudde. Maar ze zou wel zien. Ze verloor niets als ze niet won. Als ze de kudde wel kreeg zou ze zegevieren. De kudde zou eens goed uitgedund worden, elk dier dat niet voldeed aan haar eisen zou eruit vliegen. En niet bepaald vriendelijk zoals andere kuddeleden dat deden. Echter 1 enkeling zou een herkansing krijgen, de sterkste van de zwakken.
-voor iedereen-
Een grote, valse, grijns verscheen op Panarea's lippen. Haar zo goed als zwarte ogen keken toe. Een paardenschim bewoog zich voort in het bos. Haar oren gingen lichtjes naar voren om te luisteren. Het was geen gigantisch paard. Dat hoorde en voelde ze. Haar neus ging naar boven. Ze leek half te flehmen. Ze nam de geur in haar neusgaten op. Een lach verliet haar keelgat. Ze zette haar ranke, gespierde, lichaam in beweging. Met haar meter 71 was ze een enorm uit de kluiten gewassen arabier. Haar bouw was een en al arabisch, enkel ietsje groter en gespierder. Haar moeder had haar mooie eigenschappen vererft net als haar karakter. Enkel was Panarea een tikkeltje erger. Iedereen die Conan kende wist dat ze haar moesten vrezen. Ze had zijn vechtskils en beheersing. Maar iedereen die Kharrea kende wist dat ze geen genade toonde en zich zeker nooit zou laten leiden. Ja, kha had misschien in een kudde gezeten maar had zich nooit onderworpen aan cobra. Pan zou zich ook nooit onderwerpen. Ze was een geboren leidster.
Haar lichaam kwam vanuit de struiken. Ze bekeek het dier eens. Haar donkere ogen stonden licht spottend.
"Heeft je moeder je nooit geleerd dat je 's nachts beter niet hier komt?" Sprak ze koeltjes. Haar oren stonden naar achteren. Ze wandelde een rondje. Hield haar ene oor richting het paard, zo kon ze sneller reageren moest het paard bewegen. Ontsnappen was geen optie meer. Panarea kende de bossen zo goed dat ze je zou inhalen. Haar zwarte voorpluk verborg het gigantische litteken aan de rechterkant. Het ging rakelings langs haar oog heen. Ze leek echt teveel op haar moeder. Maar zij zou zegevieren. Ze was benieuwd wat het gaf tegenover Aaliyah. Het was zo dom dat de andere paarden zouden beslissen over het lot van de kudde. Maar ze zou wel zien. Ze verloor niets als ze niet won. Als ze de kudde wel kreeg zou ze zegevieren. De kudde zou eens goed uitgedund worden, elk dier dat niet voldeed aan haar eisen zou eruit vliegen. En niet bepaald vriendelijk zoals andere kuddeleden dat deden. Echter 1 enkeling zou een herkansing krijgen, de sterkste van de zwakken.
-voor iedereen-