Zijn grote zwarte neusgaten snoven de geuren nog eens op. Niemand bekend te bespeuren in de wijde omgeving. Hij zuchtte, liet zijn neus zakken. Hij moest bekomen van zijn reis. Het leek alsof hij altijd weer naar deze plek werd teruggebracht. Misschien wel omdat dit zijn tweede thuis was geworden. Tuurlijk bleef Brazilië in zijn hoofd zweven als een gek. Zijn geboorteland waar hij amper een half jaar had kunnen leven, had kunnen genieten van de heerlijke hete zon die op je vacht brandde. Hoe de andere campolina's rond je heen liepen. Hier was hij de enige in zijn soort. Geen enkele andere campolina hier in europa. Hoe kon dat toch? Hadden ze nooit de oversteek gemaakt? Het maakte hem gek. Zeker nu hij volledig eenzaam was. Hij had al maanden niet meer met een paard gesproken. Hij was dan ook niemand meer tegen gekomen, op een paar hengsten na. Het had hem wel harder gemaakt, sterker. Zijn spieren stonden zo in zijn vacht. Net als een wonde op zijn buik die best aan het ontsteken was. Navayo was teruggekeerd naar de tijden waarbij hij ronddoolde met de hengsten. Enkel had hij deze keer zijn verstand op nul gezet en de leiding genomen van een groepje. Zijn instincten gevolgd. Geen enkele keer een woord gezegd. Alles opgelost met daden. Ergens herkende hij zichzelf niet meer. Hij liep er nu dan ook niet erg verzorgd bij. Zijn superlange manen hingen half geklit tot aan zijn schouder. Zijn vacht zat onder het stof. Bah, hij was een vies paard.
Luid briesend hief hij zijn hoofd op. Zijn naam werd beantwoord met een luide vrolijke hinnik. Half wild sprong hij wat heen en weer, zijn hoofd vrolijk gehesen. Een glimlach op zijn lippen. De prachtige witte merrie gallopeerde naar hem toe. Voldaan keek hij haar aan. O wat hoopte hij nu zo hard dat kai al die merriegeuren niet zou ruiken. Ze kende hem maar al te goed als de awkward hengst die niet wist hoe hij ooit een relatie zou kunnen hebben. Hij die forever alone zou blijven. Ergens zat het nu wel anders, 2 merries waren drachtig van hem, als de veulens het al zouden overleven. Hij was ze verloren aan het paard die de wonde had veroorzaakt. Het was zwaar voor hem geweest en had moeten opgeven.
Hij gaf Kai een kort neusje en glimlachte naar haar. Hij moest nodig terug gaan spreken. Misschien zou het hem goed doen.
'Nice to see you again. I missed you so much.' Sprak hij. Oeps engels, overschakelen op nederlands navayo. Anders zou het nogal raar worden.
'Ach het gaat zijn gangetje, ik heb betere tijden gekend. En met jou kai?' Vroeg hij aan haar. Ergens voelde hij een schuldgevoel, hij had haar de laatste keer weer in de steek gelaten, misschien wel toen ze hem het meest nodig had gehad. Al zou het deze keer hij zijn die haar nodig zou hebben. Hij had echt nood aan een vriend op dit moment. Hij was zo veranderd op korte tijd dat hij amper zijn eigen nog herkende, het deed hem gewoon niet goed.