Stampende geluiden waren hoorbaar, krachtige passen werden gemaakt door het bespierde lijf van Satan. Zijn galoppassen waren groot, beheersd en zeker ditmaal niet verzameld. Verzamelde passen werden meestal in draf gemaakt door hem, in galop veel het overigs wel mee. Zijn lichaam bewoog zich snel mee met de rivier die naast hem stroomde richting de waterval, of eigelijk watervallen. Door splitsingen waren deze gevormd namelijk, misschien zo ooit al geweest, misschien door enkele natuurrampen of verschuivingen in de wereld. Het maakte Satan geen enkele zak uit, overigs was hij heel tevreden. Zonder enige moeite had Satan Segué uitgedaagd, om haar kudde over te mogen nemen wat hopelijk met succes zou gebeuren. Het lawaai van de waterval werd met de seconde harder, zijn oren drukte zich geirriteerd strakker tegen zijn nek aan. Zijn manen vierde zich naar achtere toe, evenals zijn staart. Zijn passen werden na enkele meters vertraagd, om uiteindelijk over te gaan in een beheersde krachtige maar verzamelde draf. Zijn neus was tegen zijn borst gedrukt, manen dansde voor zijn hals, achter en voorhand werkte in perfectie met elkaar mee waardoor kracht meer zichtbaar werd. Zijn staart sloeg meerdere malen krachtig tegen zijn zwarte belittekende flanken aan terwijl zijn ogen kil en haast dodelijk rond keken. Dodelijk was zijn blik zeker wel, evenals zijn houding. Satan was de laatste tijd veel agressiever geworden, kwa doen en laten maar ook aan andere dingen was het te merken. Satan wist nu waar zijn aandeel in Dream Horses lag, het ging om het doden,vernietigen en het veroorzaken van onraad en angst in Dream Horses. Satan moest zijn naam ter eren doen, zich eraan houden, zich aan zijn geaardheid houden. Na enkele meters stond Sat stil, bekeek de afgrond naar beneden waar het water instroomde. Zich verspreide over de beekjes. De eerst zo blauw/grijze lucht was veranderd in een haast pikzwarte lucht, druppels begonnen te vallen uit de lucht. Van langzaam naar steeds harder, harde geluiden werden hoorbaar. Donder. Goede paarden zouden gaan schuilen, hard gaan rennen en heel die zooi, maar Satan hield ervan. Hield van het geluid van donder, hield van de geur van angst, hield van de smaak van bloed. Zijn zwarte vacht was nog donkerder dan eerst door de regen, zijn middelmatige manen plakte tegen zijn hals, zijn voorpluk was achter zijn oren gaan plakken, zijn staart plakte tegen zijn reet aan. Na enkele minuten zo rustig genietend van het onweer gestaan te hebben kwam zijn lichaam weer in beweging. In een verzamelde draf vertrok Sat naar een vertrouwde plek. Een plek waar vele herinneringen bij omhoog zouden komen. Na enkele paden te hebben betreden, gevolgd te hebben om uiteindelijk daar uit te komen was een luide bries hoorbaar waarna een schrelle hinnik hoorbaar was voor heel Dream Horses waarna een luide donder klap erachter aanvloog vanuit de hemel. Zijn lichaam zette zich stil in de grot, schudde zijn vacht kort uit en keek rond. Dit was de plek, de plek waar Sat destijds met Kharrea was, een merrie die veel voor hem betekend had en het nog steeds deed voor hem. Ookal was er aardig wat 'oorlog' tussen die twee. Zijn zwarte ogen bekeken de donkere ruimte nogmaals, de ruimte waar hij te horen kreeg leider van de Black Rose te worden toen, al die dingen deden hem toch iets, ookal was hij slecht. Kharrea was en bleef speciaal voor hem, ze was zijn eerste echte liefde, een merrie waarvan Sat nooit genoeg zou krijgen, eentje waar Sat op had kunnen rekenen, in goede en slechte tijden. Sukkel dat hij ook geweest was, waarom was hij toen zo dom geweest om zijn plan door te zetten, het had nu wel 'effect' maar toch, hij had haar bedrogen. Niks uitgelegd.. Stomme sukkel ook. Zijn neus streek zacht over de plek waar beide hadden gelegen. "Stomme sukkel dat je er bent Satan.. stomme eikel.." Zacht bijna onhoorbaar mompelde Sat dit, niemand hoorde het gelukkig. Een luide bries was hoorbaar, luid snoof Satan nogmaals.
&& Kharrea
&& Kharrea