Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

And then there came... [Open]

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Vilardain

Vilardain

Stoffig…
Dat was de eerste gedachte die bij hem opkwam terwijl hij langzaam zijn ogen opende en ook gelijk weer sloot om het felle zonlicht buiten te sluiten.
‘Oef.’ Was de reactie die hem verliet op dit brute ontwaken. Door een klein spleetje probeerde de hengst te zien waar hij was beland. De wereld was vannacht te donker geweest om meer te weten te kunnen komen dan dat de grond redelijk zacht was en een boom hem enige bescherming kon bieden tegen de weersomstandigheden. Nu zag hij het de lage bosjes en zanderige grasvlakte die reek zover als het oog zag.
Een diepe geïrriteerde zucht ontsnapte hem, waarom nou weer hier? Had hij niet ergens op een beschut plekje neer kunnen storten, het liefst met een beekje en vers gras binnen hoefbereik, maar nee, Vil moest zo nodig weer de meest verlaten plek die hij ooit had gezien uitkiezen om in slaap te vallen.
Met een kleine krachtinspanning zette de bruine schimmel zich af van de grond en ging gelijk maar verder met het uitschudden van zijn slanke lichaam. Zand stoof in de rondte en daalde langzaam weer neer. Ondanks de al fel schijnende zon was het nog behoorlijk fris op dit barre gebied, een rilling trok over zijn ruggengraat en liet zijn tanden klapperen.
Misschien was het een goed idee om erachter te komen hoe de rest van deze vreemde wereld eruit zag, Vilardain begon met het diep opsnuiven van de lucht, verse en verouderde geuren prikkelden zijn zintuigen. Hij rook de mest van een ander paard en nu hij de zielige stam bekeek die door moest gaan voor de “beschermende boom” waaronder hij had gelegen zag hij plukjes vacht en huidvet dat zich had afgezet op het schors. Nadenkend draaide hij zich om en bekeek de grond, zijn eigen hoefsporen kruisten her en der met oudere sporen, geen ervan was van de afgelopen tijd.
‘Hmmm, leeft hier dan niemand?’ Zijn stem was schor van de dorst en hij klakte met zijn tong, eerst maar eens op zoek naar wat water. Vil kon zich nog vaag herinneren dat hij gister door een stroompje heen was gebaggerd, de opgedroogde modder op zijn benen bewees zijn gelijk. Het leek de hengst het verstandigst als hij zijn stappen terug volgde en keek waar hij uitkwam. Zich uitrekkend sperde zijn neusgaten plotseling wijd open, een zachte bries dreef een nieuw luchtje naar hem toe, die van een paard wel te verstaan. Zou hij hinniken?
Zijn blik dwaalde over de omgeving en hij ving in de verte een beweging. Zo te zien was het onnodig om zichzelf kenbaar te maken, daar het oprijzende stof zijn richting uit leek te komen.
 
Open!

Corazón

Corazón

De chocolade bruine merrie slofte over het ver uitstrekkende gebied, haar oren lagen ver achterin haar nek, niet nieuwsgierig naar het geluid dat van een ander paard af zou kunnen komen.
Ze was weer eens eenzaam, zoals altijd, het was fijn om niemand om je heen te hebben, alleen je gedachten waren genoeg, voor Cora tenminste wel.
Haar leidster Aaliyah had strenge woorden uitgedeeld, ze deden haar niet veel, ze was blij dat ze eindelijk iets uit kon spoken. En dat betekent dus verwonden en het liefst doden, langzaam en pijnlijk.
Cora vond het plan van Kay nou niet echt veel voorstellen, zij zelf had het dan wel gecomplimenteerd maar dat deed ze alleen om te slijmen. Als Cora zelf een kudde zou hebben dan zou dat geen plan zijn, dat zouden voor haar regels zijn.
Je bent in Godsnaam een slechte kudde, ieder die je gebied binnenkomt word verwond, ieder zal moeten weten dat een slechte kudde door en dor slecht is, wonden martelen en doden zit in je bloed.
Je wordt slecht geboren en zal slecht sterven, zo is het altijd geweest, is het nu en zal het altijd zijn.
Cora geloofde dat als je eenmaal lid was geworden van een slechte kudde, dat je niet zo maar terug zou kunnen naar goed, je zou het nooit meer kunnen. Slecht zijn is niet iets eenmaligs.
Maar je hoefde niet perse in een slechte kudde te zitten om slecht te zijn, natuurlijk kan je ook moorden en martelen zonder een leidster, gewoon voor jezelf, wat vele malen beter is dan in een kudde.
Een geur haalde haar uit haar diepe gedachtes en liet haar slome stap overging in een vlotte draf in de richting van het onbekende dier.
Haar diepe, gemene en kille grijns kwam tevoorschijn toen ze rook dat het een hengst was en een bruin grijzige vlek kwam in haar zichtveld.
Ze kwam steeds dichter en dichter bij het dier, het was een bruine schimmel van haar eigen leeftijd- hoogst waarschijnlijk. Het dier bleef stil staan, niet de moeite nemend om zelf te gaan lopen.
Haar vlotte draf ging weer over tot een stap, dit maal haast een sluip stap, bewegend zoals de grote leeuwen in Afrika, of de mooie tijgers in Azië en om dezelfde reden; om bij de prooi te komen.
Alleen Cora wist dat de hengst haar al had gezien, ze hoefde niet zo stil mogelijk te zijn, ze wilde alleen bedreigend over komen.
Dat kon ze zijn, heel goed zelfs, alleen nu was niet haar beste tijd.
Het was droog, de zon brandde en schaduw was nergens te vinden, en een mooie rivier zoals in het westen was er helaas niet, ze moest hier snel weg maar, eerst af rekenen met dit dier hier.
Had het een kudde? Cora nam nog enkele stappen en stond toen op een afstaan van maximaal vijf meter en snoof een keer diep.
Nee, geen enkele kudde geur omringde de hengst, of het had zich heel goed moeten hebben gewassen.
Maar dat geloofde ze niet, paarden hadden immers geen handen, geen vingers om zich mee schoon te schrobben, nee wij moesten het doen met het minste; gigantische nagels waar alleen mee kon rennen.
Handen, die waren pas handig.
Cora grinnikte zachtjes en geniepig, alsof ze een gemeen en wereld- vernietigend plan aan het bedenken was. Maar dat hoefde niet, oh zo geweldige Kay had dat al voor hen gedaan.
Pfft, als zij daar stond had ze lieve Aaltje al lang van haar troon afgestoten, als het aan haar lag dan leefde prinsesje goud glans al niet meer, of lag tenminste in een poel van haar eigen bloed weg te kwijnen in verschrikkelijke pijn met al haar botten gebroken.
Wat het was wist ze niet, maar iets aan Aaliyah stond haar voor een 100% niet aan, ze mocht het niet, en niet alleen omdat zij de leider van een slechte kudde was en Cora niet.
Het was iets anders, en ze zou er achter komen ook. Maar eerst deze hengst.

Naam?’ Snauwde ze geïrriteerd, en de gedachte aan Aaliyah had daarvoor gezorgd.

Vilardain

Vilardain

Dat hij niet hoefde te hinniken was duidelijk, het dier kwam zijn richting uit gedraafd.
‘Hmm?’ Was zijn reactie toen het onbekende paard zich plotseling als een grote kat voortbewoog, waar had die last van? Dacht ze dat hij haar niet kon zien? (hij was er inmiddels achter dat het een merrie was) Hij had dan misschien niet de ogen van het roofdier dat ze probeerde voor te stellen, maar dit leek hem een beetje onnodig. Nog steeds gaf hij geen enkele indicatie om zelf in beweging te komen, hij stond hier prima en het tegemoetkomende paard leek er teveel plezier in te hebben om naar hem te komen.
Ondertussen was de zon ver boven de twee paarden uitgestegen, de bruine tinten in zijn vacht werden in vuur en vlam gezet en het groen van zijn momenteel half dichte ogen kreeg een oranje waas. Onder hen steeg de temperatuur van de aarde alarmerend snel, het zou niet lang meer duren voordat het zo warm was dat hij naar een slok water snakte.
De bruine merrie was hem nu dicht genaderd, ze had haar sluipende gang gestaakt en bekeek hem nu onder het genot van een diepe snuif. De zachte lach die daarop volgde deed zijn oren naar achteren draaien, dit was niet gewoon een paard die voorbij kwam, deze merrie had bloed onder haar hoeven, een lichte ondertoon van waanzin klonk in haar stem. ‘Naam?’
Aha, ze verwachtte natuurlijk dat hij zou gehoorzamen, wegkruipen en bibberend van angst zijn naam zou stotteren om zich daarna volledig over te geven aan de grillen van deze slecht gehumeurde merrie. Dat ging niet gebeuren, hij was dan misschien geen superschurk die uit was op de vernietiging van de wereld of, zoals dit paard, een klein deel daarvan, maar onderdanig was de hengst ook niet. Vanaf het moment dat hij op zijn eigen benen kon staan accepteerde hij geen leiding, zelf niet van zijn eigen moeder. Het had hem vaak genoeg in de problemen gebracht maar hé, hij leefde toch nog?
‘Dusja…’ Was zijn antwoord, alsof hij een lange zin afsloot, en daarmee draaide hij zich om en stapte bedaard van de merrie weg. Hij wist dat hij de verkeerde kant opging. Gras, schaduw en water lagen achter hem, maar daarvoor zou hij langs de merrie moeten, een feit dat hem niet aanstond. Vil had zijn oren opzij gedraaid en luisterde aandachtig naar wat er achter hem gebeurde, hij was niet echt van plan om ver weg te lopen, dit was gewoon om te zien wat ze zou doen. Hij vroeg zich af of hij zo besprongen zou worden, ze leek er gek genoeg voor…

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum