Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Sweet blood, makes a killer go wild.

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Drafnar

Drafnar

Sweet blood, makes a killer go wild. Kader002
Stille schaduwen bewogen langzaam over de vochtige grond. Het water als een spiegel weerkaatste elke zonnestraal die door het bladertak naar binnen sijpelde. De duisternis verstorend. Stilte alleen het geluid van de moordende dieren die hier leefden. Water en groene planten, donker groene planten die ergens anders niet zouden kunnen overleven. Ook al scheen de zon, de stralen die door het bladerdak kwamen waren miniem. Het kon de duisternis niet verjagen en door de stille duisternis sloop hij voort. Als een schaduw in de schaduwen. Zijn hoeven bewogen langzaam voort door de vochtige grond. Hij hield van het gevoel dat het gaf. Het koele water dat over zijn hoeven droop. Hij genoot van de stilte die het moeras met zich mee bracht. Een stilte dat je ergens anders niet zo snel zou vinden. Hij genoot van de schaduwen, schaduwen waarin hij zich makkelijk kon verstoppen. Schaduwen waarin hij thuis hoorde. Hij hield van dit moeras en het leven die het voorbracht. Zachtjes snoof hij de lucht. De vochtige lucht vulde zijn longen. Hij was verslaaft aan deze lucht. Met zijn neus gleed hij over de vochtige grond. Druppels gleden er af wanneer hij zijn hoofd weer omhoog hield. Hij was opzoek naar sappige wortels. Sappige groene wortels. Hij wist heel goed dat ze zich hier ergens in deze grond verstopte. Zijn hoeven groeven door de modder. Opzoek naar de perfect groene wortel waar hij zoveel van hield en hij vond ze. Goed verstopt onder een dun laagje water. Met zijn tanden nam hij ze voorzichtig op. Langzaam begon het te kauwen. Hij kon voelen hoe de wortel kraakte. Hij kon het horen. Hij voelde hoe het vocht uit de wortel droop. Het was een plakkerige substantie. Maar daarom hield hij er zo van. Het voelde aan als het breken van botten. Het doorbijten van botten. Krakend onder zijn tanden. De plakkerige vloeistof was het bloed, dat langzaam maar zeker voort vloeide. Daarom hield hij zo van deze wortel. Het zorgde er voor dat hij even geen honger meer had. Letterlijk en figuurlijk. Het zorgde er voor dat hij voor even geen honger meer had naar bloed. Maar dat betekende niet dat je veilig was. Langzaam stapte hij voort af en toe een wortel plukkend uit de natte ondergrond. Terwijl zijn zwarte vacht een werd met de schaduwen en hij meer leek op een moeras geest dan op een echt paard.
Hij genoot wel van het gevoel een te zijn met de schaduwen. Voor eens een echte geest te worden. Daarom hield hij ook van de woestijn. Omdat hij daar meer een speling van de geest van anderen kon zijn dan een echt levend wezen. Hij hield er van wanneer hij werd aangekeken alsof hij er niet echt was. Hij hield er van de angst in de ogen van de anderen te zien. Maar vooral hield hij er van om met anderen te spelen. Met levens te spelen zoals hij altijd deed. Zoals hij altijd al had gedaan en waarschijnlijk altijd zo doen. Vroeger was hij een lieverdje geweest. Altijd proberen indruk te maken op anderen. Altijd proberen om er bij te horen. Zodat iedereen hem zou zien. Hem niet zo vergeten. Maar als enigste zwart paard in een familie van witte paarden werd hij gezien als een vloek en langzaam maar zeker was hij beginnen te denken een echte vloek te zijn. Was hij gevaarlijk geworden. Tot op het moment dat hij een echte duivel was geworden een echte vloek. Hij was de duistere heer geworden. The dark lord. The black one. Hij was Drafnar. Het zwarte wezen die zijn familie had uitgemoord die zijn wraak had gekregen. Wat was hij blij geweest toen iedereen hem eindelijk had gezien. Toen iedereen zijn ogen op hem gericht waren. Toen het rode bloed over hun witte velletjes was gaan lopen. Hij had nooit meer aandacht gewild. Het was zoete wraak geweest een woede die niet kon gedoofd worden een woede die hij nog steeds bij hem droeg. Een brandde vlam die diep in hem raasde. Klaar om aangewakkerd te worden door het kleinste windstootje. Klaar om vonken over te slaan. Hij was Drafnar, hij was alleen en zou alleen blijven ook. Tenzij hij zich verveelde, dan kon hij misschien wel eens een uitzondering maken. Maar geen paard was veilig bij hem. Goed, verachte hij. Moorden zou hij elk van hen. Neutraal, had hij niets aan. Dat waren doetjes waarop hij zou knabbelen. Niets meer dan een leuke snack. Slecht, lachte hij mee. Slecht zou hij pure duisternis tonen. Zou hij er voor zorgen dat zelf de zwartste ziel angst zou hebben. Hij zou niet onder doen voor niemand. Nooit meer. Nooit meer zou hij gezien worden als een buitenstaander. Hij was trots, trots een duivel te zijn. Trots een vloek te zijn.

(~Paco~)

Paco

Paco

De sompige aarde kleefde vast aan zijn hoeven en liet niet los toen hij zijn benen uit de drab trok. Zo kwam het dus dat zijn onderbenen vol met drab zaten. Het zag er absoluut niet aantrekkelijk uit, maar de geur was nog erger. En dat droeg hij dus nu mee. Fijn. Hij was zeker blij met de ontmoeting met Lloyd, die hem had verteld dat zijn zusje hier was. Dus hij was vanaf de sneeuwvlakte richting het zuiden gelopen. Van dit moeras had hij niets geweten, dus was hij zonder mokken erin gelopen. Grote fout, bleek nu. Paco schudde geërgerd zijn hoofd en probeerde harder te lopen. Hij had er nu weer redelijk haast in. Hij wilde zijn kleine lang verloren zusje zien. WIlde weten hoe het met haar was. Toch bekroop hem het gevoel dat hij dit gebied beter had kunnen omzeilen. Dit gevoel werd groter toen hij de aanwezigheid van een ander paard voelde, maar het dier niet zag. Hij verlaagde zijn tempo tot hij stilstond en keek het donkere gebied door. "Laat jezelf zien!" het klonk niet hard, er klonk geen spanning in zijn stem. Geen angst. Het klonk niet als een bevel. Het klonk gewoon... Gewoon gewoon.

-Bahahahahaahah zoo kort....

Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum