De voskleurige hengst liep tussen de bomen. Hij was enkele dagen in dit gebied blijven hangen. Hij had hier in de buurt water waargenomen, en daar was de Tinker naar op zoek. Cionaodh schudde zijn hoofd door de lucht, waarmee zijn dikke, lange bos manen mee gingen. Zijn vacht was dik, zijn manen, staart en sokken waren vol. Bij elke pas bewogen zijn sokken mee. Als hij aan de bosrand stopt, glijden zijn ogen over het gebied, zodat hij zeker was dat hij niet zomaar beslopen werd. Als hij zijn omgeving veilig verklaart stapt hij tussen de bomen weg. Recht koerst hij af op het water, zijn stap gaat over in een ruime draf. Zodra hij bij het water komt staat hij stil, laat na een snelle blik om zich heen zijn hals zakken. Kleine, vluchtige slokjes nam hij van het water. Het was koud, duidelijk voelde hij het door zijn slokdarm stormen. Maar het verfriste hem. Briesend heft hij zijn hoofd weer en draait zijn lichaam een kwartslag, opnieuw keek hij rond. Vervolgens klinkt er luid een hinnik, een echte hengsten hinnik. Cio had nog niet veel paarden gezien, geroken en gesproken. En daar had hij behoefte aan. Hij was op zoek naar een kudde..
Laatst aangepast door Cionaodh op ma 25 jan - 9:50; in totaal 1 keer bewerkt