Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

A strong Wind will teach Me how to Fly...

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Rocco

Rocco

With the Wind in my Manes
I wil Carry On
I will Never give Up
Not For You..
Only the stongest will Survive
And I will be One of them...


In de Ash Valley was het een prima dag. De tempratuur was niet hoog, maar toch scheen de zon tussen de wolken door. Doch was de lucht vrij grijs. De wind waaide hard, bijna een kleine storm. De laagbegroeide plantjes bogen om op de windvlagen die over het gebied raasden. Zand waaide op van het bijna dode en dorre gebied. Regenen had het al een poos niet meer gedaan. De grootte dode vulkaan was in de verte te zien door een paard, maar vast niet door 1....

Rocco, een bijna valkkleurige hengst, draafde rustig richting de dode vulkaan. Zijn spieren spanden zich bij elke stap flink aan. Hij verzette zijn voeten ritmisch en snel voor elkaar uit. Zijn hoeven dreunden zwaar op de grond, en veroorzaakten een lichte trilling. Hij moest flink moeite doen op tegen de harde wind in te komen. Zijn manen en staart wapperden hard op een neer, door de hevige wind. Hij kneep zijn ogen tot spleetjes en keek naar voren. Zand waaide op, en kwam in zijn ogen terecht, die als reactie flink begonnen te tranen. De tranen liepen over zijn wangen naar benee. Hij briestte om het zand uit zijn neus te verwijderen. Hij verlengde zijn passen, maar met deze wind, kon hij niet galopperen. Hij was blij dat hij eindelijk weer kon galopperen. Nouja rustig galopperen dan. Hij briestte nogmaals. Al snel begon hij een beetje te hijgen, en zijn vacht begon te zweetten. Hij begon aan de klim, de dode vulkaan op. Hij draafde verder, in een rustig regelmatige pas. Hij klauterde wat omhoog, en zijn pas verzwakten een beetje. Al snel kwam de top van de vulkaan in zicht. Rocco verzamelde nog wat kracht en zette een snellere draf in. Hij kwam aan op de top van de vulkaan. Hier stond nog meer wind, en hij waaide bijna weg, zijn gevoel had hij. Hij ging op de rand van de vulkaan staan en keek uit over het gebied. Met de wind in zijn manen en zijn borst ver vooruit, leek hij oppermachtig en een grijns verscheen op zijn lippen. Hij maakte zijn hoofd leeg, hij dacht even nergens meer aan. Hij deed zijn ogen halfdicht en genoot, voor een paar minuten. Daarna draaide hij zich om en deed een flink wat passen. Hij liet zijn hoofd iets zakken en keek recht in de krater van de vulkaan. Hij keek naar het hoogte verschil en kreeg er bijna hoogtevrees van. Tsja, dat was wel heel hoog zeg! Hij draaide zijn hoofd weer om. Hij steigerde hoog en tegelijk hinnikte hij zo hard als hij kon. Hij maaide met zijn voeten door de lucht, en deed kunstig een paar passen op zijn achtervoeten. Daarna landde hij met een dreun op de rotsachtige ondergrond van de vulkaan en bleef staan wachten.

(Only Mýsla en Me..)

Mýsla

Mýsla

In gedachten verzonken liep de goudkleurige merrie door een doods, kaal gebied. Er stond een stevige wind en ze moest veel weerstand bieden, wilde ze niet omvallen. Haar hoeven lieten ondiepe hoefafdrukken achter, want zodra ze haar voet weer had opgetild, was het zand alweer weggewaaid. Omdat haar manen en staart zo lang en vol waren, wapperden die flink in de wind en dat gaf nog extra weerstand. Soepel kon je haar spieren zien bewegen. Een windvlaag zorgde ervoor dat er flink wat zand in het gezicht van Mýsla werd gewaaid en ze brieste om het meeste zand uit haar neus te krijgen. Ze vernauwde haar ogen zodat er zo min mogelijk zand in haar ogen waaide.
Zo bleef ze een flinke tijd doorstappen, terwijl ze terugdacht aan haar verleden. Langzaam begon ze toch te accepteren wat er was gebeurd. Het leek eeuwen geduurd te hebben, maar nu kon ze het toch eindelijk verwerken. Waarschijnlijk zou het niet meer zo lang duren, of ze had haar verleden voor een groot deel toch afgesloten. Ze boog haar hoofd en draaide haar oren naar achteren zodat ook daar geen zand in kon waaien. In de verte was de grote, slapende vulkaan te zien en ze was er nieuwsgierig naar. Ze stapte stevig door en zwaaide een keer met haar staart.
Een luide hinnik verstoorde de stilte. Door de wind werd de hinnik snel naar haar toe gedragen en ze keek op. Ze had hier sowieso nog niet veel paarden ontmoet, en was dus benieuwd welk paard dit zou zijn. De hinnik herkende ze niet. Ze zette een draf in en draafde tegen de wind in richting de vulkaan. Aan de geur rook ze dat het een hengst moest zijn en ze vroeg zich af wie hij was.
Eenmaal bij de voet van de vulkaan aangekomen, hield ze halt en keek ze omhoog. Op de top van de vulkaan zag ze een ander paard en ze snoof een keer. Haar grote intelligente ogen fonkelden zoals altijd en de pijn uit het verleden die er lang in had gestaan, was minder zichtbaar. Ze hinnikte schel en brieste daarna. Het was niet per se een antwoord of een roep. Het klonk meer als een bevestiging dat ze er was.

Rocco

Rocco

Rocco bleef rustig staan. Hij hinnikte nogmaals hard en keek om zich heen. Hij deed nog een paar stappen richting de rand van de vulkaan. En keek weer naar beneden. Hij liet zijn ogen langs de rotsachtige wand naar beneden glijden. Het was een diepe afgrond en als je naar beneden viel, ging het je vast niet goed af. Hij keek even kort naar zijn knie. Daar had hij gelukkig niet zo veel last meer van. Maar toch deed hij nog rustig en voorzichtig ermee. Er was een flink litteken te zien op zijn knie en ook nog een stuk was een wond, met een flinke korst. Hij zwiepte wild met zijn staart heen en weer. Hij keek weer naar beneden en pas nu viel hem een schim op. Helemaal aan de voet van de vulkaan stond een ander paard. Hij bleef er naar staren, en hij keek naar de bewegende schim. Hij snoof luid, maar de wind stond de andere kant op en dus kon hij niet ruiken wie het was. Toen echode een hinnik langs de rotsachtige wand van de vulkaan en drong door in de oren van de bijna vlakkleurige hengst. Hij hinnikte nogmaals hard, deze maal harden dan anders, en nu ook voor de 3de keer. Hij draaide zijn oren naar voren, zodat ze gespitst waren. Zou de merrie zijn kant uit komen, hij bleef naar de schim beneden bij de vulkaan staren. Het was een licht gekleurde merrie. Net als hem, misschien was het wel hetzelfde ras als hij zelf. Tja, nu hij er over nadacht, hij was al heel veel paarden tegen gekomen, en er was niet een zo als hem geweest. Hij zwiepte geïrriteerd met zijn staart tegen zijn witgestippelde flanken. Hij hield zijn hoofd een beetje scheef om de omgeving goed te kunnen bekijken. Hij was tenslotte blind aan 1 oog, maar gelukkig was hij er na verloop van tijd aan gewend. Hij nam de omgeving goed in hem op. Hij keek naar de groene plantjes die eenzaam op de wind deinsden en naar de rotsachtige ondergrond onder zijn voeten, daarna keek hij naar het donkere gat in het midden van de vulkaan. Het leek zo angstaanjagend, nu snapte hij dat hier bijna alleen slechte paarden kwamen. Hij was benieuwd of deze merrie ook slecht was.. Of zou ze goed zijn? Hij kneep zijn ogen tot spleetjes en bleef naar de voet van de vulkaan loeren!

Mýsla

Mýsla

Mýsla hoorde de luide hinnik van de hengst die een heel eind boven haar stond en ze spitste haar oren. Zijn hinnik was haar helemaal niet bekend. Ze zag dat hij haar had opgemerkt en de harde hinnik deed de bodem een beetje dreunen. Aan de ene kant was ze nieuwsgierig, maar aan de andere kant aarzelde ze. De woorden van Falcon klonken in haar hoofd; er waren hier goede en slechte paarden. Het was niet dat ze bang was voor het paard zelf, als ze moest vechten, zou ze dat doen. Maar ze had geen flauw idee wat ze moest verwachten. En omdat het hard waaide en de lucht grijs was, kon ze van een afstand moeilijk zien wat voor een houding de hengst boven haar had. Ze schudde haar hoofd en bleef staan. Eigenlijk was zij hier de nieuweling, dus het zou logisch zijn als een ander haar zou willen aanvallen. Ze was een indringer van het land en moest zichzelf nog bewijzen. Haar staart zwiepte door de lucht en ze brieste toen er een nieuwe lading zand in haar gezicht werd geblazen. Ze haalde diep adem en hinnikte hard terug. Dit keer was nieuwsgierigheid in haar stem te horen. Maar ze bleef wel beneden. Misschien dat ze, wanneer duidelijk was of het paard haar kwaad wou doen of niet, ze naar boven zou komen. Voor die tijd moest hij maar naar beneden komen als hij haar wilde spreken. Haar ogen gleden over de omgeving en ze moest toegeven dat er hier een rare sfeer hing. De omgevng was doods, grauw en leeg. Maar ondanks dat was de temperatuur er best warm. Het leek alsof hier weinig paarden kwamen; misschien alleen de paarden die hier van hielden, en ze kon zich voorstellen dat paarden die hier van hielden, ee nander karakter hadden. Zij zouden van het donker moeten houden en niet kunnen genieten van de vrolijke felle kleuren die schitterden in de zon. Ze schudde haar hoofd en haar blik gleed naar het paard ver boven haar. Haar houding was koel en zoals altijd trots; misschien was het niet zichtbaar van daar boven.

Rocco

Rocco

Rocco keek nog eens naar beneden. Het lichtgekleurde paard bleef staan en kwam niet naar boven. Het paard hinnikte nog eens luid, deze hinnik was enigszins nieuwsgierig. Rocco hinnikte hard terug. “Ik doe je niets” riep hij er achter aan. Maar toch kwam er niet veel beweging in het paard. Hij zwiepte met zijn staart tegen zijn witgestippelde flanken en bleef nog even staan. Na een paar minuten, had hij geen geduld meer. Hij zette aan in draf en draafde in volle snelheid via het weggetje naar beneden. Hij hinnikte nogmaals luid aan het paard beneden. Hij remde iets af en draafde verder. Toen hij eindelijk beneden was remde hij vol voor het andere paard. Hier beneden leken de windvlagen wat mee te vallen. Hij snoof luid en bleef op ong. 4 stappen van het paard vandaan staan. De geur van een merrie drong zijn neus binnen. Een merrie ha? Dacht hij bij zichzelf. “Rocco, en jij bent?” vroeg hij kort maar krachtig. Daarna bleef hij rustig staan en schudde zijn manen nog eens uit. Hij brieste luid en snoof de geuren in zijn omgeving nog eens op. Hij was niet de aardigste, maar slecht, nee dat zou hij nooit worden! Hij had zich bij Claire aangesloten, slecht zijn… Was niet voor hem weggelegd! Hij zuchtte en wachtte een beetje ongeduldig af op het antwoord van de merrie.

Mýsla

Mýsla

Zwijgend bleef Mýsla staan, ook toen de hengst zei dat hij haar niets zou doen. Die zin had ze vaak genoeg gehoord en het was niet altijd zo gebleken. Ze brieste en hield haar hoofd een beetje schuin toen ze zag dat de hengst de vulkaan snel afdaalde. TOen hij dichterbij kwam, kon ze hem beter zien en ze bestudeerde hem even voordat hij werkelijk beneden was. Zijn kleur was apart, het was niet echt een kleur die je vaak tegenkwam. De meeste paarden waren toch bruin,zwart,wit of grijs. Haar ogen gleden over de hengst een en ze zwiepte een keer met haar staart. Ze zag de lichte verbazing in zijn ogen toen hij zag dat ze een merrie was, waarschijnlijk had hij dat niet verwacht. Ze boog haar hoofd een beetje toen hij sprak en een kleine glimlach speelde rond haar lippen. 'Bij mijn geboorte ben ik Mýsla genoemd..' zei ze op een rustige, maar bevestigende toon. Er was geen angst bij haar te bekennen, maar ze wist nog niet of ze het kon vertrouwen. Ze liet haar blik nog een keer over de hengst glijden en vernauwde haar ogen even. Zo op het eerste gezicht leek hij niet slecht, maar ook niet allervriendelijkst. Ze stampte zacht met een hoef op de grond en brieste terwijl ze de hengst aankeek. 'Wat grappig eigenlijk dat ik hier een ander paard tegenkom.. Dit lijkt me niet echt een plek waar veel gezellige gebeurtenissen plaatsvinden..' zei ze koel, maar niet onvriendelijk en ze glimlachte licht. Het was nog steeds erg grijs overal en de grond was dor en doods. Er stonden weinig planten. Eigenlijk wist ze ook niet precies waarom ze hier was gekomen. Was het misschien zodat ze zichzelf even kon terugvinden? Ze wist het niet en schudde met haar hoofd terwijl ze haar blik weer even door de omgeving liet glijden voordat ze de hengst weer aankeek.

Rocco

Rocco

Hij hijgde lichtjes en grijnsde. Zijn neusgaten waren wijd opengesperd net als zijn ogen. Hij keek naar de lichtgekleurde merrie en wachtte rustig. Hij liet zijn ogen over de merrie glijden, als lampjes die hun gebied scanden. "Mýsla.." herhaalde hij langzaam. "Mooie naam." zei hij daarna rustig. De merrie vormde geen gedreiging had hij het idee. Ze leek eerder goed of neutraal. Hij wist het niet precies... Maar toch.. ze was niet slecht. En dat scheelde hem weer. Hij boog zijn hoofd lichtjes en duwde hem 1 kant op. Met zijn goede oog keek hij naar de merrie. Veel paarden schrokken als ze zijn blinde oog zagen. En dat vond hij heel vervelend. Hij wou niet dat paarden daar op zouden letten. De wind speelde met zijn manen en hij zwiepte met zijn staart. Af en toe stampte hij met zijn hoef in de grond om de vliegen en dazen van zijn benen te verjagen. Zijn blik gleed kort over het gebied en hij zuchtte luid. "Ja hé?" antwoordde hij met een grijns op zijn zwarte smoel. "Ik weet eigenlijk niet meer wat ik hier doe... en wat doe jij hier?" vroeg hij rustig. Zijn zwarte voorlok gleed voor zijn ogen langs en belandde daarna dubbelgevoud tussen zijn oren. Zijn oren stonden lichtjes naar achteren gericht. Hij deed ze bijna nooit naar voren. Alleen als hij het erg naar zijn zin had. En dat gebeurde niet vaak. Rustig liet hij zijn oog halfdicht zakken en ontspande terwijl hij op antwoord wachtte.

Mýsla

Mýsla

Een kleine glimlach speelde rond haar lippen toen hij zijn mening gaf over haar naam. Zelf vond ze het ook een erg bijzondere naam; ze had horen zeggen dat het ijslands was. Daarna bestudeerde ze de hengst wat beter. Hij had een aparte kleur en ze zag dat hij een ander oog had. Maar ze vond het een beetje brutaal en onbeschoft om te gaan vragen wat hij aan zijn oog had. Ze liet haar hoofd een beetje zakken en ontspande zich een beetje. Het leek erop dat de hengst aan de 'goede' kant stond en dat vond ze wel prettig. Bij het horen van zijn vraag schoten haar gedachten even terug naar haar verleden en naar de oorzaak van de pjin die ze diep in zich had. Maar ze negeerde het en dwong zichzelf om in het heden te blijven; om zich niet weer te laten meeslepen. Ze overdacht haar woorden goed voordat ze sprak en wendde haar blik af. 'Een rustige, lege plek is voor mij altijd goed om tot mezelf te komen en om dingen te.. overdenken.' zei ze, maar ze kon haar stem niet helemaal vast laten klinken. Ze ademde een keer diep in en uit en sloeg met haar staart. Ze mocht zichzelf nu niet verliezen; dat was nergens voor nodig. Zacht brieste ze en ze keek de hengst weer aan, haar houding was nog steeds hetzelfde als eerst, koel en rustig, maar haar blik was iets veranderd. Iemand die er niet op zou letten, zou het niet zien. Desondanks probeerde ze toch redelijk opgewekt te blijven en hoopte ze dat de hengst het niet zou merken.

Rocco

Rocco

Rocco keek naar de glimlach die met de lippen van de merrie speelde.. Rocco kreeg ook in de gaten dat ze naar hem keek. Ze keek vast naar, zijn wond op zijn knie, zijn blinde oog, en zijn aparte kleur. "Tja, ik ben een apart geval, ofniet?" en hij keek haar met een vragende blik aan. Bijna iedereen keek zo naar hem. Sommige pesten hem daarmee.. Ja, het was ook geen wonder. Hij wachtte antwoord af, en zag dat de merrie het er een beetje moeilijk mee had. Hij keek haar aan met een lichtelijk bezorgde blik, maar zodra ze begon te praten, verdween die onmiddelijk. "Inderdaad." zei hij rustig. De merrie was erg aardig vond hij, en zeker de moeite waard, om te ontmoeten. Zijn donkere oog, keek diep in de hare. Haar houding was rustig, alsof er niets aan de hand was. Ook Rocco's ogen straalden rust uit, maar aan zijn houding was niet te zien hoe hij zich voelde. Of wat hij wou overbrengen, het was bijna emotieloos. Hij zuchtte diep en zwiepte met zijn staart heen en weer. Zijn ogen lichterlijk naar achter gebogen, tegen het suizen van de wind. En zijn linkerachtervoet op rust. Hij bleef naar de merrie kijken, en luisterde naar de ruizende wind. Was een heerlijk briesje mee bracht, het was een fijne dag, met een nieuwe, fijne ontmoeting. Hij hoopte dat hij er een nieuwe vriendin bij had!

Mýsla

Mýsla

Haar glimlach werd breder en ging over in een lichte grijns. Haar ogen gleden nog een keer over de hengst heen en ze hield haar hoofd een beetje schuin voordat ze antwoord gaf. "Hmm, misschien een beetje." gaf ze toe, maar ze bedoelde het niet beledigend of gemeen. Ze was eerder nieuwsgierig. "Mag ik zo brutaal zijn om te vragen waarom je ene oog verschilt van het andere?" vroeg ze half aarzelend half nieuwsgierig. Het was eigenlijk een zeer brutale vraag, vooral als je iemand nog maar net 'kende'. Ze keek de hengst vragend aan terwijl ze op een antwoord wachtte, als dat antwoord er zou komen. Misschien was het te persoonlijk. "Maar als het me niets aan gaat, gaat het me niets aan en hoef je het niet te vertellen." voegde ze er daarna vriendelijk aan toe. Zijzelf liet ook niet zomaar iets los over haar verleden. Alleen iemand die echt dicht bij haar stond en had bewezen dat ze hem kon vertrouwen zou het dan verdienen om haar verleden te mogen weten. Ze wendde haar blik af van de hengst en wreef met haar neus langs haar voorbeen. Het was fijn dat ze de pijn uit het verleden voor een deel van zich af had gezet. Het voelde alsof ze een hele last minder had en weer opnieuw kon ademen. Bovendien leek het makkelijker om contacten te leggen. Zo had ze nu het idee dat ze zich kon ontspannen, ookal kende ze het paard dat tegenover haar stond nog helemaal niet zo goed. Hij was.. goed en het deed haar een plezier dat ze in dit land niet zo op haar hoede hoefde te zijn als waar ze vandaan kwam. Ze glimlachte en keek de hengst weer aan. Misschien kon hij zich later een vriend van haar noemen, of zij van hem.

Rocco

Rocco

Rocco keek haar aan. Dat had hij verwacht. Ja, hij had het ook zelf gevraagd. Toen hij de vraag over zijn oog hoorde kon hij wel uitbarsten. Alweer een paard wat daarna vroeg. Nu was hij er klaar mee. Hij zuchtte luid en keek naar de lichte merrie voor hem. "Goed, die vraag had ik verwacht." zei hij eentonig. Hij zuchtte en keek naar de grond voor zijn hoeven. "Gevallen in een ravijn. Nu ben ik blind aan 1 oog. Eerst had ik ook geheugen verlies, maar nu weet ik alles weer." hij staakte kort. "niet dat ik daar zo blij mee ben." voegde hij er zacht aantoe. Hij keek naar de merrie. Een traan rolde over zijn wang en hij wendde zijn blik af. Het was nogaltijd moeilijk. Vooral nu hij door had gekregen dat hij niet slecht kon zijn. En hij zijn gevoelens echt kon afgeven. Hij keek naar de merrie. Hij had zijn ogen half dicht, maar de vochtigheid was nog steeds te zien. Hij zuchte. "En jij?" vroeg hij nu nieuwsgierig, met een kleine triling in zijn stem. Hij had tenslotte wat over hem verteld. Nu wat het tijd voor deze merrie! Hij zuchtte en keek haar aan. Hij hoopte dat ook zij wat wou vertellen over haarzelf!

Mýsla

Mýsla

Ze glimlachte meelevend toen de hengst haar vraag uiteindelijk beantwoordde. Het had van haar niet per se gehoeven, het zou zijn eigen keus zjin geweest om te antwoorden. Desondanks waardeerde ze het dat hij toch antwoordde. Ze knikte en wendde haar blik af, het moest niet leuk zijn om te worden bekeken als een dierentuin dier. Zacht zwiepte ze met haar staart en ze schudde met haar hoofd zodat haar maanpluk niet meer voor haar ogen hing. Bij het horen van zijn vraag schoot een pijnscheut door haar lichaam, maar ze gaf geen krimp. Wat zou ze hem moeten vertellen? Ze wist waar hij op doelde, naar haar verleden, maar wilde ze het wel vertellen? Principieel gezien zou dat het eerlijkst zijn, maar kon ze het wel aan? Ze zweeg terwijl ze nadacht. Het was minder pijnlijk om eraan terug te denken, maar was het ook minder pijnlijk om erover te praten? Ze liet haar hoofd een beetje zakken en ze zorgde ervoor dat hij haar blik niet kon opvangen. Een schaduw van de pijn die ze in zich had was in haar ogen verschenen en ze wilde niet dat hij dat zag. Ze ademde diep in en woog haar woorden goed af. "Ik ben ongeveer anderhalve maand geleden op DH terecht gekomen.." begon ze en ze aarzelde even voordat ze verder ging. "Ik hoorde niet langer.. thuis in het land waar ik vandaan kom." Een groot, pasgeheeld litteken op haar borst begon weer te prikken en ze keek weg; haar blik op oneindig. "Ik heb voor mijn leven moeten vechten en zal de wonden, zowel psychisch als lichamelijk, altijd mee dragen.." Haar stemgeluid stierf weg en ze zoog haar longen vol lucht om bij zichzelf te blijven. Daarna draaide ze haar hoofd langzaam naar de hengst toe en keek hem aan. Op de een of andere manier luchtte het ook wel een beetje op en ze had het gevoel dat deze hengst, die zelf ook flink wat had meegemaakt, haar met respect zou behandelen.

Rocco

Rocco

Rocco keek naar de merrie, die duidelijk begreep wat hij bedoelde. Zijn nog vochtige ogen droogden alweer wat op. Hij wendde zijn blik af en keek naar de zon die nog net tussen de wolken door te zien was. De wind werd harder en zand waaide af en toe op door een windvlaag. Hij wachtte even of ze zijn vraag wou beantwoorden. Het was tenslotte een brutale vraag geweest, maar hij was benieuwd wat de merrie te verbergen had. Tenslotte was ieder paard anders, ze hadden allemaal een ander verleden. Maar 1 ding hadden ze gemeen, het heden. Het heden, wat nu in Dreamhorses verder ging. Hij zuchtte en hief zijn hoofd toen de merrie begon te praten. Hij luisterde aandachtig. Ook zij leek het moeilijk te hebben bij het vertellen van haar verleden, en ze vertelde het nogal vaag. Maar dat was haar keuze. Hij beschouwde het als een soort van opluchting waarna je het verteld had. Dus ze was hier nog niet lang, dacht hij toen ze aarzelend was begonnen met vertellen. Ineens viel het litteken op haar borst op. Zonder dat hij er erg in had bleef hij er naar staren, dat was niet netjes van hem. Hij schudde snel zijn hoofd en richtte zijn blik op de merrie, toen hij door kreeg dat hij zat te staren. Hij draaide zijn hoofd kort weg en dacht even na. De merrie had het bepaald niet makkelijk gehad, en hij kon haar wel begrijpen. Hij draaide zijn hoofd terug en keek haar aan. Hij knikte met zijn hoofd naar haar en deed een stap naar voren. "Het komt allemaal weer goed. Op een dag kom je de ware tegen en zal je je verleden los kunnen laten. Het kost tijd, en vergeten is het nooit. Maar het verbeterd op den duur." hij keek haar aan en glimlachte. Ze kon hem vertrouwen.. En hij kon haar vetrouwen. Zijn rustige blik, zoals normaal, deed de meeste paarden kalmeren. Het maakte niet uit onder welke toestand ze zaten, in de meeste gevallen bleef hij heel rustig. Gelukkig had hij nog een goede eigenschap... Hij glimlachte nog eens terwijl hij wachtte op reactie van de merrie.

"THE TIME WILL HEAL ALL YOUR WOUNDS.." verluisterde hij zachtjes...

Mýsla

Mýsla

Haar gedachten gingen automatisch toch terug naar het verleden en ze sloot haar ogen. Er kwamen beelden voorbij, maar de pijn bleef voor een groot deel weg. Haar manen werden omhoog getild door de wind en hierdoor kwam ze weer terug in het heden. Ze knipperde een paar keer met haar ogen en ving de blik van de hengst. Haar oren draaiden van opzij weer naar voren en ze schudde met haar hoofd. Haar blik gleed over de Ash Valley en ze zag hoe het zand werd opgetild door de wind om een aantal meters verderop weer te worden neergelegd. Een paar vogels probeerden met moeite tegen de wind in te vliegen en ze zag hoe de wolken het gingen winnen van de zonnestralen van de zon. Langzaam gleed haar blik weer terug naar de hengst en ze zuchtte een keertje. Het was fijn om met hem te praten. Zijn kalme blik hield haar rustig. Haar neusgaten trilden terwijl er een zachte bries uit ontsnapte. Bij het horen van zijn woorden glimlachte ze, maar de glimlach bereikte haar ogen niet. ”Ik heb de verkeerde vertrouwd. Het is voor mij een raadsel of de ‘ware’ nog bestaat..” zei ze zacht en ze keek hem even aan. Haar ogen stonden een beetje verdrietig, want ze wist dat het moeilijk zou zijn om zich weer open te stellen voor iemand anders. Het voelen van liefde was iets dat ze een tijd niet meer had gevoeld. De warmte die iemand je kon geven, het gevoel van geluk dat door je lichaam stroomde; het leek alsof het weggenomen was en niet meer terug kon komen. Een leegte die gevuld zou kunnen worden door iemand die zichzelf echt had bewezen tegenover haar. Iemand voor wie ze respect kon hebben omdat ze wist dat die iemand er voor haar zou zijn. Die veel voor haar zou over hebben en die haar liefhad. Ze schudde haar hoofd en keek de hengst aan met een bittere glimlach toen hij opnieuw sprak. ”Ik weet niet of de tijd mijn wonden zal helen. Daarvoor is het verdriet en de vernedering te groot.” Haar stem klonk niet meer zacht en zwak, eerder koel en emotieloos.

Rocco

Rocco

Hij keek naar de merrie voor hem. Hij kon haar begrijpen. "Ik heb er ervaring mee." zei hij zachtjes. Hij wist hoe ze zich moest voelen. "Toch moet je het proberen! Je mag nooit opgeven. En als je hulp nodig hebt, kun je me altijd roepen. Ook als je gewoon wilt praten kom ik altijd!" zei hij rustig. Hij wou het beste doen wat hij kon doen. Hij wist niet wat hij nog meer kon doen voor deze merrie. "Je moet vertrouwen in jezelf." zei hij zachtjes. Hij wist dat iedereen er over heen kon komen! Hij mocht deze merrie wel. "Kan ik je m'n vriendin noemen?" vroeg hij opeens. Het leek uit het niets te komen. Hij had zelf ook hulp nodig. Hij had tenslotte laatst geprobeerd van een waterval af te springen. Gelukkig had Claire hem gestopt, want ze was drachtig van hun veulen! Nu had hij er spijt van, spijt van dat hij geprobeerd had om van een waterval af te springen! Hij zuchtte en keek naar de mooie merrie. Ze verdiende gewoon een leuke hengst. "Geloof me, het werkt wel!" zei hij zachtjes als antwoord. Hij keek een laatste maal naar de merrie. Meer kon hij niet doen.. Zuchtend wachte hij op antwoord.

Mýsla

Mýsla

Een zachte bries zorgde ervoor dat haar neusgaten trilden en haar oren waren naar opzij gedraaid. Haar ogen fonkelden nog, maar zwak. Praten over haar verleden vond ze erg moeilijk en het was al heel wat dat ze dit al verteld had. Haar blik gleed naar de hengst en ze liet haar hoofd een beetje zakken. Bij het horen van zijn woorden glimlachte ze dankbaar en knikte ze. Het was fijn om vrienden te hebben, dat wist ze zelf heel goed. Maar ze wist ook hoe snel vrienden zich tegen je konden keren. En ze wist dat het een tijd zou duren voordat ze echt weer iemand zo dichtbij kon laten komen dat hij of zij zich een vriend kon noemen. Een echte vriend die alles van haar wist. De vraag die de hengst daarna stelde overviel haar een beetje, maar ze liet niets merken. Ze was vastbesloten om hier op DH een nieuw leven te beginnen, en dat had ze eigenlijk ook gedaan. Tot nu toe kon ze met zekerheid zeggen dat Falcon een vriend van haar was; hij was de eerste die ze hier ontmoet had. Zwijgend keek ze de hengst recht aan en ze koos haar woorden zorgvuldig uit. ”Ja, in zekere zin wel.” Hij zou wel begrijpen waarom haar antwoord een beetje vaag was. Het was moeilijk voor haar om paarden toe te laten binnen de muur die ze om zichzelf had heen gebouwd, maar langzaam zouden ze dichterbij kunnen komen. ”Ik zal jou als een vriend beschouwen.” sprak ze daarna zacht, maar vastberaden. Ze wist dat hij ook een moeilijk verleden had en wilde er voor hem zijn. Dat was iets wat iemand die zich een vriend van haar kon noemen altijd van haar kant kon verwachten. Wat dat betreft was ze heel trouw; ze zou anderen nooit verraden of minderwaardig behandelen. Ze wist hoe het was om onrechtvaardig behandeld te worden en ze wilde anderen die pijn en vernedering niet aandoen. Langzaam kwam ze weer tot zichzelf en ze schudde haar hoofd terwijl ze een keer diep in en uitademde. Haar oren draaiden weer naar voren en haar ogen leken weer terug te zijn in het heden. ”De tijd zal ervoor moeten zorgen dat ik paarden dichtbij me zal laten kunnen komen, maar ik zal jou als een vriend beschouwen.” Ze sprak nu duidelijk en glimlachte vriendelijk; de glimlach was gemeend. Hoewel haar woorden misschien zakelijk en afstandelijk klonken, bedoelde ze het niet zo. En ze wist wel dat de hengst haar zou begrijpen.

Rocco

Rocco

A Strong Wind Will Teach Me How To Fly
Rocco keek nog eens aandachtig naar Mýsla. Hij snapte haar compleet. Haar problemen en moeilijkheden.. Hij zuchtte, het was tijd voor hem om te gaan. Op zoek naar Claire, die drachtig was van zijn veulen. Hij zou bij haar komen en wachten tot hun veulen zou komen. Hij luisterde nogmaals naar de stem van de merrie voor hem en knikte kort. Ook al was haar antwoord ietsje vaag, dat begreep hij volledig. “Ik jouw als vriendin.” Zei hij met een stem die respect uitsprak. Hij knikte nogmaals met zijn hoofd en bleef geduldig zwiepen met zijn staart. ‘Time Can Heal all wounds.’ Dacht hij kort en hij grijnsde. “Ooit komt alles weer goed.” Sprak bij met zijn lage rustgevende bromstem in de richting van de merrie. Rocco knikte nog eens begrijpend in haar richting en wendde zijn blik naar het noorden, het koude noorden. Dat was waar hij nu eerst heenging. Hij had gehoord over het gebied met geisers. Dat was iets nieuws om te verkennen! Hij slaakte een diepe zucht en begon een nieuwe zin. “Het is tijd voor mij om te gaan..” kwam er langzaam uit. “Weet dat als er iets is, je altijd kan roepen.” Zei hij daarna rustig. Hij liet zich door zijn knieen zakken, strekte het ene voorbeen en het andere boog hij keurig. Zo knielde hij voor de merrie op de grond. “Het was en eervolle ontmoeting, Mýsla.” Rustig kwma hij omhoog en grijnsde naar de merrie. Hij wachtte nog even op een reactie, voor hij ging.
(Een na laatste post?)

Mýsla

Mýsla

Rustig wachtte de goudkleurige merrie de reactie van de hengst af. Ze had hem eigenlijk niets meer te zeggen; het gesprek liep ten einde. Een glimlach gleed over haar gezicht toen de hengst haar vertelde dat hij haar als een vriendin zou beschouwen. Het gaf een goed gevoel; er was iemand die haar respecteerde. Ze knikte bij het horen van zijn woorden en brieste een keer. Ze zou op zoek gaan naar iets nieuws, een nieuwe uitdaging. ’Ik kan op je rekenen.’ het was geen vraag, maar een bevestiging. ’En weet dat je ook op mij kunt rekenen.’ Ze wist dat het vreselijk was als iemand zei dat je hem kon vertrouwen, maar het uiteindelijk niet zo was. Daarom wilde ze dat hij wist dat ze er echt voor hem zou zijn als hij iemand nodig had. Want dat zou ze ook zijn. Ze grijnsde toen hij voor haar boog en porde plagend met haar neus tegen zijn hals. ’Grapjas.. Maar bedankt.. Het was leuk om je te ontmoeten..’ Het klonk een beetje kortaf, maar ze waardeerde het wel. Ze glimlachte en schudde haar manen even. Daarna liep ze aan; ze vervolgde haar reis naar het zuiden.

Rocco

Rocco

De valkleurige hengst keek naar de mooie merrie Mysla. Hij stond al klaar in de startblokken om verder te gaan toen de merrie toch nog besloot te antwoorden. Rocco glimlachte vriendelijk naar haar en keek met een rustige blik in haar ogen. “Ja, dat kan je zeker!” zei hij als extra bevestiging. “Dat is fijn Mýsla. Ik heb nog nooit iemand zoals jij ontmoet. Je bent geweldig.” Zei hij met een glimlach. Hij moest hard lachen toen haar neus hard tegen zijn hals porde en zei: “Daar sta ik om bekend. Het was ook fijn om jouw te ontmoeten.” Hij glimlachte en begreep haar helemaal. Het was ook moeilijk om te zeggen dat je iemand mocht, en wardeerde. “Roep me als het nodig is, hé?” zei hij maar niet als vraag bedoelt, hij wist dat ze dat zou doen! Rustig drukte hij zijn neus in haar manen en draaide zich om en galoppeerde weg. Zoekend naar een nieuw avontuur en nieuwe toekomst!

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum