Een nieuwe start en een nieuw begin. Een nieuwe dag en een nieuwe plek.
Veel te lang was het geleden. Dat verleden. Al was het nog erg makkelijk om te bedenken. Om er nog aan te denken. De beelden terug zien. Alles ging nog perfect. Want het begon op een normale dag. Een gezin bestond er maar er kwam een grote oorlog. De goede paarden wilden weer lastig doen en daar kwamen vele gezinnen mee in de problemen. Vreselijk kon je het noemen. Ouders werden vermoord of zagen hun kleine veulen dood liggen. Helemaal verwon en overal lag bloed. Een vreselijke oorlog was het. Slechte paarden moesten nooit denken dat ze sterker en beter waren. Want ook met hun gebeurden er slechte dingen. Gezinnen werden vermoord maar er werden er ook gered. Rami, het zwarte veulen werd gered door een gezin. Ze waren gevlucht van die vreselijke oorlog, bang hun gezin kwijt te raken. Of hun prachtige dochter die ze gebaren hadden. Ze waren gevlucht naar een mooi gebied. Ze waren misschien wel een slecht gezin maar ze hielden soms wel eens van prachtige gebieden. Ze bleven er erg lang wonen, tot beide ouders stierven. De twee veulens bleven alleen achter. Maar ze hadden geluk dat Rami de oudste was. Het dochtertje was nog maar een week oud toen ze de jonge zwarte hengst gered hadden. Nu bleven beide veulens over, alleen. Rami zorgde erg lang voor zijn pleegzus en samen groeiden ze op. Ze zijn nu prachtige paarden geworden. Rami begon een kudde met wat vrienden. Ook zijn pleegzus kwam erbij. Maar de regels luidt: Alle merrie's van de kudde worden gedekt door de leider. Ze wilden niet dat iemand wist dat ze broer en zus waren. Het enige geluk dat ze nu hadden is dat ze nooit dezelfde ouders of familie gehad hebben.
Het was een mooie zonnige dag in Dream Horses. De zon scheen en was best warm voor de lente. Deze dag was er geen wolkje aan de lucht te vinden. Lente. De zon kwam weer terug en liet eindelijk die koude sneeuw verdwijnen. De bomen en planten stonden weer in bloei. Ook de Wilgenbomen in het wilgenwoud. Een mooie merrie liep door het wilgenwoud die dag. Af en toe scheen de zon op haar donkere vacht en liet deze glanzen. Het was heerlijk warm. Ze briesde even en keek om haar heen. Ze was nieuw hier in het gebied. Ze was alleen vertrokken van het oude gebied. Ze had met haar broer veel besproken en had gezegd dat ze af en toe eens alleen wilde zijn. Ze kon niet zo goed tegen de kudde. De hengsten mochten nooit in haar buurt komen. Ze haatte hengsten. Buiten haar broer natuurlijk want die had voor haar gezorgd. Ze snoof even bij de gedachte en drukte haar oren in haar nek. Ze had slanke benen en best wel een aantal spieren. Ze sloeg met haar dunne staart heen en weer tegen haar flanken. Ze zette rustig en sierlijk stappen verder en zette haar onder een boom. Ze schudde de lange takken en bladeren van haar zwarte lichaam af. Ze ging eronder staan en keek omhoog. Ze vond deze bomen wel mooi. Verder had ze er niets mee. Ze sloot haar ogen even en zette haar op rust. Ze was moe van de lange reis. Maar dat wilde niet zeggen dat ze echt sliep. Nee, ze hield alles goed in de gaten. Als er iets zou gebeuren zou ze meteen aanvallen. Ze snoof even en bleef rustig staan.
[Iedereen is welkom]