Met haar kleine staartje hoog in de lucht dartelde het jonge merrieveulen tussen de koren. Ze kwam maar een paar centimeter boven de meeste planten uit, maar dat maakte haar niks uit. Haar moeder zei altijd dat ze over een paar jaar boven iedereen uit zal komen en er nog maar even van moest genieten dat ze klein was. Dat laatste kon ze niet begrijpen, hoe kon je nou genieten van klein zijn? Het enige wat ze er leuk aan vond was dat ze onder iedereen door kon lopen, verder kon ze geen voordelen bedenken.. Het kleine mormeltje snoof de frisse natuurgeur die hier hing op en galoppeerde en rondje door de platgewalsde koren. Ze was hier nu alleen, maar ze wist dat haar moeder niet ver bij haar vandaan was.. Ze moest natuurlijk wel in de buurt van de borrelfles blijven..
Na een paar rondjes gegaloppeerd te hebben, was ze even buiten adem. Moe was ze niet, nee, Raquell was eigenlijk nooit moe.. Er was altijd wel een beetje energie over. Ondanks ze het wel leuk vond om een beetje rond te rennen, verveelde ze zich stierlijk veel. Ze had zin om te spelen, maar echt vriendjes en vriendinnetjes had ze ook niet. Een halfbroer had ze wel, maar die kende ze niet echt. Hij scheen Django te heten. Raquell had ook een echte, volle broer, maar die was dood. Ze wist niet van zijn bestaan af, daar werd ze nog voor beschermd. Ze was te jong om te weten van hem, ze wist niet eens goed wat 'dood' inhield. Ze had dan ook geen behoefte om van hem te weten, ze was daar nog niet oud genoeg voor, ze zal het niet serieus nemen.. Waar ze nog wel mee had kunnen spelen, was haar vader. Ze kreeg dan ook opeens sterk de behoefte om haar vader te roepen en hem een beetje voor de hek te houden. Hij had haar ooit gezegd dat ze als ze in de problemen was gewoon mocht hinniken, dan zal hij meteen naar haar toe komen. Ze had dan wel geen problemen, maar ze was slim genoeg dat als ze hem riep hij alsnog zal komen. Ze grinnikte een beetje om haar plannetje en hinnikte daarna een keer luid naar haar vader. Ongeduldig trappelde ze met haar lange beentjes. Inmiddels was ze vrij handig geworden met haar benen, ze kon normaal stappen en draven. Tijdens de galop ging ze nog wel eens op haar snoet, maar ja, dat hoorde er nou eenmaal bij. Erg hard was ze nog niet gevallen, meestal was het een kleine koprol en dan stond ze weer gewoon op, om vervolgens vrolijk door te rennen. Ze voelde er toch niks van, pijn kende ze nog niet, daar werd ze goed tegen beschermd. Eigenlijk was ze nog gewoon een kleine smurf van zo'n 3 maanden oud die nog nergens ervaring in had, maar wel al een onwijs grote mond had. Ze vond vooral zelf dat ze overal verstand van had.. Ze schraapte met haar rechterhoef ongeduldig over de grond, waar bleef haar vader nou? Ze besloot nog een keer luid te hinniken en keek daarna zoekend om zich heen.
Na een paar rondjes gegaloppeerd te hebben, was ze even buiten adem. Moe was ze niet, nee, Raquell was eigenlijk nooit moe.. Er was altijd wel een beetje energie over. Ondanks ze het wel leuk vond om een beetje rond te rennen, verveelde ze zich stierlijk veel. Ze had zin om te spelen, maar echt vriendjes en vriendinnetjes had ze ook niet. Een halfbroer had ze wel, maar die kende ze niet echt. Hij scheen Django te heten. Raquell had ook een echte, volle broer, maar die was dood. Ze wist niet van zijn bestaan af, daar werd ze nog voor beschermd. Ze was te jong om te weten van hem, ze wist niet eens goed wat 'dood' inhield. Ze had dan ook geen behoefte om van hem te weten, ze was daar nog niet oud genoeg voor, ze zal het niet serieus nemen.. Waar ze nog wel mee had kunnen spelen, was haar vader. Ze kreeg dan ook opeens sterk de behoefte om haar vader te roepen en hem een beetje voor de hek te houden. Hij had haar ooit gezegd dat ze als ze in de problemen was gewoon mocht hinniken, dan zal hij meteen naar haar toe komen. Ze had dan wel geen problemen, maar ze was slim genoeg dat als ze hem riep hij alsnog zal komen. Ze grinnikte een beetje om haar plannetje en hinnikte daarna een keer luid naar haar vader. Ongeduldig trappelde ze met haar lange beentjes. Inmiddels was ze vrij handig geworden met haar benen, ze kon normaal stappen en draven. Tijdens de galop ging ze nog wel eens op haar snoet, maar ja, dat hoorde er nou eenmaal bij. Erg hard was ze nog niet gevallen, meestal was het een kleine koprol en dan stond ze weer gewoon op, om vervolgens vrolijk door te rennen. Ze voelde er toch niks van, pijn kende ze nog niet, daar werd ze goed tegen beschermd. Eigenlijk was ze nog gewoon een kleine smurf van zo'n 3 maanden oud die nog nergens ervaring in had, maar wel al een onwijs grote mond had. Ze vond vooral zelf dat ze overal verstand van had.. Ze schraapte met haar rechterhoef ongeduldig over de grond, waar bleef haar vader nou? Ze besloot nog een keer luid te hinniken en keek daarna zoekend om zich heen.