In een rustige draf stak hij het normaal zo droge gebied de ashvalley over. De gebruikelijke stofwolk die hem achtervolgde bleef achter omdat het nu al dagen aaneen had geregend. Nu waren er zelfs op sommige plaatsen plassen gevormd. En ook nu storte het met bakken uit de hemel en kletterde neer op de rug van de gitzwarte hengst. Zijn vacht was helemaal doordrenkt en koud. Maar hij leek er niet naar te kijken. Zoals altijd wanneer hij een doel voor ogen had richtte hij zich alleen daar op en op niets anders. Net zoals nu. Nu hij tijd had vrijgemaakt om zijn dochter bij zich te roepen. Want er was nog veel wat niet uitgesproken was maar wat wel uitgesproken moest worden. Een grom verliet zijn keel terwijl hij nog altijd doordraafde zonder acht te geven op de regen. Want eigenlijk was het best lekker na al die zon die ze gehad hadden. Verfrissend. Dat was het juiste woord. Het deed hem in iedergeval meer goed dan kwaad. Genietend sloot hij zijn ogen terwijl hij voort draafde. Want ja, waar zou hij hier nou tegenaan kunnen knallen? De vlakte was helemaal kaal en het eerstvolgende struikgewas was nog mijlen ver weg. Dus sloot hij zijn ogen terwijl hij naar de kletternde regen luisterde. De regen die neerkletterde op de eens zo droge grond, de neerkletterende regen op zijn rug. Het ontspande hem. En dat was wel eens goed voor. Met zijn kudde had hij zoveel stress gehad maar nu liep alles goed. De rangen waren verdeeld en de enige die hij nog moest spreken was zijn bloedeigen dochter. Toen hij door had dat hij een ander gebied naderde opende hij zijn ogen. Verrast dat het ineens niet meer koud was besefte hij dat hij bij de geisers terecht was gekomen. Plots spoot vlak langs hem het hete water omhoog. Onverschrokken keek hij naar het opspuitende water en stapte toen verder. Hij was even zo ver weg geweest met zijn gedachten dat hij niet eens in de gaten had gehad dat hij dit gebied had betreden. Voor de eerste keer. Geboeid keek hij om zich heen. Hoewel ook dat niet lang duurde. Tot hij bij zaken kwam en plots halt hield om zijn voorhand omhoog te gooien en een rauwe, ijskoude hinnik uit te stoten die over het gehele gebied weergalmde. Namelijk gericht aan zijn dochter Deina wat hij had het één en ander te bespreken met de witte merrie.
[&Deina!]
[&Deina!]