Djuna was ondertussen 10 maanden oud. Gespeend, en in staat om haar eigen te verdedigen tegen roofdieren. Toch moest ze nog veel leren. Djuna had geen contact meer met Anaïs, beiden leefde appart. De laatste keer dat ze Anaïs nog gezien had was 1- 2 maand geleden. Anaïs was Groter dan Djuna, maar Djuna was breder dan Anaïs. Djuna zou nooit een heel groot paard worden, maar ze zou mooi fors worden, en zeer stevig gebouwt worden.De kans zat erop dat ze steviger dan Anaïs ging worden. Ook boeide het Djuna weinig dat ze kleiner was als haar zusje, ondanks ze wel ouder was. Het maakte haar ook niet uit dat Anaïs haar beter voelde dan Djuna. Djuna trok zich van heel weinig aan. Ook was ze zelfs niet jaloers om het feit dat Anaïs leidster word waneer deina dood ging. Haar manen waren ondertussen gegroeit en ze werden bruin-Blond. Het was wel mooi als je zag dat Djuna een zwarte vacht had. Ook had ze een bliksem schicht op der hoofd, dat mooie lijnen vormde. Het was niet natuurlijk, maar toch was de tekening op haar hoofd echt. Haar staart was ook langer geworden. En het beste was, haar veulen stem viel weg. Nu had ze een best mooie stem, het leek hard op de stem van Trust. Alsof Trust in haar leefde. Djuna was dingen te weten gekomen van andere paarden die nog met Trust hadden gevochten. Ze hadden gezegt dat Trust een zeer sterke merrie was, dat ze loyaal was en dat ze Cobra en Deina altijd had bijgestaan. Dat ze een verrader had gedood, die een machtige hengst, Cobrazarao, had beledigt voor een merrie. De kudde had het 1 of het ander aan haar te danken. Toch hielt ze haar altijd afzijdig. Of tenminste vaak. Djuna voelde haar schuldig over het feit dat ze zo slecht over haar moeder had gedacht. Haar moeder was een ware krijgster, en Djuna, Djuna had aan haar getwijfelt. Haar beledigt. Maar dan nog, waarom was ze gestorven? Ze was oud genoeg om de waarheid onder ogen te komen. En die waarheid wou ze dan wel nu te weten komen. Haar lichaam die al eventjes stil stond, werd de lucht ingesmeten. Zo elegant als ze was, maaide haar hoeven in de lucht. Een hinnik was te horen. En met een plof kwam ze op de grond terecht, waarna ze weer lichtjes en speels steigerde. Zo wachte ze rustig tot Deina eraan kwam.
& Deina
& Deina