De mist zwoof over de wilde rivier. Twijfelend tussen hemel en aarde. Maar die keuze zou nooit gemaakt worden. Het zou altijd in een eeuwige cyclus blijven rond zweven. Totdat het vervaagd, maar snel wordt het dan weer zichtbaar. Het is raar: De mist die zijn weg wilt kiezen maar het lukt hem niet. Ongetwijfeld ook niet wetende dat het nooit een keuze zou maken. Dat het gewoon onmogelijk zou zijn om die keuze te maken.
Een schim daar in de verte. Met zijn borst tegen de wind in gekeerd. Zijn manen dreigend wapperend, en dansend op het ritme van de sterke wind. Gemaakt door de wilde ongetemde rivier. Als een gek dat de weg kwijt was geraakt, en wist dat het nooit meer de weg zou kunnen terug vinden. Verschijdende paarden hebben en zullen proberen het water, de rivier te temmen. Ze willen er de baas over zijn, maar nooit zal ze dat lukken. Nooit zullen ze nog levend terug komen. Nooit zal de rivier, of het water geleid worden. Plots trekken de mondhoeken van de schim omhoog. Zijn lippen bewogen langzaam en er kwam geluid uit: ’’Nooit. Nooit zal iemand de baas zijn over dit hier.’’ De stem weergalmde terug door het bos. Zijn bebloede lippen, stonden weer op elkaar. En de woorden die hij uit spuwde, warden meegevoerd met bloed dat hij evengoed uitspuwde. Night Dancer was de naam van de hengst. Zijn manen wapperde dreigend mee met de wind. En zijn fier en trots de lucht in geheven staart sloeg tegen zijn flanken aan. Langzaam hief de hengst zijn hoofd, met de oren plat tegen het schedel aan gedrukt omhoog. Hij bekeek het amarantrode bloed dat door de rivier stroomde. Het lijk van een vis, het slachttoffer van een moordlustig wezen, waarvan de soort onbekend was. Het lijk zou nu vergaan, de diepte in van de zee. Voor altijd verloren. Veel verdriet en vreugde achterlatend. Verdween het langzaam.
Night Dancer bleef stok stijf staan. Zijn neusgaten vingen een geur op. Hij greens eenmaal. Niet meer, niks voor nodig. Zijn staart was fier en trots de lucht in geheven. Zijn oren plat tegen zijn schedel, en zijn ogen kil en emotieloos rondzoekend op zoek naar het paard dat hij rook. Zijn tong gleed eenmaal langs zijn mond, het heerlijke bloed op likkend.
Ividanara alleen dank u!
Een schim daar in de verte. Met zijn borst tegen de wind in gekeerd. Zijn manen dreigend wapperend, en dansend op het ritme van de sterke wind. Gemaakt door de wilde ongetemde rivier. Als een gek dat de weg kwijt was geraakt, en wist dat het nooit meer de weg zou kunnen terug vinden. Verschijdende paarden hebben en zullen proberen het water, de rivier te temmen. Ze willen er de baas over zijn, maar nooit zal ze dat lukken. Nooit zullen ze nog levend terug komen. Nooit zal de rivier, of het water geleid worden. Plots trekken de mondhoeken van de schim omhoog. Zijn lippen bewogen langzaam en er kwam geluid uit: ’’Nooit. Nooit zal iemand de baas zijn over dit hier.’’ De stem weergalmde terug door het bos. Zijn bebloede lippen, stonden weer op elkaar. En de woorden die hij uit spuwde, warden meegevoerd met bloed dat hij evengoed uitspuwde. Night Dancer was de naam van de hengst. Zijn manen wapperde dreigend mee met de wind. En zijn fier en trots de lucht in geheven staart sloeg tegen zijn flanken aan. Langzaam hief de hengst zijn hoofd, met de oren plat tegen het schedel aan gedrukt omhoog. Hij bekeek het amarantrode bloed dat door de rivier stroomde. Het lijk van een vis, het slachttoffer van een moordlustig wezen, waarvan de soort onbekend was. Het lijk zou nu vergaan, de diepte in van de zee. Voor altijd verloren. Veel verdriet en vreugde achterlatend. Verdween het langzaam.
Night Dancer bleef stok stijf staan. Zijn neusgaten vingen een geur op. Hij greens eenmaal. Niet meer, niks voor nodig. Zijn staart was fier en trots de lucht in geheven. Zijn oren plat tegen zijn schedel, en zijn ogen kil en emotieloos rondzoekend op zoek naar het paard dat hij rook. Zijn tong gleed eenmaal langs zijn mond, het heerlijke bloed op likkend.
Ividanara alleen dank u!