Het regende onderaan in het dal; dikke druppels vonden hun plaats naar beneden en bedekten de grond in de vorm van plasjes. Bovenop de berg, waar bijna geen leven wezen kwam en al hélemaal geen paard, waar rotsen met ijsmutsen 's morgens blinkten in de zon, waar eeuwige sneeuw lag. Boven sneeuwde het. Het was grijs, donker. In de verte was een zwarte schim te zien. Zijn hoofd hing laag, zijn lippen krulden om tot een pijnlijke grimas. Zijn ogen waren gesloten en hij sjokte voort. Elke keer als hij zijn benen een millimeter van de grond optilde schoof er een beetje sneeuw uit. Tegen zijn voorhoofd en voorbenen zat een plakkaat sneeuw geplakt. Hij voelde alleen die vreselijke pijn. Zijn brein was één groot gapend zwart gat, langzaam bijkomend van de heftige dagen die de hengst achter de rug had. De realiteit begon tergend langzaam tot hem door te dringen. en die was gewelidg maar aan de andere kant vrselijk. Hoe erg verlangde hij wel niet naar zijn moeder, Kharrea? Hij wilde smachtte naar de trotsheid in haar stem waarneer hij vertelde over de veldslag die hij had gewonnen De sneeuwvlokjes prikten als naaldjes tegen zijn lichaam aan. Hij slofte in de automatische stand verder. Maar waar in vredesnaam moest hij nu zoeken? Hij kende DH alleen uit verhalen, en hij wist zich geen raad met deze toestand. Het was hier verschrikkelijk koud en de sneeuw prikte in zijn wonden waardoor die niet wilden helen. Waar, oh waar was Kharrea?
[Sorry voor het enorm korte post maar heb het nogal druk met alles,, & Kharrea]
[Sorry voor het enorm korte post maar heb het nogal druk met alles,, & Kharrea]