Gevaar.. Dat was het gevoel dat door haar lichaam gierde. Ren... ren nu het nog kan Ondanks dat ze wist dat het niet echt was, slechts haar onderbewuste die bezig was met het verleden, joeg de adrenaline door haar aderen. Het benevelde al haar zintuigen en paniekerig draaide Saistra zich om, waar was ze? Hoe was ze hier terecht gekomen, en belangrijker, hoe kwam ze hier weer weg. Nee! Haar innerlijke stem klonk zwak maar vastberaden. Trillerig haalde Saistra diep adem, ze sloot haar ogen en wachtte even tot haar hartslag een normaler tempo had gekregen. De adrenaline zwakte al af en weldra zou het helemaal verdwenen zijn. Weer tot rust gekomen brieste de merrie, het geluid echoend tussen de bergen. Ze draaide haar oren naar achteren bij het kabaal. Tot zover het onopvallend doen, dacht ze droog. Haar donkere bruine ogen gleden over de bergtoppen. Eerste prioriteit; uitzoeken waar ze was en ten tweede iets te eten vinden. Misschien liep hier iemand rond die haar wat meer informatie kon geven, of in ieder geval de richting aan kon wijzen naar iets met gras. Want dit, Sai schraapte met een hoef over de grond, was absoluut oneetbaar.
Langzaam blies ze haar adem uit, witte wolkjes van stoom ontstonden voor haar neus, ze keek hoe de warme lucht afkoelde en weer helder werd. Last van de kou had ze niet, ze was een Mustang, gewend om in extreme omstandigheden te leven, op de steppen was het zomers dikwijls bijna 40 graden en 's winters koelde het af tot ver onder de nul. Zelfverzekerd zette ze zich in beweging, haar hoeven vonden een breed pad dat gestaag naar beneden liep, onwennig keek ze om zich heen. Waar ze vandaan kwam waren de paden smal, dikwijls net breed genoeg voor één paard. Hier konden makkelijk drie paarden naast elkaar lopen, als het moest zelfs wel vier.
Ze schudde haar hoofd en richtte haar blik weer vooruit, iedere plaats was anders. Ze kon niet verwachten dat de paden er hetzelfde uitzagen dan bij de Alcara... Na een tijdje het pad te hebben gevolgd bleef ze met een ruk stilstaan. Ergens vrij dichtbij bevond zich een ander paard. Ze snoof de lucht diep op en wachtte met haar blik gericht op de bocht in het pad die de vreemdeling verhulde.
[Open, niet vechten]
Langzaam blies ze haar adem uit, witte wolkjes van stoom ontstonden voor haar neus, ze keek hoe de warme lucht afkoelde en weer helder werd. Last van de kou had ze niet, ze was een Mustang, gewend om in extreme omstandigheden te leven, op de steppen was het zomers dikwijls bijna 40 graden en 's winters koelde het af tot ver onder de nul. Zelfverzekerd zette ze zich in beweging, haar hoeven vonden een breed pad dat gestaag naar beneden liep, onwennig keek ze om zich heen. Waar ze vandaan kwam waren de paden smal, dikwijls net breed genoeg voor één paard. Hier konden makkelijk drie paarden naast elkaar lopen, als het moest zelfs wel vier.
Ze schudde haar hoofd en richtte haar blik weer vooruit, iedere plaats was anders. Ze kon niet verwachten dat de paden er hetzelfde uitzagen dan bij de Alcara... Na een tijdje het pad te hebben gevolgd bleef ze met een ruk stilstaan. Ergens vrij dichtbij bevond zich een ander paard. Ze snoof de lucht diep op en wachtte met haar blik gericht op de bocht in het pad die de vreemdeling verhulde.
[Open, niet vechten]