sob sob sob dat geluid maakte haar hoeven iedere keer dat ze zich in de drassige ondergrond plantte. Ze draaide zichzelf om –verrassend lenig voor iemand van haar formaat – en vervolgde haar weg weer terug. Eigenlijk was ze in het begin nieuwsgierig geweest over het nieuwtje dat de Horcrux toch eindelijk bezig was met gebieden claimen. Aangezien ze benieuwd was hoe ze dit aanpakte had ze een bezoekje gebracht aan het moeras. Maar ze was hier nu al twee uur aan het rondstruinen en had nog geen enkele zogenoemde ‘Dementer’ gezien, of Aaliyah zelf, de leidster van de Horcrux. Aaliyah had ze al eens eerder gezien, toen ze een jong veulen was, ze was de dochter van Azacar, een grote leider in Dream Horses. Aaliyah had in ieder geval wel wat van der leven gemaakt. Ze had wel eens paarden tegengekomen die zo nutteloos waren als een kip zonder kop. Ergens was ze teleurgesteld in de bewaking van de Horcrux tegenover het moeras. Sowieso zag ze het nut niet in om het moeras te pakken, welke stomme oet kwam nou weer in het moeras voor de lol? Hoewel Streya hier ook was, ze was hier niet voor haar lolletje. Ze was geïnteresseerd geweest in de aanpak van Aaliyah en hoe snel ze uit het moeras gestuurd zou worden. Nu ze na twee uur nog steeds geen kip tegen gekomen was had ze het maar opgegeven en was ze weer terug gelopen. Wat ze nu aan het doen was. `Als ik dan ook de terugweg weet komt dat al helemaal makkelijk uit,’ bromde ze tegen zichzelf toen ze erachter kwam dat ze hopeloos verdwaald was. Ze zuchtte geërgerd en bleef, na weer een tijdje gelopen te hebben maar stil staan. Dus wat moest ze nu? Doodleuk wachten tot een van de Horcrux leden uit de bosjes kwam springen om haar met woorden weg te jagen of om haar onverwachts aan te vallen en haar zo te doden of weg te jagen. Ze mocht dan wel geduld hebben, wachten op zoiets was gewoon dom en stom. Dus begon ze zo stil mogelijk te lopen en concentreerde zich op alle geluiden rond haar heen. Ze nam de geluiden in zich op en prentte deze in haar geheugen, bij het eerste het beste geluid dat niet in de omgeving thuis hoorde zou ze gewaarschuwd zijn voor een mogelijk paard dat haar naderde. Streya was acuut chagrijnig geworden van de vreselijke geur die in het gebied woonde. Misschien dat het daarom een slim gebied was om over te nemen. Als je dit gebied als je broekzak kende was het makkelijk om je erin te verschuilen. Het zou een goede uitvalbasis zijn voor de Horcrux, een ieder die hier niet vaak kwam zou direct de weg kwijt zijn, zoals Streya. Toch liep Streya volkomen ontspannen door het Moeras. Er was geen reden om te stressen, de weg vond ze echt wel ooit een keertje terug.
Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je
I sure ain't lost my way in Hell
3 plaatsers
2 Re: I sure ain't lost my way in Hell di 15 jan - 4:10
Kay
In een vlotte draf kwam de hengst het moeras opnieuw in draven. Hij was even bij de vallei geweest om daar te gaan grazen en te drinken. De vallei was een van de weinige gebieden waar het gras ook nog echt groen was, en het water glashelder. Daarom was het een trekpleister voor paarden die wilden eten. En dan vooral nu het herfst werd, als het eten schaarser werd en de grond modderiger. Of een modderige grond gesproken: Het moeras.
Na alle regen was het moeras bijna nog ondoordringbaarder dan normaal. Het was bijna standaard dat hij overal ver in wegzakte met zijn korte benen die zijn lichaam ondersteunden. De hengst schudde geërgerd zijn hoofd en snoof eens luid. Hij vond het steeds vervelender om in het moeras rond te hangen, en daar dachten de andere Dementors ook over. De kudde moest groter worden, ze moesten kunnen afwisselen. Want hij spendeerde echt bijna alle tijd in het moeras. Op zijn kroonranden waren allemaal donkerbruine korstjes ontstaan, wat enorm prikte bij elke stap in het troebele water. Mok was ook wel die benaming, en het enige wat het kon genezen was droog staan. En dat kon simpelweg niet, er was een kuddegebied om voor te zorgen.
Vele paarden die ze weg joegen hadden allemaal dezelfde opmerking: Ik zou niet weten waarom jullie dit gebied willen innemen! En hij wist het zelf ook niet meer. Enkel omdat het moeras altijd de titel "slecht" had gehad, en die titel was vervaagd, moesten ze dat rechtzetten. Maar hij zag er ook niet aan uit of ze bijvoorbeeld in de woestijn moesten rond gaan slenteren, dat was nog erger dan dit. Nee, liever een paar korstjes op zijn poten dan uitdrogen en hallucinaties krijgen.
Vrijwel meteen rook hij een onbekende paardengeur. Zijn oren draaiden naar achteren, en hij volgde die geur. Hij kon niet draven omdat hij door verschillende plekken met allemaal zachte en zware modder moest ploeteren. Veel paden die stevig waren geweest, waren nu ook zacht en modderig. Je hoeven zakten er nu ook diep in weg als je te lang bleef staan. Dat maakte het moeras nog gevaarlijker dan het al was.
Een roetzwarte merrie kwam in zicht. Er waren geen Dementors. Waar waren die knollen als je ze nodig had? Hij snoof eens geërgerd. Hij was bijna altijd als eerst. Altijd! Hij zette knorrig een aantal stappen naar de zwarte merrie.
Toen hij binnen gehoorafstand van de merrie was, zei hij: ‘Je bent op onbevoegd terrein. Ik bedoel, dat weet je toch wel. Ik dacht dat de roddels van de Horcrux al genoeg verspreid waren!’ zei hij spottend. Hij rolde met zijn ogen en keek de merrie toen kwaadaardig aan. Hij bleef op slechts een meter afstand van de zwarte merrie staan.
‘Dus. Oprotten!’ riep hij toen bars. Zijn lippen trokken zich van elkaar af en zijn gele tanden werden bloot. Snel probeerde hij uit te halen door slinks van zijn lage hoogte gebruik te maken en zijn tanden onder haar neus door te laten gaan en op haar voorbeen te mikken, waarna hij snel weer zijn hoofd bij zich trok om te voorkomen dat de merrie zijn tanden in zijn hals te zetten. Normaal haalde hij nooit zo snel uit, maar de merrie was blijkbaar iets te lang in hun gebied, dus ze moest zich maar snel uit de voeten maken.
Na alle regen was het moeras bijna nog ondoordringbaarder dan normaal. Het was bijna standaard dat hij overal ver in wegzakte met zijn korte benen die zijn lichaam ondersteunden. De hengst schudde geërgerd zijn hoofd en snoof eens luid. Hij vond het steeds vervelender om in het moeras rond te hangen, en daar dachten de andere Dementors ook over. De kudde moest groter worden, ze moesten kunnen afwisselen. Want hij spendeerde echt bijna alle tijd in het moeras. Op zijn kroonranden waren allemaal donkerbruine korstjes ontstaan, wat enorm prikte bij elke stap in het troebele water. Mok was ook wel die benaming, en het enige wat het kon genezen was droog staan. En dat kon simpelweg niet, er was een kuddegebied om voor te zorgen.
Vele paarden die ze weg joegen hadden allemaal dezelfde opmerking: Ik zou niet weten waarom jullie dit gebied willen innemen! En hij wist het zelf ook niet meer. Enkel omdat het moeras altijd de titel "slecht" had gehad, en die titel was vervaagd, moesten ze dat rechtzetten. Maar hij zag er ook niet aan uit of ze bijvoorbeeld in de woestijn moesten rond gaan slenteren, dat was nog erger dan dit. Nee, liever een paar korstjes op zijn poten dan uitdrogen en hallucinaties krijgen.
Vrijwel meteen rook hij een onbekende paardengeur. Zijn oren draaiden naar achteren, en hij volgde die geur. Hij kon niet draven omdat hij door verschillende plekken met allemaal zachte en zware modder moest ploeteren. Veel paden die stevig waren geweest, waren nu ook zacht en modderig. Je hoeven zakten er nu ook diep in weg als je te lang bleef staan. Dat maakte het moeras nog gevaarlijker dan het al was.
Een roetzwarte merrie kwam in zicht. Er waren geen Dementors. Waar waren die knollen als je ze nodig had? Hij snoof eens geërgerd. Hij was bijna altijd als eerst. Altijd! Hij zette knorrig een aantal stappen naar de zwarte merrie.
Toen hij binnen gehoorafstand van de merrie was, zei hij: ‘Je bent op onbevoegd terrein. Ik bedoel, dat weet je toch wel. Ik dacht dat de roddels van de Horcrux al genoeg verspreid waren!’ zei hij spottend. Hij rolde met zijn ogen en keek de merrie toen kwaadaardig aan. Hij bleef op slechts een meter afstand van de zwarte merrie staan.
‘Dus. Oprotten!’ riep hij toen bars. Zijn lippen trokken zich van elkaar af en zijn gele tanden werden bloot. Snel probeerde hij uit te halen door slinks van zijn lage hoogte gebruik te maken en zijn tanden onder haar neus door te laten gaan en op haar voorbeen te mikken, waarna hij snel weer zijn hoofd bij zich trok om te voorkomen dat de merrie zijn tanden in zijn hals te zetten. Normaal haalde hij nooit zo snel uit, maar de merrie was blijkbaar iets te lang in hun gebied, dus ze moest zich maar snel uit de voeten maken.
3 Re: I sure ain't lost my way in Hell di 15 jan - 5:31
Pablo
Vol walging snoof ze. Het Moeras was alles behalve haar favoriete gebied, maar aangezien de de opdracht had gekregen de paarden hier weg te jagen, deed ze braaf wat haar opgegeven was. Overigens was dit een van de eerste keren dat ze het gebied had betreden sinds ze in de kudde zat.
Haar ogen waren vernauwd tot spleetjes, ál haar zintuigen stonden op scherp en elk geurtje analyseerde ze. Het was ook haar taak dit gebied opnieuw "slecht" te maken, net als alle andere Dementors waar zij ook bij hoorde. Pablo verruimde haar passen, belandde uiteindelijk in een draf waarbij ze haar hoofd hooghartig in de lucht hees. Time to scare some goodies. Met een sadistische grijns op haar gelaat zigzagde ze rondom de bomen, haalde haar neus even goed op om zeker te weten dat er nu nog geen andere paarden in de buurt waren. Geen enkel spoor van een andere knol, wat moest betekenen dat de andere Dementors hun werk goed hadden gedaan. Zo kreeg ze toch ook niet de káns een knol weg te jagen? De andere waren haar telkens nog voor geweest.
Niet voor lang, want dit keer zou het haar beurt zijn om een paard weg te krijgen. Pablo moest duidelijk maken dat ze niet voor niets deze rang had gekregen en hoe beter ze haar best deed, hoe eerder ze misschien een hogere rang zou krijgen. Want uiteindelijk was dat waar het allemaal om ging voor haar; een hogere positie dan de andere paarden krijgen. Hoe meer paarden er onder haar zouden staan, hoe meer onderdanen ze uiteindelijk zou hebben die állemaal naar haar luisterde. Een amuserende glimlach krulde haar mondhoeken omhoog.
De geur van een paard uit kudde en een onbekend paard prikkelde haar reukzintuig. Goddamn, was ze weer te laat. Wat deed ze toch fout? Opgefokt draaide ze haar lichaam om, volgde de geuren en kwam uiteindelijk uit bij Kay en een andere knol. Pablo kwam vanuit een andere richting aan, waardoor ze schuin achter het paard terecht kwam. "Psst~" Fluisterde ze. "Is het niet duidelijk? Op-rot-ten." Siste ze tussen haar tanden door, waarna ze haar oren even strak in haar nek duwde. Haar ogen gleden kort naar Kay, waarna ze eventjes naar hem knikte om vervolgens haar aandacht weer op de zwarte merrie voor haar te richtten. Ook nog eens een merrie, dat maakte het voor haar alleen maar amuserender.
Pablo deed één enkele stap dichterbij. De geur van de merrie vulde haar neusgaten en vol walging waren haar ijsblauwe ogen op de merrie gericht. Pablo kantelde haar robuuste hoofd een beetje. "Liefje, als je heel uit het Moeras wilt komen zou ik nu maar vertrekken. Mijn geduld begint op te raken." Ondertussen likte ze haar lippen een keer af, waarna haar tanden kort werden ontbloot. Waren die paarden nou zo achterlijk? Telkens kwamen ze terug naar het moeras, ongelooflijk.
OOC: Hope you don't mind. En sorry, slechte post. Moet nog een beetje in haar karakter komen. :3
Haar ogen waren vernauwd tot spleetjes, ál haar zintuigen stonden op scherp en elk geurtje analyseerde ze. Het was ook haar taak dit gebied opnieuw "slecht" te maken, net als alle andere Dementors waar zij ook bij hoorde. Pablo verruimde haar passen, belandde uiteindelijk in een draf waarbij ze haar hoofd hooghartig in de lucht hees. Time to scare some goodies. Met een sadistische grijns op haar gelaat zigzagde ze rondom de bomen, haalde haar neus even goed op om zeker te weten dat er nu nog geen andere paarden in de buurt waren. Geen enkel spoor van een andere knol, wat moest betekenen dat de andere Dementors hun werk goed hadden gedaan. Zo kreeg ze toch ook niet de káns een knol weg te jagen? De andere waren haar telkens nog voor geweest.
Niet voor lang, want dit keer zou het haar beurt zijn om een paard weg te krijgen. Pablo moest duidelijk maken dat ze niet voor niets deze rang had gekregen en hoe beter ze haar best deed, hoe eerder ze misschien een hogere rang zou krijgen. Want uiteindelijk was dat waar het allemaal om ging voor haar; een hogere positie dan de andere paarden krijgen. Hoe meer paarden er onder haar zouden staan, hoe meer onderdanen ze uiteindelijk zou hebben die állemaal naar haar luisterde. Een amuserende glimlach krulde haar mondhoeken omhoog.
De geur van een paard uit kudde en een onbekend paard prikkelde haar reukzintuig. Goddamn, was ze weer te laat. Wat deed ze toch fout? Opgefokt draaide ze haar lichaam om, volgde de geuren en kwam uiteindelijk uit bij Kay en een andere knol. Pablo kwam vanuit een andere richting aan, waardoor ze schuin achter het paard terecht kwam. "Psst~" Fluisterde ze. "Is het niet duidelijk? Op-rot-ten." Siste ze tussen haar tanden door, waarna ze haar oren even strak in haar nek duwde. Haar ogen gleden kort naar Kay, waarna ze eventjes naar hem knikte om vervolgens haar aandacht weer op de zwarte merrie voor haar te richtten. Ook nog eens een merrie, dat maakte het voor haar alleen maar amuserender.
Pablo deed één enkele stap dichterbij. De geur van de merrie vulde haar neusgaten en vol walging waren haar ijsblauwe ogen op de merrie gericht. Pablo kantelde haar robuuste hoofd een beetje. "Liefje, als je heel uit het Moeras wilt komen zou ik nu maar vertrekken. Mijn geduld begint op te raken." Ondertussen likte ze haar lippen een keer af, waarna haar tanden kort werden ontbloot. Waren die paarden nou zo achterlijk? Telkens kwamen ze terug naar het moeras, ongelooflijk.
OOC: Hope you don't mind. En sorry, slechte post. Moet nog een beetje in haar karakter komen. :3
4 Re: I sure ain't lost my way in Hell di 15 jan - 5:58
Streya
Héhé, het werd verdomme tijd ook. Eindelijk rook ze dan toch een geur in de verte, ze stond doodstil en draaide zich richting de geur. Je zou je erom kunnen verbazen hoe lenig ze was. Een kleine bonte hengst kwam in de verte aanlopen. Duidelijk een van de Dementors. Streya wist dat het niet slim was om met deze beesten te spotten in je eentje, ze was groter dan de hengst en als het op een op een gevecht aan zou komen dan zou ze waarschijnlijk sterker zijn, dat verwachtte ze tenminste, gezien de kleinte van de hengst. Hij kon lang niet op tegen haar imposante Friese lijf, qua lengte. Hij had echter zijn kleinte en dus zijn lenigheid mee. Daarbij had hij zijn ‘status’ mee. Waarschijnlijk liepen hier overal andere Dementors rond die op het moment dat ze hem aanviel hem bij zouden staan. Met zijn tweeën zouden ze haar sowieso al overlopen, ze moest realistisch blijven. In haar eentje tegen twee ongetrainde goede paarden ging misschien nog wel, dan was er geen zekerheid van haar dood. Maar in haar eentje tegen twee krachtspatsers, dat ging niet. Ze was geen domme wolf. ‘Je bent op onbevoegd terrein. Ik bedoel, dat weet je toch wel. Ik dacht dat de roddels van de Horcrux al genoeg verspreid waren!’ ze trok haar wenkbrauw op bij de spottende toon van de hengst. `Ja natuurlijk, de roddels verspreiden zich als een lopend vuurtje. Het is jammer dat de meeste vertellen dat jullie het niet zo goed doen,’ ze tuitte haar lippen toen ze deze woorden uitsprak, gebruik makend van een perfecte imitatie van de hengst zijn spottende toon. `Maar gelukkig kom ik niet die psychopaat tegen waarover ik ze heb horen praten,’ waarschijnlijk wist de hengst wel op wie ze doelde. Een of andere merrie die niet helemaal goed bij der hoofd was ofzoiets. Ze sloeg haar oren naar achteren toen de hengst op één meter afstand bleef staan. Een diepe grom kwam uit haar borstkas en ze sloeg haar hoef eventjes naar voren zodat deze daarna weer in de modder belande. Het was geen aanvalspoging tot de hengst, alleen om hem te melden dat hij beter wat afstand kon bewaren. Zij was in elk geval niet van plan om naar achteren te gaan, daar was haar trots te groot voor. Maar ze wist dondersgoed dat ze hengst het ook niet van plan was, waar ze dus een probleem hadden. Na de laatste woorden van de hengst ontblootte hij zijn gele tanden in een grijns. Kwaadaardig of niet, Streya was er niet van onder de indruk, het deed haar meer denken aan een wolf die zijn prooi besloop, niet echt een mooi gezicht door de gele tanden van de hengst. Ze kon het niet goed zien, maar ongetwijfeld waren zijn tanden her en der groen van het gras dat hij als diner moest gebruiken. Hetzelfde was bij haar tanden gebeurd. Toen de hengst naar haar uithaalde danste ze simpelweg opzij en keek de hengst rustig aan. "Psst~" Streya draaide haar hoofd en keek de grijze merrie die achter haar stond geïnteresseerd aan. "Is het niet duidelijk? Op-rot-ten." Streya rolde hulpeloos met haar ogen. `Natuurlijk is het wel duidelijk, het is hartstikke duidelijk. Ik vraag me alleen af of het duidelijk is voor jou, ik heb amper een minuut gehad om te reageren, een aanval te ontwijken én op te rotten. Tijd vliegt alleen wanneer je een klok vleugeltjes geeft merrie,’ antwoordde ze de merrie spottend. Net als de hengst stond de merrie maar op een meter van haar verwijderd. Streya bromde eventjes en gaf de merrie net zo’n waarschuwing als ze bij de hengst gedaan had, geen aanval enkel een waarschuwing, eerder een vraag om wat ruimte. De omgeving waarin ze zich bevonden was al klef genoeg. "Liefje, als je heel uit het Moeras wilt komen zou ik nu maar vertrekken. Mijn geduld begint op te raken." Streya grinnikte eventjes een spottende lach. `God meid, word het niet eens tijd dat je uit de kast komt, of ben je dat al gekomen?’ vroeg ze doelend op het ‘liefje’ van de merrie. `Alweer heb je me amper twee minuten de tijd gegeven. Luister, ik ga hier heus niet met jullie in discussie, ik heb wel wat beters te doen en aangezien jullie blijkbaar niet met maar een my little pony een simpele fries als ik-,’ sarcastisch sprak ze de laatste woorden uit, ze was geen simpele merrie, misschien wel, maar ze bedoelde simpele als in goed en makkelijk bang te maken. `- weg kunnen jagen zijn jullie sterker. Maar ik vrees dat als ik hem nu peer, jullie over een uur weer bij me aan kunnen kloppen,’ zei ze botweg.
5 Re: I sure ain't lost my way in Hell wo 16 jan - 8:08
Kay
Kay toonde verder absoluut geen interesse in haar woorden. Die knollen waren gewoon veel te koppig. Waarom rotten ze niet gewoon simpelweg op? Dan bespaarden ze ook een hele hoop moeite. Sommige paarden zochten gewoon de spanning op die te vinden was in het moeras. Blijkbaar geloofden ze de verhalen van de Horcrux niet. De merrie probeerde hem enkel bozer te maken, hem op de kast te jagen. Maar hij negeerde haar, dan zou hij haar alleen maar plezier gunnen. Dan moest ze maar iemand anders zoeken als ze spanning wilde vinden, want bij de Horcrux waren ze niet een paar acteurs die een goed toneelstuk neerzetten. Stomme merrie.
Toen de merrie over 'een psychopaat' begon grinnikte hij. Hadden ze nu ook al verhalen verzonnen over psychopaten in de kudde? Jeetje mina. De meeste roddels waren niet waar, dat was gewoon een feit. Verder schond ze geen aandacht aan de kop of de toon waarop de merrie haar woorden uitsprak. Hij keek haar alleen maar dreigend aan, terwijl zijn geduld steeds verder afzwakte. Na het geval met Cesilia en de voskleurige merrie - waar extreem veel paarden mee gingen bemoeien - had hij geen zin om weer een zo'n scenario na te spelen.
De merrie gromde - of zoiets dergelijks - en ze schopte haar hoef in de modder. Een paar klodders kwamen op zijn borst. Dat boeide hem voor geen ene moer; zijn witte vlekken waren toch al besmeurd met modder zodat je ze amper nog wit kon noemen. Hij was niet geamuseerd, en keek de merrie alleen maar met een dreigende blik in zijn ogen aan. Jeetje, moest ze er nou zo nodig er een probleem van gaan maakte. Hij zuchtte geërgerd. Dom beest.
Hij raakte de merrie niet. Het was alleen maar om haar van haar plet te jagen. Zodra de merrie een beetje van haar plek was veranderd, draaide hij zijn lichaam met haar bewegingen mee. Hij ging nog wat dichter bij de merrie staan, wat haar ergerde, na enkele observaties van enkele minuten geleden.
Ze hoorde de stem van een derde paard. Hij hief zijn hoofd op en zijn oren spitsten zich naar het geluid. Een grijze merrie kwam op zijn gezichtsveld. Het was Pablo, het nieuwste lid van de kudde. Ze knikte naar hem, en hij knikte terug. Deze merrie wist tenminste hoe ze haar hogeren moest behandelen.
De zwarte merrie antwoordde weer een hele rits woorden. Hij zuchtte. Ze zei dat ze niet genoeg tijd had. Ja, ze kon die tijd die ze nu zat vol te kletsen ook gewoon gebruiken om simpelweg op te rotten. Hij draaide zijn oren weer diep in zijn nek en keek de merrie aan.
'Verspil dan godsamme je tijd niet. Rot op en neem laat die stomme praatjes van je hier achter. Het maakt je karakter namelijk een beetje vervelend,' antwoordde hij nors. De merrie was nu bij Pablo aan het schoppen. Hij rolde zijn ogen. Ze wilde ruimte, wat hem alleen maar deed aandringen om nog een stap dichter bij de zwarte merrie te komen. Nu was het Pablo die aan het woord kwam. Direct was de merrie weer aan het praten. Jeetje, het werd gewoon irritant! Klein kind dat ze was. Hij rolde zijn ogen en brieste verveeld. Hij trok zich werkelijk niks aan van haar woorden, aangezien het toch gewoon onzin was. Enkel haar laatste paar woorden had hij opgevangen.
'Nou, ga hem eerst maar eens peren dan, dan zie je wel wat er verder gebeurd.'
Hij zette nog een stap vooruit met een been, maar dit keer mikte hij opzettelijk op het voorbeen van de merrie. Hij hoopte dat zijn scherpe hoef over haar voorbeen heen zou schrapen, wat een lelijke wond zou kunnen opleveren. Zijn hoeven waren zo gebrokkeld, dat het gemakkelijk het effect van een gekarteld met zou kunnen krijgen op haar huid.
Toen de merrie over 'een psychopaat' begon grinnikte hij. Hadden ze nu ook al verhalen verzonnen over psychopaten in de kudde? Jeetje mina. De meeste roddels waren niet waar, dat was gewoon een feit. Verder schond ze geen aandacht aan de kop of de toon waarop de merrie haar woorden uitsprak. Hij keek haar alleen maar dreigend aan, terwijl zijn geduld steeds verder afzwakte. Na het geval met Cesilia en de voskleurige merrie - waar extreem veel paarden mee gingen bemoeien - had hij geen zin om weer een zo'n scenario na te spelen.
De merrie gromde - of zoiets dergelijks - en ze schopte haar hoef in de modder. Een paar klodders kwamen op zijn borst. Dat boeide hem voor geen ene moer; zijn witte vlekken waren toch al besmeurd met modder zodat je ze amper nog wit kon noemen. Hij was niet geamuseerd, en keek de merrie alleen maar met een dreigende blik in zijn ogen aan. Jeetje, moest ze er nou zo nodig er een probleem van gaan maakte. Hij zuchtte geërgerd. Dom beest.
Hij raakte de merrie niet. Het was alleen maar om haar van haar plet te jagen. Zodra de merrie een beetje van haar plek was veranderd, draaide hij zijn lichaam met haar bewegingen mee. Hij ging nog wat dichter bij de merrie staan, wat haar ergerde, na enkele observaties van enkele minuten geleden.
Ze hoorde de stem van een derde paard. Hij hief zijn hoofd op en zijn oren spitsten zich naar het geluid. Een grijze merrie kwam op zijn gezichtsveld. Het was Pablo, het nieuwste lid van de kudde. Ze knikte naar hem, en hij knikte terug. Deze merrie wist tenminste hoe ze haar hogeren moest behandelen.
De zwarte merrie antwoordde weer een hele rits woorden. Hij zuchtte. Ze zei dat ze niet genoeg tijd had. Ja, ze kon die tijd die ze nu zat vol te kletsen ook gewoon gebruiken om simpelweg op te rotten. Hij draaide zijn oren weer diep in zijn nek en keek de merrie aan.
'Verspil dan godsamme je tijd niet. Rot op en neem laat die stomme praatjes van je hier achter. Het maakt je karakter namelijk een beetje vervelend,' antwoordde hij nors. De merrie was nu bij Pablo aan het schoppen. Hij rolde zijn ogen. Ze wilde ruimte, wat hem alleen maar deed aandringen om nog een stap dichter bij de zwarte merrie te komen. Nu was het Pablo die aan het woord kwam. Direct was de merrie weer aan het praten. Jeetje, het werd gewoon irritant! Klein kind dat ze was. Hij rolde zijn ogen en brieste verveeld. Hij trok zich werkelijk niks aan van haar woorden, aangezien het toch gewoon onzin was. Enkel haar laatste paar woorden had hij opgevangen.
'Nou, ga hem eerst maar eens peren dan, dan zie je wel wat er verder gebeurd.'
Hij zette nog een stap vooruit met een been, maar dit keer mikte hij opzettelijk op het voorbeen van de merrie. Hij hoopte dat zijn scherpe hoef over haar voorbeen heen zou schrapen, wat een lelijke wond zou kunnen opleveren. Zijn hoeven waren zo gebrokkeld, dat het gemakkelijk het effect van een gekarteld met zou kunnen krijgen op haar huid.
Soortgelijke onderwerpen
Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum