Woede, machteloosheid maar ook angst stroomde door het lijf van Sultan. Alsof hij zichzelf even niet meer in de hand had, want de tijd was aangebroken. Vandaag zal hij Satan weer zien, de hengst die zijn partner zoveel pijn en ellende had toegedaan en dat pikte hij absoluut niet. Boots was een goede merrie, had wel een smoelwerk maar dat was alleen maar goed. Je moest van je af kunnen bijten, maar wat Satan haar had aangedaan kon zelfs de bonte niet tegenop. Snibbig gooide hij zijn hoofd in de lucht, zijn voorhand volgde en Sultan stootte een rauwe hinnik uit. Hoe kon hij verdomme! Misselijke hengst dat hij was, dat hij merries zoiets zomaar aan kon doen zonder er iets bij te voelen. Hij was niet slecht, er zat een hart in die hengst en dat wist hij zelf verdomd goed. Waarom zagen andere dat dan verdomme niet? Satan had iets gehad met een neutrale merrie, waarom zag hij haar staan terwijl hij toch zelf zeker wist dat hij slecht was. Er waren genoeg argumenten om te bewijzen dat hij geen echte slechtzak was, want hij had het hele verhaal al gehoord van Boots. Rustig kwam hij tot stilstand, verhief zijn hoofd wat en sloeg dreigend met zijn staart. Waar was die eikel? Zeker te druk met andere merries en zijn o zo slechte kudde. Pff, natuurlijk.
Na even rondgedwaald te hebben, besloot hij tot stilstand te komen en zijn ogen nog even kort naar voren te richtten. Sultan nam een grote teug lucht, hinnikte luid naar de leider van de Horcrux. De kudde die absoluut niet bij hem paste, maar daar wilde Sultan het verder niet over hebben vandaag. Al snel kroop de geur van Satan in zijn neusgaten, zodra zijn hoeven ook duidelijk te horen waren draaide zijn oren strak naar achter. Woede spoot als gif door zijn aderen en hij kookte bijna. Hij was degene die hem echt kwaad had gemaakt en dat was niet iets wat Sultan snel was. Sul had veel zelfbeheersing, maar dit ging hem net wat te ver.
[17. Boots
&Satan]
Na even rondgedwaald te hebben, besloot hij tot stilstand te komen en zijn ogen nog even kort naar voren te richtten. Sultan nam een grote teug lucht, hinnikte luid naar de leider van de Horcrux. De kudde die absoluut niet bij hem paste, maar daar wilde Sultan het verder niet over hebben vandaag. Al snel kroop de geur van Satan in zijn neusgaten, zodra zijn hoeven ook duidelijk te horen waren draaide zijn oren strak naar achter. Woede spoot als gif door zijn aderen en hij kookte bijna. Hij was degene die hem echt kwaad had gemaakt en dat was niet iets wat Sultan snel was. Sul had veel zelfbeheersing, maar dit ging hem net wat te ver.
[17. Boots
&Satan]
Laatst aangepast door Sultan op za 18 jun - 8:18; in totaal 1 keer bewerkt