Een Grote Merrie Stapt woedend Over de prairie heen. De woede was te zien in haar zwart glazende ogen. Haar Vacht was vies en zag er onverzorgd uit. Iedereen maakte haar gek, Zij wisten het altijd beter, met hun Domme praatjes. De merrie stopte bij de gedachte wat ze allemaal tegen hun hadden gezegt. Haar ogen Glansden nu extra erg. Ze Stampte met haar hoeven nog harder op de grond. Ze wist al zeker dat ze aan de Slechte kant wou horen. Al die zielige andere paardjes, Die denken alleen maar dat ze er beter bij horen dan jij. De merrie keek wild om zich heen. Gelukkig was hier geen een paard. Het zou wel handig zijn Als ze een Kudde had, Met net zulke paarden als haar. Ze moeten Vechtlustig zijn en Houden van Bloedbaden. Zo dacht Ze er tenminste over. Misschien kon ze wel bij een kudde terecht? Dat hoopte de merrie maar. Dan kon ze eindelijk haar gang gaan, En Slechte vrienden maken. De merrie kreeg een grote grijns op haar gezicht. Dat dat kon zou ze het zeker doen. Daar hield ze van, Lekker Vechten onderling, Ruzies en Dan er maar op los slaan.Met een nog grotere grijns Stapte ze stevig door. Haar grote sokken aan haar benen gleden netjes mee in de bewegingen die ze maakte. Dat zou haar droomwens zijn, In een kudde met lekkere Slechte paarden. Ze kon niet stoppen om eraan te denken.
De merrie wist wel dat de perfecte oplossing om bij zoon kudde te komen niet uit de lucht kwam vallen. Misschien moest ze het maar gewoon proberen?
De merrie wist wel dat de perfecte oplossing om bij zoon kudde te komen niet uit de lucht kwam vallen. Misschien moest ze het maar gewoon proberen?