Colyats grote hoeven maakten een spoor van rond achtige vormen die hem leken te achtervolgen. Bij elke stap die hij zette vloog er een klein beetje poederachtig sneeuw oomhoog. De sneeuw die omhoog vloog van alle vier zijn hoeven samen vormden een soort witte waas om zijn onderbenen heen. De sneeuw was vandaag erg droog. Bijna alle sneeuw was een soort van poeder. Niet van die natte drap die hij normaal was gewend, of zo'n hele dikke laag plaksneeuw die dan in van die klonten aan de onderkant van je buik bleven hangen, of aan je benen. Dit was wel beter dan normaal. Al had hij met de sneeuw die er normaal lag ook niet zo'n probelemen.
Zijn oren lagen plat tegen zijn schedel aan gedrukt en zijn houding was groot en een beetje dominant. Geweoon net zoals normaal dus eigenlijk. Als je hem ooit met zijn oortjes vrolijk naar voren zou zien staan dan zou er een wonder gebeurt zijn. En dan zou je van Colyat zelf ook officieel toestemming krijgen om hem te vermoorden! Om een goedzakje te zijn. Daar moest hij niet aan denken! Bij het idee alleen al werd hij al helemaal misselijk!
Snel stapte hij weer door. Hij liet zijn grote hoeven nu nog sneller zich voort bewegen. En de doffe klappen die zich bij elke stap liet horen werd dus ook iets luider. Hij hield van dat geluid. Door dat geluid was het nooit stil. En hoe eenzaam hij dus ook was, hij zou nooit helemaal alleen zijn. Al had hij nooit echt moeite gehad met alleen zijn. Hij was niet zo'n soort paardje dat bij elk paar dat ie hoorde keihard er op af zou stormen. Als zijn pad dat zou kruisen van een ander paard zou hij dat niet uit de weg gaan, maar hij zou ook nooit als een of ander goedazkje op een ander paard afstormen. Maar ondanks dat bleven zijn helder blauwe ogen toch non stop de omgeving afzoeken om het zo snel mogelijk te weten als er een ander paard in de buurt zou zijn. Hij moest het gelijk weten als er een mogelijke vijand in de buurt was, en ook als er een mogelijk slachtoffer in de buurt was!
[Voor Sullietan. Sorry voor kortheid! ]
Zijn oren lagen plat tegen zijn schedel aan gedrukt en zijn houding was groot en een beetje dominant. Geweoon net zoals normaal dus eigenlijk. Als je hem ooit met zijn oortjes vrolijk naar voren zou zien staan dan zou er een wonder gebeurt zijn. En dan zou je van Colyat zelf ook officieel toestemming krijgen om hem te vermoorden! Om een goedzakje te zijn. Daar moest hij niet aan denken! Bij het idee alleen al werd hij al helemaal misselijk!
Snel stapte hij weer door. Hij liet zijn grote hoeven nu nog sneller zich voort bewegen. En de doffe klappen die zich bij elke stap liet horen werd dus ook iets luider. Hij hield van dat geluid. Door dat geluid was het nooit stil. En hoe eenzaam hij dus ook was, hij zou nooit helemaal alleen zijn. Al had hij nooit echt moeite gehad met alleen zijn. Hij was niet zo'n soort paardje dat bij elk paar dat ie hoorde keihard er op af zou stormen. Als zijn pad dat zou kruisen van een ander paard zou hij dat niet uit de weg gaan, maar hij zou ook nooit als een of ander goedazkje op een ander paard afstormen. Maar ondanks dat bleven zijn helder blauwe ogen toch non stop de omgeving afzoeken om het zo snel mogelijk te weten als er een ander paard in de buurt zou zijn. Hij moest het gelijk weten als er een mogelijke vijand in de buurt was, en ook als er een mogelijk slachtoffer in de buurt was!
[Voor Sullietan. Sorry voor kortheid! ]