Ritmisch raakte zijn hoeven de grond, het luide gebries van de zwarte hengst galmde tussen de heuvels door en her en der was het geritsel van actieve dieren te horen. Veel trok hij zich er niet van aan, het was overdag en slechte paarden kwamen hier zowiezo maar weinig. Kort gooide Sultan zijn hoofd in de lucht, versnelde zijn passen tot een galop en spitste zijn gitzwarte oren. Hij was een paar dagen weggeweest om wat dingen te regelen, maar vanaf vandaag was hij weer terug en zou hij alle hinniken beantwoorden, dat was immers zijn werk. Het werk waar hij zo verschrikkelijk veel van hield en altijd zou willen blijven doen, want Sultan was hiervoor geboren zeiden zijn ouders hem altijd. De sierlijke neus van Sultan was naar zijn bezwete, gespierde borst gericht terwijl zijn benen nette passen maakte. Nijdig sloeg hij zijn staart tegen zijn lichaam toen enkele vliegen op zijn bezwete lichaam afkwamen.
Een luide hinnik drong door in zijn oren, schichtig gooide hij zijn hoofd in de lucht en gooide zijn voorhand meteen naar boven. Krachtig maaide hij met zijn benen, sloeg tegelijk een krachtige hinnik uit om te laten weten dat hij eraan kwam. Meteen versnelde hij zijn passen, gooide zijn achterwerk een keertje in de lucht en richtte zijn oren naar voren. Een bruine merrie verscheen op zijn netvlies, Sultan minderde vaart en kwam voor de merrie tot stilstand. ''Hallo. Wat kan ik voor je doen?'' Klonk zijn aangename stem, waar de warme klanken zoals altijd in te herkennen waren.