Ondanks dat het pas lente was waren de wilgenbomen al mooi groen. Ze lieten je denken dat die vreselijk koude winter al lang verleden tijd was en dat de zomer op je stond te wachten. Spijtig genoeg, voor sommigen dan, was dat nog lang niet zo. De meeste bomen waren nog kaal en de laatste restanten koppige sneeuw smolten langzaam weg. Nieuwe dieren zouden komen. Jonge dieren. Navayo interesseerde zich er niet bepaald in. Hij moest niet de bezorgde hengst zijn die zijn merrie beschermde. Hij zou zo ten eerste helemaal niet zijn, totaal niet. Die merrie zou zowieso voor haar eigen kunnen zorgen en ze zou wel slim genoeg zijn om niet ergens midden in een open veld een veulen te krijgen. Zijn lichte ramsneus bewoog lichtjes van links naar rechts op het tempo van zijn drafje. Je kon het eerder als huppelen zien door het tempo. Hij hees zijn pikzwarte hoeven netjes op en liet ze langzaam neer komen. Hij gooide er zelfs een lichte passage uit. Spijtig genoeg zou niemand hem zo ooit aan het werk zien. Hij was zijn ultimate dream mare nog niet tegen gekomen. Enkel zij zou hem in een romantische bui zien. Hem zien als hij om iets gaf. Navayo kon best om iets geven, alleen deed hij het niet vaak. Hij werd aanzien als een hengst die zich nergens iets van aan trok. Een appart geval. Hij moest toegeven dat hij best wel een hipster was. Zeiden ze ‘ga links’ ging hij naar rechts. Zo was hij altijd geweest en zo zou hij altijd zijn. Hij zag er trouwens ook niet uit als een doorsnee wild paard. De meeste paarden hadden een onopvallende vacht. Die van Navayo was een felle valkkleur. Het S teken op zijn rechterkaak was ook niet echt bepaald normaal. Het nadeel aan in gevangenschap geboren te zijn geweest. Niet dat het voor hem überhaupt veel verschil uit maakte. Ook zijn ras was nu niet bepaald alledaags. In Europa vond je nu eenmaal geen Campolina’s buiten Navayo ofcourse. Wauw, dan was hij echt uniek. Niet dat er veel Campolina’s waren over heel de wereld. Mensen wisten amper dat zijn ras bestond, maar hij bestond wel. Hij was geen verzinsel zoals pokémons of bakugan of bayblade. Nee, hij was echt. Een echte Braziliaanse hengst. Een trotse hengst. Dat kon je wel zien aan zijn passage, die hij nog steeds ongestoord volhield.
Zijn prachtige passage kwam tot zijn einde. Hij ging weer rustig gewoon draven en strekte ontspannen zijn hals. Zijn hals was op sommige stukken donkerbruin van wat zweet. Zijn lange zwarte manen verborgen zijn enigsinds dikke hals. Nouja, dik kon je het niet noemen, eerder gespierd. Niet dat hij voor de rest echt enorm gespierd was. Het was eerder zijn lichaamsbouw die hem er gespierder deed uitzien dan dat hij eigenlijk was. Want hij was eerder een watje dan een echte vechter. Hij had een typische Jack sparrow walk als hij ergens voor weg rende. Soms kon hij zelfs hysterisch gaan doen over een klein spinnetje dat voor zijn hoeven voorbij liep. Hij zou haast gaan gillen als een meisje. Maar dan zou de held in hem naar boven komen. ‘Die, b$tch die!’ Keelde hij meestal uit als hij het miniscule diertje zou verpletteren met zijn 10 keer zo grote hoef. Enkel als er vreemde paarden bij waren, was hij rustiger. Als hij met vrienden was, dan kon je hem altijd wel ergens horen. Dat deed hij dan ook het liefste, met een groepje hengsten ergens rondhangen en niets doen. Gewoon over random stuff praten, en ofcourse over merries. Al werd Navayo dan wel altijd ontzettend stil. Hij was op dat gebied totaal niet als zijn vrienden. Die vonden het leuk om van merrie af te wisselen. Navayo besteedde daar geen aandacht aan. Hij was eerder het type dat bevriend werd en je crazy bf werd. Maar hij deed niet onder voor zijn vrienden. Ze respecteerden hem het meest van allemaal. Hij was ten eerste meestal de oudste van de groep, maar ook de meest outsider. Ze kregen respect voor hem door hoe hij echt was, niet door hoe hij zich voor deed. Oké, hij was extreem vreemd op sommige gebieden maar je kon er voor vallen. Al schatte Navayo die kans uitermate klein in. Hij was wel een mooie hengst maar hij kon niet de liefkozende, romantische hengst zijn die merries wouden hebben. Hij was eerder het type dat verbaasd op keek als je hem een neusje gaf. Dan trok hij een scheve onschuldige grijns. Als hij een mens was geweest had hij er ook nog eens zijn schouders erbij opgehaald. Zijn ogen kregen dan een ‘ik weet niet wat te doen dus lach ik maar’ uitdrukking. Typische Navayo actie.
Maar goed, genoeg gerodeld. Navayo stond ondertussen al stil en keek even om zich heen. Hij was ergens in het wilgenwoud, dat stond vast. Waar ergens? Dat wist hij niet. Hij wist wel dat hij bomen zag met dikke stammen met gigantische takken eraan. Het was duidelijk dat dit wilgenwoud al een paar honderd jaar oud was. Nog enkele late vogels waren nog wat aan hun nest aan het bijwerken terwijl het vrouwtje al zat te broeden. Vreemde wezens, die vogels. Navayo wende zijn hoofd weer af en zuchtte eens. Waarom deed hij dit Ookal weer? Oja, hij was eenzaam en vermits deze kudde dan toch het beste bij hem paste, waarom ook niet. Een luide hinnik verliet zijn keel. Zijn gespierde hals voor even gestrekt. En nu moest hij maar wachten zeker? Hij wist niet eens hoe die zogenaamde Magnifico eruit zag. Maar als ze haar naam eer aan zou doen zou ze er inderdaad magnifico uitzien. Maar was ze egt een flop, zou het gewoon zoals een magnum ijsje zijn. Hmm Navayo fronste even. Dat klopte niet. Magnums waren ook lekker. En waren er niet zo van die ordinaire kerels die meisjes lekker noemden? Hmm dan moest hij maar iets anders verzinnen als die merrie echt lelijk zou zijn. Maar dat verwachtte hij nu niet bepaald van een leidster. Hij verwachtte eerder een net paardje dat er proper uit zag. En vooral een mooie merrie. Nah, waarschijnlijk niets voor hem. Hij zou forever alone zijn en daar was hy bly mee.
[en magnumpje ]
20. Magnifico
Zijn prachtige passage kwam tot zijn einde. Hij ging weer rustig gewoon draven en strekte ontspannen zijn hals. Zijn hals was op sommige stukken donkerbruin van wat zweet. Zijn lange zwarte manen verborgen zijn enigsinds dikke hals. Nouja, dik kon je het niet noemen, eerder gespierd. Niet dat hij voor de rest echt enorm gespierd was. Het was eerder zijn lichaamsbouw die hem er gespierder deed uitzien dan dat hij eigenlijk was. Want hij was eerder een watje dan een echte vechter. Hij had een typische Jack sparrow walk als hij ergens voor weg rende. Soms kon hij zelfs hysterisch gaan doen over een klein spinnetje dat voor zijn hoeven voorbij liep. Hij zou haast gaan gillen als een meisje. Maar dan zou de held in hem naar boven komen. ‘Die, b$tch die!’ Keelde hij meestal uit als hij het miniscule diertje zou verpletteren met zijn 10 keer zo grote hoef. Enkel als er vreemde paarden bij waren, was hij rustiger. Als hij met vrienden was, dan kon je hem altijd wel ergens horen. Dat deed hij dan ook het liefste, met een groepje hengsten ergens rondhangen en niets doen. Gewoon over random stuff praten, en ofcourse over merries. Al werd Navayo dan wel altijd ontzettend stil. Hij was op dat gebied totaal niet als zijn vrienden. Die vonden het leuk om van merrie af te wisselen. Navayo besteedde daar geen aandacht aan. Hij was eerder het type dat bevriend werd en je crazy bf werd. Maar hij deed niet onder voor zijn vrienden. Ze respecteerden hem het meest van allemaal. Hij was ten eerste meestal de oudste van de groep, maar ook de meest outsider. Ze kregen respect voor hem door hoe hij echt was, niet door hoe hij zich voor deed. Oké, hij was extreem vreemd op sommige gebieden maar je kon er voor vallen. Al schatte Navayo die kans uitermate klein in. Hij was wel een mooie hengst maar hij kon niet de liefkozende, romantische hengst zijn die merries wouden hebben. Hij was eerder het type dat verbaasd op keek als je hem een neusje gaf. Dan trok hij een scheve onschuldige grijns. Als hij een mens was geweest had hij er ook nog eens zijn schouders erbij opgehaald. Zijn ogen kregen dan een ‘ik weet niet wat te doen dus lach ik maar’ uitdrukking. Typische Navayo actie.
Maar goed, genoeg gerodeld. Navayo stond ondertussen al stil en keek even om zich heen. Hij was ergens in het wilgenwoud, dat stond vast. Waar ergens? Dat wist hij niet. Hij wist wel dat hij bomen zag met dikke stammen met gigantische takken eraan. Het was duidelijk dat dit wilgenwoud al een paar honderd jaar oud was. Nog enkele late vogels waren nog wat aan hun nest aan het bijwerken terwijl het vrouwtje al zat te broeden. Vreemde wezens, die vogels. Navayo wende zijn hoofd weer af en zuchtte eens. Waarom deed hij dit Ookal weer? Oja, hij was eenzaam en vermits deze kudde dan toch het beste bij hem paste, waarom ook niet. Een luide hinnik verliet zijn keel. Zijn gespierde hals voor even gestrekt. En nu moest hij maar wachten zeker? Hij wist niet eens hoe die zogenaamde Magnifico eruit zag. Maar als ze haar naam eer aan zou doen zou ze er inderdaad magnifico uitzien. Maar was ze egt een flop, zou het gewoon zoals een magnum ijsje zijn. Hmm Navayo fronste even. Dat klopte niet. Magnums waren ook lekker. En waren er niet zo van die ordinaire kerels die meisjes lekker noemden? Hmm dan moest hij maar iets anders verzinnen als die merrie echt lelijk zou zijn. Maar dat verwachtte hij nu niet bepaald van een leidster. Hij verwachtte eerder een net paardje dat er proper uit zag. En vooral een mooie merrie. Nah, waarschijnlijk niets voor hem. Hij zou forever alone zijn en daar was hy bly mee.
[en magnumpje ]
20. Magnifico
Laatst aangepast door Navayo op wo 29 aug - 9:13; in totaal 1 keer bewerkt