Haar sterk gebouwde benen draafden de heuvel op, haar benen trilden en haar flanken gingen snel op en neer. Toch wist Deshira dat het het waard was, een prachtig uitzicht wat haar zou betoveren. Ze had mijlenver gereisd, maar was iets als dit nog nooit tegengekomen. De goudkleurige merrie kwam eindelijk aan op het hoogste punt van één van de groene heuvels. De wind fluisterde haar naam, liet haar prachtige liederen horen aan de merrie, het gras waaide opzij, maakte golven alsof het een van de vele zeeën was. "Wauw" fluisterde de merrie terwijl haar ogen zich vergroten in verwondering. Zoals ze het had voorspelt, het was prachtig, maar het rees boven haar verwachtingen uit. De zon zakte langzaam naar beneden en het gaf een paarse gloed aan de Heuvels. Ze kon mijlenver kijken, ze bereikte met haar ogen de kleurige bloemenvelden nog net, maar verder kon ze niet.
De wind leek een prachtig liet te zingen terwijl het door de grassen ging, kleine sterren begonnen al te fonkelen aan de hemel. Het leek alsof de merrie de gouden zon bijna kon aanraken, de zachte stralen lichtten haar vacht nog eenmalig op voordat ze helemaal verdween achter de heuvels. Langzaam bedekte de schemering de landen, een rivier meanderde zich door de heuvels en nam een parelachtige gedaante aan toen de maan er licht op scheen.
De wind leek een prachtig liet te zingen terwijl het door de grassen ging, kleine sterren begonnen al te fonkelen aan de hemel. Het leek alsof de merrie de gouden zon bijna kon aanraken, de zachte stralen lichtten haar vacht nog eenmalig op voordat ze helemaal verdween achter de heuvels. Langzaam bedekte de schemering de landen, een rivier meanderde zich door de heuvels en nam een parelachtige gedaante aan toen de maan er licht op scheen.