Hoefslagen weergalmden over het brede pad. Takjes vlogen op bij de trilling die het gedender veroorzaakte, evenals de vogels die zich verplaatsten. Het was ernstig stil en terwijl haar tere en gevlekte lichaampje vooruit bewoog hielden haar donkergekleurde oogjes de omgeving in de gaten. Er waren zulke interessante dingen in het bos te vinden. Elk plantje die anderen normaal gesproken niet op zouden vallen bekeek ze zorgvuldig in de snelle oogwenk waarmee ze opzij keek. Buiten het geluid dat zij veroorzaakte was het rustig, tamelijk rustig. Niet dat het haar stoorde. In tegendeel: dit bezorgde een veilig en vredig gevoel. Klopklopklop. Dit herhalende geluid vulde haar hoofd met een soort liedje. Zonder haar aandacht aan de natuur te verminderen neuriede ze zachtjes mee met de tonen. Dit ging zo een tijdje door. Totdat het pad eindigde en overliep in een open veldje.
Hier was het nog veel prachtiger dan het bospad waar ze het afgelopen half uur had gelopen. Vliegjes nestelden zich op haar ietwat klemme vacht die door de zon verwarmd was. Het was mooi weer en de wolken waren in geen veld te bekennen. Geen donkere, in elk geval. De sneeuwwitte wolken leken haar te volgen bij elke pas.
Haar nekje was ietsjes opgekruld omdat haar spieren lichtelijk aangespannen stonden. De manen rond haar hals hingen sierlijk langs haar hals. Er leek een kleine slag in te zitten, iets wat de wind en haar klamme vacht hadden gecreeërd. Voor even stond ze stil, omdat ze een opmerkelijke boom zag. Bijzonder, iets wat ze meteen veroordeelde. Geïnteresseerd bekeek ze de boom en ze liep er een rondje omheen. Jaja, dit was wel een heel bijzondere Esthoorn. Tevreden keek ze aangezien ze de boom ontcijferd had van zijn soort. Zo bleef ze staan na het rondje en vond dat het tijd was. Ze wou zo graag bij een kudde en haar vroegere leven verderzetten, waar ze ook altijd in een kudde had gezeten. Ze hoorde er gewoon thuis, ze kon gewoon niet zonder gezelschap. Niets weerhield haar meer om het niet te doen, waardoor ze haar hoofd ophief en er een schelle hinnik uitgooide. Ze wist dat de leidster van de Fire Flame Nirvana heette. Ondanks dat ze echt net aangekomen was in dit land, genaamd Dream Horses, had ze al veel kennis in haar kleine hersens opgehoopt. Rustig liet ze haar hoofd zakken om af te wachten en gulzig van het gras te eten.
[Nirvana]
Hier was het nog veel prachtiger dan het bospad waar ze het afgelopen half uur had gelopen. Vliegjes nestelden zich op haar ietwat klemme vacht die door de zon verwarmd was. Het was mooi weer en de wolken waren in geen veld te bekennen. Geen donkere, in elk geval. De sneeuwwitte wolken leken haar te volgen bij elke pas.
Haar nekje was ietsjes opgekruld omdat haar spieren lichtelijk aangespannen stonden. De manen rond haar hals hingen sierlijk langs haar hals. Er leek een kleine slag in te zitten, iets wat de wind en haar klamme vacht hadden gecreeërd. Voor even stond ze stil, omdat ze een opmerkelijke boom zag. Bijzonder, iets wat ze meteen veroordeelde. Geïnteresseerd bekeek ze de boom en ze liep er een rondje omheen. Jaja, dit was wel een heel bijzondere Esthoorn. Tevreden keek ze aangezien ze de boom ontcijferd had van zijn soort. Zo bleef ze staan na het rondje en vond dat het tijd was. Ze wou zo graag bij een kudde en haar vroegere leven verderzetten, waar ze ook altijd in een kudde had gezeten. Ze hoorde er gewoon thuis, ze kon gewoon niet zonder gezelschap. Niets weerhield haar meer om het niet te doen, waardoor ze haar hoofd ophief en er een schelle hinnik uitgooide. Ze wist dat de leidster van de Fire Flame Nirvana heette. Ondanks dat ze echt net aangekomen was in dit land, genaamd Dream Horses, had ze al veel kennis in haar kleine hersens opgehoopt. Rustig liet ze haar hoofd zakken om af te wachten en gulzig van het gras te eten.
[Nirvana]