Het was een heerlijk warme dag, wat bijzonder was voor deze periode van het jaar. Er stond een lichte wind, en dat was ook zeker te merken bij de zee. De miljoenen zandkorrels glinsterden, de zee schitterde en weerspiegelde de wolken, er waren lichte golven die een branding veroorzaakten. Het leek Mischa de perfecte dag om een bezoekje te brengen aan de zee. Niet alleen vanwege het prettige weer en de kalmerende zee, maar ook omdat het er vaak erg gezellig was. Er kwamen groepjes paarden op af, de badasses waren bang dat hun imago werd beschadigd als ze lekker gingen luieren in de zon en dus gingen ze eenzaam in een grot zitten met dit prachtige weer. Zónde. De bruine merrie stapte gemoedelijk op het frisse water af, haar hoeven lieten een spoor achter in het zand, en bij iedere beweging schoot het omhoog, kletste tegen haar benen aan. Ze zat er helemaal onder, dus besloot ze om even af te koelen. De zee spatte tegen haar benen en waste het zand, of modder, weg. Haar ogen schoten van de ene kant naar de andere kant, het was behoorlijk druk, duizenden geuren van allerlei verschillende kuddes en afkomsten. En plotseling klonk er een hinnik. De hinnik was naar Curlin gericht, zij was immers nog steeds de alfa van de Quiet Sparkle, waardoor sommigen dachten dat alleen zij op hinniks af kwam. Maar er was al een behoorlijke tijd niets meer van de merrie vernomen, tot teleurstelling van haar leden. Gelukkig was Mischa er nog. De hinnik was dan wel niet voor haar bedoeld, ze liep alsnog op het merrietje af, daar was ze natuurlijk ordelid voor, of niet dan? Een vriendelijke glimlach sierde haar gezicht, voorzichtig ging ze tegenover haar staan. Het bonte merrietje had een beetje een bange uitstraling, misschien was ze hier nieuw en moest ze nog even wennen. Dat zou vast wel goed komen. "Hoi!" Begroette Mischa haar, met een warme stem, maar ze praatte niet al te luid; ze wou natuurlijk niemand afschrikken. Dat gebeurde soms nog wel eens, ze had nu eenmaal niet de zachtste stem. "Ik hoorde dat je naar Curlin hinnikte, maar die is er even niet. Dus ben ik er om je te helpen," knipoogde ze. "Ik ben Mischa, ordelid van de Quiet Sparkle. En jij?" Ze liet haar hoofdzakken zo dat ze even lang leek, anders leek het haar zo vervelend, om tegen iemand op te kijken. Op de achtergrond klonken stemmen van andere paarden en de zee die de schelpjes van de kust trok, en weer terugbracht.