Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

[TWC] Bravery is being the only one who knows you're afraid.

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Magnifico

Magnifico
Administrator

When I was young
It seemed that life was so wonderful
A miracle, oh it was beautiful, magical
And all the birds in the trees
Well they'd be singing so happily
Oh joyfully, oh playfully watching me


‘Laten we hierheen gaan!’ klonk de vrolijke stem van de jonge palomino merrie. Haar oren strak naar voren, een glimlach van oor tot oor. Haar hoofd wees naar een heuvel of een berg, hoe je het ook maar wilde noemen. Het bruine veulen, zo ver je het een veulen kon noemen - ze was 6 maanden oud -, keek naar de berg, en weer naar de palomino merrie.
‘Amourette,’ prevelde ze naar de merrie. ‘Ik weet niet of ik dat wel kan..’ murmelde ze zachtjes.
‘Natuurlijk kan je dat gekkie!’ schreeuwde ze vol vertrouwen uit. Ze galoppeerde naar haar jongere zusje toe. ‘Ik zal je helpen.’ Een gemeende glimlach stond op haar gezicht.
‘Kom op!’ Haar neus duwde aansporend tegen het achterwerk van het bruine veulen aan.
Magnifico's ogen waren groot. Ze slikte de brok in haar keel weg en draafde achter de palomino die enthousiast al met de beklimming begon. Haar kleine hoeven probeerden de merrie bij te houden, maar al snel kwam ze in de moeilijkheden. De kleine kiezelstenen rolden onder haar hoeven vandaan, en ze viel steeds bijna. Het veulen was bang, erg bang. Hoe vaker ze uitgleed, hoe minder het vertrouwen in zichzelf en hoe groter de angst. Uiteindelijk rolden te traantjes over haar wangen.
‘Ik kan dit niet!’ snikte ze zachtjes naar Amourette die al bijna de top had bereikt. Van helpen? Daar was niks van gekomen. Ze was door haar enthousiasme haar zusje helemaal vergeten. Haar hoofd draaide zich met een ruk om bij het horen van haar zusje. Ze kwam al snel weer de heuvel af en duwde haar neus tegen het wangetje van haar zusje.
‘Sorry dat ik weg was, het spijt me,’ zei ze zachtjes. ‘Misschien ben je hier toch nog te klein voor, en heb ik je moed en kracht een beetje overschat.’

Toen Magnifico de drakenberg weer voor zich was kwam die herinnering weer terug. Het leek op die berg, wel hier van beneden. Ze zuchtte, probeerde haar eigen angsten weg te laten, en begon met de beklimming. Ze was hier op een missie, dat moest ze onthouden. Maar nu ze dit voor zich zag, de bergen, vol met rotsen, wat haar weer deed denken aan die tijd, dat ze het niet voor elkaar kreeg om omhoog te klimmen. Ze had het na die ervaring nooit nog een keer geprobeerd. En het deed haar denken aan Amourette, die ze al praktisch zes jaar niet meer had gezien. Zes jaar. Ze dacht dat de merrie, aan haar geliefde zus. Ze had slechts een jaar van haar aanwezigheid kunnen genieten. Toen was de merrie uit de kudde vertrokken omdat ze de dictatuur van de leider niet meer aankon. Ze was gevlucht, naar mag Joost weten waarheen. Maar ja, Magnifico wilde het weten. Ze móést het weten. Zij wilde weten waar ze leefde, wat ze daar uitspookte. Ze móést het gewoon weten. Ze wilde haar terug, dichtbij haar. Ze had een paar keer erover nagedacht om te vertrekken uit Dream Horses en haar zoektocht naar haar zus te vervolgen. Ze was nu al twee jaar in Dream Horses. Haar doel was Amourette vinden, die ze nooit had gevonden. Maar het streven naar het vinden van Amourette was verwaterd, toen ze hier zo'n prachtig leven kreeg.
Maar nu weggaan? Geen optie. Ze had een kudde, een veulen, een partner. Het was praktisch onmogelijk. Ze was gelukkig, in ieder geval, dat dacht ze. Ze had alles wat ze ooit had gewild. Ze had een gezin, een kudde, de moordenaar van haar ouders van de wereld gehaald. Alleen.. toch was er die leegte. Die verlangens naar haar zus.. Ze miste haar zo ontiegelijk veel! Ze kon niet eens meer voorstellen zoals ze er nu uit kon zien. Ja, palomino, ze wist hoe haar dunne, gekronkelde bles eruitzag, haar sokken, aftekeningen. Maar, ze zou ouder zijn geworden, net zoals zij zelf. Ze wist het niet, ze wist het echt niet meer.. Misschien was ze heel erg van karakter veranderd, ze wist nog niet eens dat haar ouders dood waren. En dat het haar schuld was...
Máár, ze was hier op een soort missie. Ze probeerde de vreselijke gedachten van vroeger weg te schudden. Wat ze nu zou gaan doen, was een uitdaging. Ze was geïnteresseerd geraakt in de slechte paarden, en ze moest haar tegenstanders gaan onderzoeken. Ze moest weten met wie ze te maken had. En ze had roddels gehoord van ene Sauron.. Die nergens bang voor zou moeten zijn. Haar mondhoeken hadden zich omhoog getrokken toen ze dat hoorde. Dat hij de merrie Nar zou hebben verslagen, leidster van de Horcrux. Of dát waar was, dat wist ze ook niet. Maar geïnteresseerd in de hengst, dat was ze nu zeker. Het bleek dat hij een donkerbruine hengst was, met enkel één oor. Ook dat wist ze niet zeker, maar het leek haar wel griezelig, om het dier te zien met enkel één oortje, een een stompje oor te zien. Getver, ze wilde er niet eens aan denken. Ze hoopte dat die roddel, maar een roddel zou zijn. Dat de hengst gewoon twee oren zou hebben.

De kleine kiezelsteentjes huppelden onder Magnifico's hoeven vandaan. Ze rolden de berg af naar beneden en vielen de diepte in, waar ze weer met doffe, holle ploffen neer kwamen. Het weer was een beetje triestig.. Grijze wolken, en het eind van de middag was nabij. Een fris windje speelde met haar manen en staart. Ver weg dacht ze wat gerommel van dichterbij komend onweer te horen. Ze wist het niet zeker, het was maar een zacht geluid.
Haar oren draaiden van de ene naar de andere kant, evenals haar ogen. Maar geen teken van de hengst te bekennen. Geen vleugje geur, geen lok manen, geen sporen, geen geluid. En ze wilde per se deze hengst tot slachtoffer nemen. Door de roddels, ze wilde weten met wie ze oog in oog kwam te staan.
Een luid gekras van een uil. Haar ogen vlogen opzij, haar oren draaiden zich naar achteren en in een reflex sprong ze schrikachtig opzij. ‘Fuck,’ bromde ze binnensmonds toen ze met haar achterhoeven uitgleed en haar evenwicht even verloor. Ze verplaatste een achterbeen zodat haar beide achterbenen ver uit elkaar kwamen te staan, om de balans weer terug te vinden. Ze zuchtte diep. Nog wat binnensmonds gevloek en toen stapte ze weer verder over dunne paadjes langs de berg.
Snel kwam ze uit op een vlakke plek, ruim genoeg plek voor twee paarden. En ze rook de geur van een paard. Ze bewoog zich verder en om de hoek stond ze al bijna oog in oog met een donkerbruine hengst. Ze stopte abrupt en keek in de goudgele ogen van de hengst. Haar mondhoeken krulden omhoog, en toen ze haar ogen omhoog over zijn voorhoofd naar zijn oren liet gaan, miste ze een oor. Haar mond werd weer een smalle streep. Een stompje ontsierde zijn hoofd. Ze moest onderdrukken haar mond wijd open te laten vallen, maar vanbinnen walgde ze van het beeld wat nu op haar netvliezen stond.
‘Aah, Sauron, is het niet?’ vroeg ze poeslief en ze keek naar de hengst, een knikje gevend naar het stompje op zijn kop, om te laten blijken dat ze van hem had gehoord. Ze kantelde haar hoofd een beetje en keek de hengst schuin aan. ‘Het is me een genoegen,’ zei de merrie met een gemaakte glimlach.

[Sauron + 1225 woorden + voor TWC]
Ik zelf vind het niet zo'n geweldige post. Maar ik had even geen zin om mooie/moeilijke woorden te gebruiken. ik heb mijn hoofd gewoon even leeg getypt.

http://www.dreamhorses.actieforum.com

Sauron

Sauron

~SAURON~
ємσтισηαℓ яσℓℓєяcσαѕтєя

De bergen leken te werken als een soort magneten, zijn lichaam vertelde hem dat hij naar deze -hoog boven hem uittorende- gevaarten toe moest trekken. Iets, diep binnen in zijn hart, had hem een sein gegeven dat deze lange tocht ernaartoe niet voor niks zou was geweest. Avontuur, gevaar zou zijn pad kruisen, dat hadden zijn hersenen hem duidelijk gemaakt. In een waas van onverschrokkenheid was de hengst verdwaald geraakt en nu stond hij voor deze enorme rotsblokken; wie gehuld was in een soort satijnen, blauwwitte deken.
Op de een of andere manier kreeg je een soort gevoel van ángst over je heen wanneer je voor deze monsterachtige bergen stond. Het leek net of de bergtoppen boven in de lucht, die door de laaghangende wolken troebel te zien waren, iets te verbergen hadden voor de paarden daarbeneden. Die angst -of nee dat was het niet goede woord, bang was hij niet; benauwdheid , opwinding waren misschien betere woorden- die hij nu voelde wilde hij zo graag verwisselen voor het gevoel van ontvlambaarheid en trots, of hij ongenaakbaar was. Hij wilde de adrenaline door zijn aderen voelen gieren, de wind die als een engel om hem heen danste aan zijn lichaam voelen rukken en met zijn diep oranje leeuwenogen vurig de afgrond inkijken. Daarna zegevierend, triomfantelijk zijn luidde roep over de plaatsen onder zich uitroepen.
Sauron wist dat er geen twijfel over mogelijk was, het was slechts een kwestie van tijd voor hij de raadselachtige bergen zou gaan beklimmen. Het gevoel alleen al dat deze bergen iets voor hem verborgen dat hij nog nooit gevoeld maakte dat hij die als een hondsdolle eekhoorn op wilde stormen. Het onnoembare leek zich daarboven voor hem te verschuilen, slechts een immense hoogte hield hem van deze geheimen vandaan. Deze uitdaging was voor hem om zijn lippen bij af te likken, hij voelde van de opwinding zijn hart al sneller kloppen.

Waarom? Waarom was het deze hengst hem lief om de dood in de ogen te kijken? Waar kwam dat gevoel van overwinning vandaan wanneer hij zijn doel bereikt had? Was het het bloed dat sneller door zijn lichaam begon te stromen, misschien was het een afwijking in zijn hoofd die hem liet denken dat het overweldigend was de meest gevaarlijkste missie's te overleven. Wat het antwoord ook mocht zijn; zelfs de gekste idioten deden niet de dingen die hij in zijn leven had gedaan. Door deze spannende affaires had hij zijn leven omgegooid. Hij had niet alleen zijn chocolade kleurige lichaam voor de rest van zijn leven omgebouwd, hij had óók nog eens zijn moeder de dood ingejaagd , zijn beste vriend in een krankzinnige actie om het leven gebracht. Ach ja, dat gebeurde nou eenmaal. Tja, als deze hengst niet was zoals hij was , was hij nu allang een emotioneel wrak zijn geweest maar het treuren om deze doden zat er voor hem niet in.
De dood van zijn vriend was puur voor de grap geweest, om het plezier. Hij kon het beeld van het paard, vechtend om het leven, nog goed voor zijn netvlies halen. Het sneeuwwitte beest lag in een plas van zijn eigen bloed en slijm. De geur van die vloeistof had de hengst alleen maar meer 'van de gekke' gemaakt. Langzaam had hij zich over 'zijn vriend' gebogen en zijn neus naar zijn oor gebracht. De brutale wolvengreins was niet van gezicht te wassen, de schittering in zijn ogen was angstaanjagend.
`Mijn vriend..´ was hij kort begonnen. Het hulpeloze wezen onder hem had op dat moment gedacht dat het rottende , een-oorige stuk vlees dat boven geposteerd stond hem hulp zou bieden want hij wist zelf op dat moment nog niet dat hij énkel was meegetrokken in een van Sauron's plannen die hij had verzonnen om hemzelf te plezieren. Daarbij was het árme , árme paard toch al stervende en zouden dit zijn laatste minuten zijn. Toch leek hij de pijn niet voelen, leek hij blij te zijn dat in het bijzijn van zijn 'o-zo-geweldige-vriend' was. Poeh, integendeel, hij moest eens weten. Sauron had enkel gelachen om dit aanzien.
`...dit moment zal ik nooit vergeten. Dankje dat je het me gunt dit geweldige´ hij likte zijn lippen af `aanzien met met elkaar te delen. Het was werkelijk plezierig je van die berg te zien donderen. Moeten we nog eens in het leven na de dood doen als ik je daar weer tegen kom´. Hij trok zijn kop weer met eens snelle beweging omhoog, nam wat afstand om hem van een goede hoek te zien sterven. Het witte beest op de grond was ontdaan , het kostte hem even enkele seconden om de woorden tot hem te laten doordringen maar toen zag hij sauron´s valse blik in zijn vlammende ogen. De roomkleurige hengst wilde het uitschreeuwen maar zakte al veel te snel weg in een diepe slaap waar hij nooit meer uit wakker zou worden. Daarna had de modderkleurige hengst het lichaam van zijn vriend eerloos aan de kant geschopt. Hij was onzuiver, schaamteloos...


Het was het moment deze reusachtige berg te gaan beklimmen. Lenig sprong de slanke hengst een rotsmuur op, zochten zijn hoeven stevigheid in de harde wand. Er rolden wat stenen onder zijn grijze hoeven vandaan maar hij bleef prima in evenwicht. De flair en de losheid waarmee de hengst zich draaide en omhoog stoof was van een hoge kwaliteit. Dit eerste obstakel was genomen en hij stond nu bovenop het muurtje. Achter dit muurtje liep de berg als een soort kom weer naar beneden dus nam hij zonder twijfel deze steile klim waar naar beneden. Aan de overkant moest hij juist weer omhoog klimmen dat hem ook met gemak beging. Hij lachte schamper; mocht dit de hele klim zo gaan dan was er niks spannend aan. Sauron keek omhoog, maar hij kon slechts meters ver kijken en niet zien waar de top zat, omdat een steile klip , een soort uitsteeksel, hem het zicht ontnam.
Snuivend stoof hij dan weer flexibel omhoog. Ditmaal was een vreemde geur tot zijn neusvleugels doorgedrongen. Veel tijd om erover na te denken was er niet want hij draaide zich een kwartslag om , om langs het uitsteeksel te draaien toen daar plots een bruine merrie voor zijn neus geparkeerd stond. Een brutale greins tekende zijn lippen.
`Aah, Sauron, is het niet? Het is me een genoegen´. HIJ WAS BEROEMD! Die verdomde merrie kénde zijn naam. Toen begonnen zijn hersens verder te draaien; éhuh, hoe ken je mijn naam dan wel? Met zijn listige blik gleden zijn vurige ogen over de merrie. Zijn ogen stonden geniepig, doortrapt, barbaars en weerspiegelde perfect de aard van zijn ziel, zoals ze altijd hun taak deden. Aangezien hij niet gek was had hij ook gezien dat het missen van zijn ene oor afgrijselijk vond, daardoor trok hij een geamuseerde bek. Hij wist zelf ookwel dat het afgerukte oor er niet... prachtig -even kort door de bocht- uitzag.
`Milady , Sauron it is´.
Koppig hield hij zijn ogen op de merrie gericht, liet hij merken dat er met hem niet te sollen viel. `Ik neem aan dat je niet een of andere intellectuele idioot bent en dat je hier met een doel bent gekomen´.
Het was niet echt een vraag, hij wist het al.


Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum