Opvliegende vogels - het geluid van de natuur die rustig en met een enige symphonie klanken spaarde en ze tegelijkertijd de lucht liet zuiveren. Ogen die het opkomende kadaver, omhuld met een mist van een natuurlijke schaduw, bekeken. Het heftige geklapper dat manen veroorzaakten die tegen een fiere hals werden gedrukt weerklonken door bomen, door merg en been. Niet bijzonder, niet opvallend. Wegstervend in het geruis van de levende wezens die zich in holen hadden verscholen. Die met hun meerderheid zorgde voor overwinning. Ervoor zorgend dat het geluid van hoeven geen inpact meer had op geluiden. De symphonie ging verder, terwijl het galopperende gedaante gehuld in zwarte schaduwen de weg met gedender overstak.
It's a damn cold night - try to figure out this light. Won't you take me by the hand - take me somewhere new.
Regen spatte uiteen nadat ze het huidoppervlak van het gedierte bereikten. Ook dit keer bleken het harde geluid van een bewegend paard geen invloed te hebben op de zachte slaapliedjes die de wind verzorgde voor zijn natuur. Geen enkel spoor van leven, geen enkel spoor van dood. Een spoor van een ondergane zon, vergezeld met dikke en grijsgekleurde wolkjes die deze vuurbal omringden.
Geduld - het woord wat in het denkende hoofd bleek rondspoken. Alsof het iets belangrijks was en of het haar leven zou redden. Eigenlijk was dit ook het geval, als je het letterlijk wilde bekijken. De zandkleurige manen van het paard tikten uitzonderlijk en ritmisch tegen een fierig opgekrulde hals. De rest van het lichaam was op verscheidene plaatsen bedekt met resten van verlorenheid. Verlorenheid die alleen met geduld overheerst zouden kunnen worden; waardoor het zou kunnen stoppen. Het geluid stopte, iets waardoor er geen enkel geluid meer te horen was. Enkel het gedruppel van de regen en de propere insectjes die zich in bloemen hadden genesteld weergalmde lichtjes door het dichtbegroeide en ondertussen donkerwordende bos.
"Goedenavond" De stem klonk zuiver. Zowel zuiver als beeldschoon. Klanken die wel het recht hadden boven de perfecte geluiden van de natuur te staan. De merrie had haar woorden gericht aan een paard, een witte hengst die zich tot haar genoegen in haar gezelschap had gevoegd. Tenminste, nog niet. Het was het feit of hij in zou gaan op haar vriendelijke begroeting, die heel misschien ietsjes mager was. Normaal gesproken was deze jonge merrie niet zo proper. Op dit moment was ze letterlijk uitgeteld, maar ondanks die redenen verlieten haar woorden nog steeds als een melodieus lied haar keel.
It's a damn cold night - try to figure out this light. Won't you take me by the hand - take me somewhere new.
Regen spatte uiteen nadat ze het huidoppervlak van het gedierte bereikten. Ook dit keer bleken het harde geluid van een bewegend paard geen invloed te hebben op de zachte slaapliedjes die de wind verzorgde voor zijn natuur. Geen enkel spoor van leven, geen enkel spoor van dood. Een spoor van een ondergane zon, vergezeld met dikke en grijsgekleurde wolkjes die deze vuurbal omringden.
Geduld - het woord wat in het denkende hoofd bleek rondspoken. Alsof het iets belangrijks was en of het haar leven zou redden. Eigenlijk was dit ook het geval, als je het letterlijk wilde bekijken. De zandkleurige manen van het paard tikten uitzonderlijk en ritmisch tegen een fierig opgekrulde hals. De rest van het lichaam was op verscheidene plaatsen bedekt met resten van verlorenheid. Verlorenheid die alleen met geduld overheerst zouden kunnen worden; waardoor het zou kunnen stoppen. Het geluid stopte, iets waardoor er geen enkel geluid meer te horen was. Enkel het gedruppel van de regen en de propere insectjes die zich in bloemen hadden genesteld weergalmde lichtjes door het dichtbegroeide en ondertussen donkerwordende bos.
"Goedenavond" De stem klonk zuiver. Zowel zuiver als beeldschoon. Klanken die wel het recht hadden boven de perfecte geluiden van de natuur te staan. De merrie had haar woorden gericht aan een paard, een witte hengst die zich tot haar genoegen in haar gezelschap had gevoegd. Tenminste, nog niet. Het was het feit of hij in zou gaan op haar vriendelijke begroeting, die heel misschien ietsjes mager was. Normaal gesproken was deze jonge merrie niet zo proper. Op dit moment was ze letterlijk uitgeteld, maar ondanks die redenen verlieten haar woorden nog steeds als een melodieus lied haar keel.