Met ploffen liep de hengst door de koren. Zijn benen optillend en dan de koren voor hem plettend om een weg erdoorheen te banen. Hij zette zijn tanden in de droge plant en trok er al lopend de bovenkant van de droge plant eraf. Hij vermaalde de droge plant tussen zijn kaken en slikte toen de droge troep door zijn keel. Toen hij het door zijn keel had stak hij zijn tong walgend naar buiten. Getver. Hij schudde zijn kop heen en weer en zijn tong wapperde mee. Een manier om die smaak eraf te halen? Nee, dat was geen manier, maar hij had al een tijd niet gegeten. Hij had sinds de ochtend geen hap door zijn keel gekregen, waarom? Geen idee.. De hele dag had het groene gras hem niks gedaan, en nu net toen hij honger had, was hij in dit vreselijke gebied. Bawh. Zijn spieren rolden onder zijn vacht, en de zon begon langzaam onder te gaan. Hij scheen nu nog wel, maar het minderde met de minuut. Je niet hoe snel die gele bol onder kon gaan, en daardoor de hele wereld kon veranderen. Beesten gingen in hun hol, of er juist uit. 's Nachts werden de meeste slechte daden gedaan. Maar ach, als iedereen sliep konden slechte paarden actief worden. Misschien iets veiliger, je kon niet zo snel veroordeeld worden dan als op klaarlichte dag even een stoffelijk overschot achterlaten. De hengst bleef maar lopen, om zo snel mogelijk uit deze rottige vlakte te verlaten. Hij kneep zijn ogen tot spleetjes om te zien waar het veld eindigde, maar hij zag niks anders dan die smerige koren. Hij beende weer verder door de troep en keek richting de zon om te kijken waar deze stond. Kort keek hij omhoog. Hij moest opschieten, anders zou de nacht al zijn gevallen, en dan liep hij hier nog steeds rond. Hij snoof. Hij twijfelde eerst of de hengst nou nog steeds slecht zou blijven, zoals zijn opvoeding. Door de zware trainingen dacht hij slecht, en deed hij slecht. Maar neutraal zou een optie kunnen zijn. Maar waarschijnlijk niet, hij bleef dan denken zoals hij nu dacht. En dan zou hij ook nog moeten kunnen opschieten met de goede paarden. Nee, slecht was voor hem de beste optie. Maar slecht zoals zijn vader hem had opgevoed zou hij niet zijn. Hij zou niet elk goedzakje die zijn pas zou kruizen afslachten. Natuurlijk zou het wel eens kunnen, maar niet nu zomaar direct nu. Hij zou afwachten wat het beest voor het goede ras zou kunnen. Als het een nep goedzakje was, was het beste om dan zo'n beest levenloos achter te laten. Intelligente goede paarden moest je eerst zo'n één, twee keer ontmoeten. Je moest weten dat zo'n paard echt slim was, en van die domme paarden die dachten dat ze goed waren, waren compleet nutteloos. Die moest je direct maar laten doodbloeden voordat ze anderen lastig zouden vallen. Ach ja, daar ging hij weer. Zo dacht hij nou constant. Hij was gewoon slecht, zoals zijn opvoeding, en dat moest hij accepteren. Zijn donkere oren lagen in zijn nek, en vanuit zijn buik kwam een zeurderige klank, knorrend. Hij hapte richting zijn buik. Wachten irritant zeurend geluid. Verderop is beter voer.
~ Open voor iedereen.
~ Open voor iedereen.