F A W N
Als vanuit het niets kwam het. Als vanuit het niets dwarrelde het vanuit de hemel naar beneden, om de aarde met haar koude vingers voor eens aan te raken en zich vervolgens op te hopen. Sneeuw. Wit als het was, zacht als het was. Toen de eerste vlok zich liet zien, haast twijfelend of hij wel op deze aarde thuishoorde, wendde de inktzwarte merrie haar hoofd omhoog. Ze liet haar blik over het dikke, haast zwarte wolkendek glijden, wetend dat het niet bij één vlokje zou blijven. Het zou gaan sneeuwen, en hard ook. Ze vond sneeuw altijd al fascinerend. Ze hield van de winter. Haar vacht, die de kleur van inkt had, was de laatste tijd dikker geworden, als natuurlijke reactie op de weersveranderingen. Hoe lang geleden was het dat ze de zon op haar vacht voelde schijnen? Dat de bosdiertjes vrolijk door het bos dwarrelden, niet wetend dat de winter voor de deur stond? Al een tijdje geleden, maar de merrie miste het alles niet. Wat ze wel miste was een kudde. Niet zozeer het geselschap van ander paarden om haar heen, maar de bondgenoten die ze zou hebben aan de andere leden. Eindelijk paarden met dezelfe ideeën, dezelfde gedachtes als die van haar. Krachtig stapte ze voort, soms vloekend vanwege de losbrokkelende ijsbrokken, die pijnlijk in haar hoeven prikten. Ondertussen was het harder gaan sneeuwen. De gure wind die er stond joeg de sneeuwvlokken in haar gezicht, waardoor die als kleine naaldjes aanvoelden. Ze snoof de koude lucht in. Haar adem ontsnapte als witte dampwolkjes uit haar opengesperde neusgaten. Haar spieren trilden van de inspanningen, haar ademhaling ging wat sneller dan normaal. Eigenlijk zwierf ze doelloos rond. Al dagen deed ze dat, en ze was nog geen levend wezen tegengekomen. Toen haar linkervoorbeen in de lucht hing, klaar om op het brokkelige ijs neer te komen, nam ze een vage schim waar, die haast onzichtbaar was door de sneeuw. Abrupt bleef ze staan, kneep haar helgroene ogen tot spleetjes en bekeek de schim, die duidelijker en duidelijker werd. Pas toen ze dichterbij kwam herkende ze de witte aftekening onder het oog van de zwarte merrie.