Het moment dat de geiser met luid gesis als van een slang die zijn prooi in het vizier heeft uitbarstte was het moment dat een brede hoef op de grond neer kwam met een dreun. Enkele nabije steentjes trilden, schudden onder het geweld waar ze door geteisterd werden. Een kolossale massa die grotendeels uit opbollende spieren en gehavende roodbruine vacht bestond bewoog zich voort tussen de spuitende geisers, ravenzwarte manen werden opgetild door de warme lucht en landden daarna weer op zijn gespierde nek, en bedekten opnieuw het langgerekte litteken dat daaronder verscholen lag. In slierten hingen ze nu langs hem heen, want als er één was die zich niet om zijn uiterlijk of voorkomen bekommerde, was het Sal wel. Net na het ‘incident’ dat zijn bloed liet koken en zijn tanden liet ontbloten was hij meer een wild dier geworden dan een intelligent paard. Hij had tijdelijk zijn verstand uitgeschakeld en puur en alleen op instinct geleefd. De aarde was roodgekleurd door zijn, maar vooral het bloed van anderen waar hij ging. Voedsel was niet nodig geweest, eveneens water. Bloed en vlees waren op dat moment waar hij voor leefde, en toen hij in DH teruggekeerd was was hij meer een wrak, een gespierde moordmachine met littekens en nog steeds open wondes over zich heen verspreid. En nog steeds. Nog steeds was het niet genoeg geweest. Niet genoeg om de kokende woede, de momenteel gestolde vulkaan aan razernij te voeden. Hij was slechts kort verzadigd, maar begon al snel weer te borrelen en te koken. Wie hem niet in de ogen gekeken had zou het niet begrijpen, en het was maar de vraag of wie dat wel deed dat wel zou doen. Pure waanzin lag verscholen achter een koele, ijzig koude barrière. Woede die met alle liefde op levende wezens los gelaten werd en alleen maar groeide en groeide naarmate die langer achter stalen tralies gevangen werd gehouden. Het beest was eerder al uitgebroken; Hoe lang zou het nu duren voordat het opnieuw zou gebeuren?
Momenteel was hij echter volledig onder controle. De groene ogen waren kalm en berekenend, als een smaragd hard en koud. Nog één keer zou hij het proberen. Dit was de laatste keer. De laatste keer dat hij voor iemand zou strijden, en dat hij iemand zou volgen tot de dood. De vorige keer dat hij die belofte gemaakt had was zijn vertrouwen ruw beschadigd. Maar hij zou nog een keer een nieuw doel voor ogen nemen. En als de leider van de Valkyrie hem niet wilde? Wie weet wat hij dan zou doen, het maakte niet uit. Ze zou alleen een loyaal lid mislopen, wans als Sal ergens voor ging of iemand besloot te volgen deed hij dat tot zijn laatste ademhaling door zijn lippen was geglipt. Als hij dood ging in een gevecht met haar of een ander, so what, de dood kon hem niet meer pijn doen dan de pijn die hij in één leven al gekend had. En dan bedoel ik niet alleen de fysieke pijn; Slechts de mentale was genoeg om menig paard van een klif af te doen storten. Waarom Sal dat niet gedaan had? Hij wist het niet eens. Hij had er geen antwoord op, en zolang niemand hem ernaar vraagde, en hij wist dat dat niet ging gebeuren, hoefde hij dat ook niet te hebben. Zo simpel was het.
Maar nu was het tijd om zijn besluit vast te zetten. Het was tijd om Fawn te roepen, leider van de Valkyrie. Wie weet zou ze hem wel aannemen: Hij wist niet precies waarom ze dat zou willen doen, maar er was een kans. Hij hief zijn nek en gooide zijn hoofd achterover. Een zware, rauwe hinnik vulde de lucht, bleef trillen in de omgeving en zwakte toen af in de verte. De roodbruine hengst keerde terug in een neutrale positie en wachtte af, geen spanning of twijfel op zijn gezicht af te lezen. Híj had zijn keuze al gemaakt, nu was het haar beurt.
[& Fawniepawnie ]
Momenteel was hij echter volledig onder controle. De groene ogen waren kalm en berekenend, als een smaragd hard en koud. Nog één keer zou hij het proberen. Dit was de laatste keer. De laatste keer dat hij voor iemand zou strijden, en dat hij iemand zou volgen tot de dood. De vorige keer dat hij die belofte gemaakt had was zijn vertrouwen ruw beschadigd. Maar hij zou nog een keer een nieuw doel voor ogen nemen. En als de leider van de Valkyrie hem niet wilde? Wie weet wat hij dan zou doen, het maakte niet uit. Ze zou alleen een loyaal lid mislopen, wans als Sal ergens voor ging of iemand besloot te volgen deed hij dat tot zijn laatste ademhaling door zijn lippen was geglipt. Als hij dood ging in een gevecht met haar of een ander, so what, de dood kon hem niet meer pijn doen dan de pijn die hij in één leven al gekend had. En dan bedoel ik niet alleen de fysieke pijn; Slechts de mentale was genoeg om menig paard van een klif af te doen storten. Waarom Sal dat niet gedaan had? Hij wist het niet eens. Hij had er geen antwoord op, en zolang niemand hem ernaar vraagde, en hij wist dat dat niet ging gebeuren, hoefde hij dat ook niet te hebben. Zo simpel was het.
Maar nu was het tijd om zijn besluit vast te zetten. Het was tijd om Fawn te roepen, leider van de Valkyrie. Wie weet zou ze hem wel aannemen: Hij wist niet precies waarom ze dat zou willen doen, maar er was een kans. Hij hief zijn nek en gooide zijn hoofd achterover. Een zware, rauwe hinnik vulde de lucht, bleef trillen in de omgeving en zwakte toen af in de verte. De roodbruine hengst keerde terug in een neutrale positie en wachtte af, geen spanning of twijfel op zijn gezicht af te lezen. Híj had zijn keuze al gemaakt, nu was het haar beurt.
[& Fawniepawnie ]