Midflower
-
-
Twee ongelovelijk grote vleugels zorgden voor een merkwaardig geluid. Om de aantal secondes klonk er een enthousiast gekras, vervolgd door nog meer klapgeluiden. Het dier had qua lichaam niet eens zo'n grote oppervlakte. De schijn deed je bedriegen; de twee gespreide vleugels zorgden ervoor dat de witte uil anderhalve meter breed leek. Daaronder bevond zich ook een groot dier. De goudkleurige merrie galoppeerde onder de witte uil, samen met een tegelijke snelheid in balans blijvend. Ze hinnikte, liet haar hoofd weer zakken terwijl haar blik op een vrolijke wijze vooruit gericht was. De koude wind die door haar vacht reette was normaal gesproken onprettig geweest. Nu voelde het lekker aan, evenals voor de uil. Het waterige zonnetje zorgde voor net dat beetje verwarming dat ze nodig had. Bloom brieste luid, terwijl de hoeven en de vleugels eindeloos doorgingen met bewegen.
Snel keek ze opzij, kijkend of ze het beeld van Midflower kon vinden. Gelukkig - de bruine, jonge merrie scheurde achter haar aan. Ze glimlachte, gooide haar hoofd nog een keer op en richtte haar diamtachtige kijkers weer naar voren. Overal was de witte kleur van sneeuw, iets waardoor de uil bijna tot niet opviel. De twee ijzigblauwe ogen van de uil bekeken op hetzelfde moment de blik van haar. Een nieuw gekras vulde de plaats, gevolgd door nog een enkele hinnik die als gezang de keelgat van het paard verliet.
Het pad werd alsnel smaller en langs de zonet lege randen onstonden enkele bomen. Ze verminderde vaart, om uiteindelijk lopend verder te gaan. Ze zuchtte lichtjes uitgeput, schudde haar hoofd heen en weer en krulde haar hals lichtjes. Ze keek opzij, de glimlach sierde nog steeds het goudgekleurde hoofd, enkel getekend met een zwart - bijzonder oplopende bles. "Was dat niet heerlijk Midflower? Het blijft me telkens verbazen welke snelheid we als paarden kunnen bereiken." zei ze, nog wat op adem komend met grote teugen lucht in te ademen. De uil streek langzaam naar beneden en kwam met een zacht geplof op haar schoft terecht. De vleugels klapten weer in en vormden een beschermende laag rondom haar witte lichaam. "Jij vond het geweldig, niet Amaranthe?" vroeg ze, gericht aan de uil die vervolgens met een krassend geluid leek te antwoorden.