Het zachte geruis van het water was van kilometers afstand al te horen. Een warme blik drong zijn ogen binnen bij alleen de gedachten al aan water. Water was er nooit teveel in zijn wereld, er was eerder een tekort voor zijn gevoel. Met vlotte passen draafde hij in de richting van het water. Toen de geur zijn neusgaten binnendrong verruimde hij zijn passen tot een snelle galop. Nu kon het niet snel genoeg meer gaan. Hij zigzagde tussen de bomen door, sprong over lage obstakels heen die zijn pad doorkruisten en maakte zo nu en dan een hoge bok van vreugde. Water water water! Gierde door zijn hoofd. Toen hij de bosrand voorbij was en het water steeds dichterbij kwam nam hij een kleine aanloop gevolgd door een krachtige sprong. Even zweefde hij, totdat hij met een harde plons het water indook. Hij werd naar beneden getrokken door de kracht van de waterval maar wist zich staande te houden. Ondanks de ijzige kou buiten moest en zou hij terug blijven keren naar het water. Hij ging nog even kopje onder tot hij de rand weer opklom. Het water droop in straaltjes van zijn manen en vacht af. Hij draaide zich om om nog een paar slokken te nemen waarna hij bleef staan kijken naar de adembenemende waterval waar hij vlakbij stond. Hij herinnerde zich de eerste keer nog wel. Zo mooi.. Hij keek op toen hij ineens wat hoorde. Hij keek naar de bosrand, hopend dat er geen slecht paard kwam om het moment te verpesten. Een goed paard zou altijd welkom zijn, hoe meer goede zielen hoe meer vreugd he.
[&&Olivia]
[&&Olivia]