Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Saaiheid heerst. (Only Anaïs)

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Nahor

Nahor

De jonge hengst snoof een keer met zijn neus. Hij blies stoomwolkjes uit. Nahor schonk er geen aandacht aan. Het interesseerde hem geen bal. De zwarte hengst had een hekel aan deze omgeving. Nog meer in de zomer, wanneer de bloemen zichtbaar waren. Dan had hij de neiging om alle bloemen persoonlijk te ruïneren. Nahor haatte vreugde en blijheid. Vooral blijheid. Daar kon de hengst zich erg aan storen. Nahor sjokte chagrijnig verder. Zijn zwarte staart hing zielig omlaag. Zijn ogen stonden dof en ongeïnteresseerd. Toen zag hij een felgekleurde bloem boven de sneeuw uitsteken. Opeens was al zijn aandacht op de bloem gericht. Nahor galoppeerde er naartoe. Toen hij bij de bloem was, stopte hij. Het zwarte paard tilde zijn hoef op en liet die vervolgens met een plof op de bloem terecht komen. Een valse grijns verscheen op Nahors gezicht. Hij genoot ervan om levens te vernielen, zelfs die van een bloem. Nahor plette de bloem nog eens extra goed. Daarna haalde hij zijn hoef weer van de geplette bloem af. Het leek niet eens meer op een bloem. Het was een smerig goedje geworden. Een heerlijk duivels gevoel stroomde door de hengst toen hij met een valse grijns naar het zielige hoopje bloem keek. Weer een bloem minder op deze aarde. Levens vernielen, daar was de hengst maar al te goed in. Nahor draafde weer verder, de dode bloem achterlatend. Zijn blik ging weer op ongeïnteresseerd. De hengst gaapte even. Moe was hij niet, het was eerder een gaap van verveling. Er was hier ook werkelijk niks te beleven voor een jonge hengst zoals hij. 'Leuk wereldje is het hier ook. Er is geen enkele reed aan.' mompelde Nahor verveeld. De hengst was inmiddels weer gestopt. Het eens zo mooie bloemenveld was in een witte vlakte veranderd. Om in de lente weer tot een bloemenveld te ontpoppen. Had Nahor ook weer iets te doen, bloemen vernielen. Dat was zomers zijn dagelijkse bezigheid geworden. Plotseling vingen de scherpe oren van Nahor hoefgetrappel op. Een naderend paard! Nahor keek om zich heen en zag een schim steeds dichterbij komen. Hij wachtte geduldig tot de schim hem naderde. Misschien viel hier toch nog iets te beleven.

&Anaïs.

Anaïs

Anaïs

Op haar doodse gemak wandelde de jonge merrie door de sneeuw. Haar donkere ogen waren op de witte omgeving gericht vol sneeuw. Het was midden in de winter en ze had het nu al niet meer naar haar zin. Ze wilde nog een paar maanden verder zijn en in de lente of zomer rondhangen. Paarden hadden het dan vele moeilijker en zo kon je ze sneller doden. Oké, nu ook omdat je weinig eten vond. Het veulen dacht eraan dat ze nog niet veel gegeten had. Meteen begon ze over de grond te gaan met haar donkere neus. Ze snoof de geuren op, zoekend naar gras. Ze schraapte met haar hoef door de sneeuw om eten te vinden. Dat vond ze. Net toen ze wat genoten had van gras en haar maag gevult was, drong er een onbekende maar deels bekende geur haar neus binnen. De kuddegeur hing rondom het paard en ook die van haar moeder. Meteen liep het veulen in de richting van de geur. Als het familie was of iemand van de kudde had ze er geen problemen mee. Een geplette bloem lag op de grond en een zwarte hengst stond verderop. Ze liep er rustig heen en keek nieuwsgierig naar de jonge hengst. Ze sloeg een keer met haar zwarte staart en probeerde een naam op de hengst te plakken. Er liepen zoveel zwarte hengsten rond in de kudde. Ze herkende meteen een paar uiterlijke kenmerken van de hengst. Ze wist dat het een soort broer was, maar welke van de twee. Ze negeerde de vraag in haar hoofd en knikte naar de grote hengst. "Hallo." Haar stem was duister en harder voor een veulen. Ze was ook al best groot voor haar leeftijd en spieren begonnen te vormen. Ze snoof zacht, schudde haar wintervacht uit en wachtte rustig op een reactie van de hengst. Veel was er nog niet te zien hier. De laatste bloem was zojuist verbrijzeld en snel zouden ze niet meer groeien in sneeuw. Het veulen sloeg een keer zacht met haar hoef in de krakende sneeuw terwijl haar donkere ogen, die ze van haar moeder had, op de zwarte hengst gericht waren.

Nahor

Nahor

Een donkerbruin veulen kwam dichterbij. Haar ogen stonden nieuwsgierig. Fijn een veulen, dacht Nahor. Daar viel ook zoveel mee te beleven. Sarcastisch bedoeld dan. Nahor wist dat veulens vermoorden niet kon. Het was gewoon laf. 'Hallo.' klonk de stem van het veulen, duister. Haar stem was harder voor een veulen dan je normaal zou verwachten. Nahor bekeek de kleine merrie goed. De kuddegeur hing rond haar. Dus was geen onbekende. De jonge hengst groef in zijn geheugen of hij dit veulen ooit eerder gezien had. Dit veulen had een bepaalde bouw. Die van Deina? Deina was de leidster van Horcrux en zijn moeder. Als Nahor het dus goed had, was dit veulen familie van hem. 'Hoi.' groette Nahor koel. Hij deed een stap in de richting van het merrieveulen. 'Ben jij niet familie van mij?' het klonk raar. Je vraagt ook niet aan een wildvreemde of ie familie van je is. Al hoewel deze merrie was niet een volslagen vreemde, want ze zat immers in dezelfde kudde als Nahor. Hij keek de merrie weer aan. 'Ik bedoel; ben jij een dochter van Deina? Je zit in ieder geval in dezelfde kudde als mij.' zei Nahor. De jonge hengst groef met zijn zwarte hoef in de sneeuw. Hij was benieuwd wat het veulen op zijn antwoord zou zeggen. Hij vond het vreemd dat hij deze merrie nooit eerder ontmoet had. Had Deina dit veulen al die tijd voor hem achtergehouden? Dit veulen was op zijn minst zes maanden. Een half jaar was een lange tijd. Zo lang kon je toch niet een veulen verbergen of wel? Het zat Nahor dwars. De hengst keek weer naar het bruine veulen. Hij wachtte geduldig op haar antwoord.

-flutje-

Anaïs

Anaïs

De jonge merrie drukte haar oren weer tegen haar schedel aan terwijl ze naar de zwarte hengst keek. Hij was veel ouder dan haar en ook ouder dan Duvessa. Hij was dus het tweede veulen van ze allemaal. Eerst had je Sage, maar die was er niet meer. De rest was er nog wel. Ze vond het wel gezellig zo'n grote familie, soms niet maargoed. Ze schudde haar wintervacht even uit en keek naar de hengst. Nieuwsgierig. Ze draaide met haar oren en sloeg met haar staart heen en weer. Ze wist eigenlijk niet zo goed wat ze moest zeggen tegen hem. Ze kenden elkaar niet eens goed. Ze haalde opgelucht adem toen de hengst zelf een vraag stelde, na zijn begroeting. Het merrieveulen knikte en antwoordde meteen op de vraag: "Klopt.." Het veulen wist dat hij nog meer zou vragen en zeggen over de familie, daarom wachtte ze nog even voor ze alles zou gaan uitleggen. Ze wachtte af en inderdaad kwamen de volgende woorden eruit. Hij vroeg of ze ook een veulen van Deina was en hij zei ook dat ze in zijn kudde zat. Het veulen knikte. "Ja, ik ben het laatste veulen. Mama is vertrokken uit het gebied en vond een goede bloedlijn hengst. Ik ken de rest van de veulens niet goed eigenlijk. Ik ken alleen Duvessa en mijn pleegzus Djuna. Jou ken ik ook niet, maar als ik denk aan de verhalen over de rest denk ik dat jij Nahor bent." De woorden kwamen er rustig uit. Ze keek nieuwsgierig naar de zwarte hengst en een klein grijnsje sierde haar lippen. Ze vond dit wel spannend. Zo iedereen leren kennen, maar soms wist je niet eens wie wie was. Rare familie soms. Ze schraapte kort met haar hoef over de grond en keek dan weer naar de hengst, haar broer dus.

Nahor

Nahor

'Klopt..' bevestigde het merrieveulen. Dus ze was toch familie van Nahor! Hij keek naar het merrieveulen om enige uiterlijke kenmerken in haar te herkennen. Nahor vond geen uiterlijke kenmerken die op hem leken. 'Ja, ik ben het laatste veulen. Mama is vertrokken uit het gebied en vond een goede bloedlijn hengst. Ik ken de rest van de veulens niet goed eigenlijk. Ik ken alleen Duvessa en mijn pleegzus Djuna. Jou ken ik ook niet, maar als ik denk aan de verhalen over de rest denk ik dat jij Nahor bent.' antwoordde ze op een rustige toon. Het merrieveulen keek nieuwsgierig naar Nahor en ze liet een kleine grijns zien. 'Oui, je m'appelle Nahor. Et tu?' sprak Nahor op een koele toon. 'Wat is jouw naam?' Voor het geval ze geen Frans kon verstaan: 'Ik ben inderdaad Nahor. Ik antwoordde net in het Frans. Goed voor je taal.' grinnikte Nahor. Hij richtte zijn donkere ogen op de merrie die zijn zus was. 'Ik ken ook amper mijn broers en zussen.' zei de jonge, zwarte hengst. 'Misschien heb je hier iets op tegen, maar ik vind Deina een gek.' antwoordde Nahor donker. 'Ze is gek dat ze alleen op zoek gaat naar een hengst voor nageslacht en vervolgens niks meer met die hengst te maken wil hebben.' vervolgde hij boos. Nahor schraapte met één van zijn zwarte hoeven over de grond. Hij schoof de sneeuw opzij. Toen keek hij zijn zusje weer aan. 'Sorry, maar zo schend je wel de trots van een hengst. Door hem te gebruiken. Daar kan ik dus echt niet tegen!' snoof hij woest. Nahor keek naar haar zusje om haar reactie te pijlen. Wat zou ze hiervan vinden? Nahor wachtte af.

Anaïs

Anaïs

De jonge merrie had haar ene oor tegen haar schedel gedrukt en de andere stond schuin naar voren. Ze keek naar de zwarte hengst die antwoordde. Het was in een rare taal die ze niet snapte. Ze hoorde alleen zijn naam, want die wist ze al dus kon ze die verstaan. Haar donkere ogen staarden hem aan alsof hij even iets verkeerd gezegd had. Iets raar. Oké, dat was dan ook wel. Hij vroeg daarna wat haar naam was en dat hij het zojuist in het Frans gezegd had. Een andere taal. Het veulen knikte even. "Oh uhm oké dan denk ik, niet dat ik Frans wil leren. Ik denk er nog niet aan, maar ik ben Anaïs." Haar stem was kalm. Normaal was ze heel duister en vals, maar nu had ze niet echt een reden om dat te zijn. Bij haar broer kon ze kalmeren eigenlijk. Elkaar rustig aan leren kennen. Hij dacht dat vast ook. De hengst begon deze keer over haar moeder. Hij zei dat ze er misschien iets op tegen had, maar hij vond haar een gek. Hij vond het stom dat ze hengsten gebruikte voor nakomelingen en deze dan liet stikken. Daar had hij inderdaad dan ook gelijk in. "Ja, daar heb je gelijk in. Ze vertelde wel dat sommigen haar ook lieten stikken, maar de laatste keer liet ze inderdaad de hengst stikken en ging ervandoor. Nu is er zelfs een gevecht geweest en is ze nog verloren ook. Hoe dom." Geërgerd rolde het veulen met haar donkere ogen. Hij had gelijk. Ze dacht weer helemaal aan de verhalen die haar moeder verteld had. Ze snoof even en ging even verder, iets dat hem misschien ook interesseerde. Nu ze toch over haar bezig waren. "Weetje, nu heeft ze wel iemand om haar leven mee te delen. Een hengst waar ze niet eens veulens van wil. Ze is veranderd in een idioot. Niet dat ik haar lang ken en vroeger, maar ze is echt raar. Ze veranderd elke keer. Nu wil ze mij en Duvessa zelfs aan een of andere hengst koppelen. Kom op, ik ben een veulen." Geïrriteerd snoof de merrie en sloeg ze met haar hoef in de sneeuw. Het maakte haar gek en woedend. Net zoals hij erover dacht dan. Ze drukte haar oren weer in haar nek terwijl ze de hengst aankeek.

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Soortgelijke onderwerpen

-

» Saaiheid.
» Anaïs
» Anaïs come!
» Welcome, Anaïs ~
» Anaïs!

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum