Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

~Prisoner of my mind [OPEN]

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

1~Prisoner of my mind [OPEN] Empty ~Prisoner of my mind [OPEN] zo 5 feb - 11:10

Blue

Blue

Slome passen markeerden haar voortgang.
De relatief jonge merrie was onderweg naar haar bestemming, het enige probleem was dat ze niet wist waar die lag of hoe lang ze erover zou doen. Alleen dat ze deze kant op moest, maar over een paar seconden zou ze zich net zo goed moeten omdraaien en weer terug gaan.
Ze was een gevangene van haar eigen hoofd.
Hoe hard ze er ook tegen vocht, het won altijd, en zij zou altijd gehoorzamen. De laatste keer dat ze een normaal gesprek had gehad kon ze zich niet eens meer herinneren. De enige conversaties die ze voerde was met zichzelf, ze stelde zichzelf vragen waar ze soms wel en soms geen antwoord op kreeg.
Haar hoeven brachten haar steeds dichterbij het water, de grijzige ogen opengesperd in een soort maniakale schittering.
’Wat is dat Blue? Zou het leuk zijn om daarin te rennen, hmm?’ vroeg ze zichzelf.
Zonder op een antwoord te wachten draafde ze de zee in, het ijzige water klotste om haar heen, de witte koppen braken om haar benen en ze had plezier.
Hoewel het voor korte tijd was, leken deze momenten ervoor te bestaan om haar op te beuren. Even verlost van het onderdrukkende gevoel dat ze meestal had voelde ze zich vrij. ’Whieee!’ Een verlossende schreeuw van frustratie werkte zich een weg naar buiten en ze gooide zich op haar achterbenen omhoog. Op het randje van de balans wankelend snoof ze de snijdende zilte lucht diep in. Wetend dat ze spijt zou krijgen van haar acties liet ze zich achterover vallen, de seconden strekten zich in de eeuwigheid uit en het water leek omhoog te komen om haar val op te vangen. De blauwe lucht boven haar werd buiten gesloten toen het water over haar heen spoelde. Voor een paar seconden was ze gewichtloos zo in de zee.
Weer bovenkomend brieste ze het water uit haar neus en proestte lang. Langzaam stapte ze weer naar de kant, haar benen iedere pas boven de zee optillend om de zwarte hoeven met een grote plons weer neer te laten komen. Genietend van het gevoel dat haar spieren moesten werken om het klaar te krijgen bereikte ze het zand. Ze waadde de laatste meters naar de kant en een zachte melodieuze lach weerklonk in haar eigen oren.
Met een schok hield ze haar adem in, het was zo lang geleden dat ze zichzelf had horen lachen, de herinnering eraan was nog maar vaag.
Ze blies de ingehouden lucht langzaam uit, de beweging gecontroleerd en strak.
Een nieuwe geur dreef haar neus in
Met haar hoofd een tikkeltje schuin stond ze daar, het water droop van haar doorweekte lichaam af en een half onderdrukte rilling trok over haar rug. Zie je, zei de stem in haar binnenste, nu krijg je spijt van dat kleine “avontuurtje” van je. Eigen schuld.
De zwarte arabier negeerde de stem zo goed en kwaad als het ging en concentreerde zich op de geur. Ze herkende hem niet, hmm, wie zou het zijn. Misschien wel een prachtige witte hengst met golvende manen tot op zijn knieën of een sierlijke arabier, net zoals zij, speculeerde ze. In feite had ze geen flauw idee wie eraan kwam. Maar de gedachte aan een echte, levende, ademende gesprekspartner was te goed om voorbij te laten gaan.
Blue stapte weg naar haar nieuwe bestemming, ze was verbaasd over hoe stijf haar spieren aanvoelden. De damp sloeg nog steeds van haar lichaam en ze koelde snel af, het zou een wonder zijn als ze hierdoor niet verkouden werd of erger, ziek.
Blegh, ze was een keer eerder lichamelijk ziek geweest, en het was bijna haar dood geworden.
Over haar geestelijke gezondheid praatte ze liever niet. Slechts enkele paarden wisten van haar “ziekte” af, en de meeste daarvan waren dood, of aan de andere kant van de wereld…
De geur werd met iedere pas sterker en in de verte werd een schim zichtbaar.

Open voor wie wil!

Deamon

Deamon

Deamon was tot nu toe overal al geweest, alleen het strand. Het strand waar hij even kon uitwaaien. Zijn oren diep in zijn bos manen geduwd en zijn ogen stonden duivels en gemeen. Waar op dit moment zijn lange dikke golvende manen overheen viel. Zijn brede hengsten nek droeg zijn grote hoofd. Deamon stapte flink door. Elke grote stap was krachtig genoeg om Het kleine stukje om hem heen te lieten beven. En diepe sporen in het zand achter te laten. Zijn lange sokken onderaan zijn hoeven vielen als een soort gordijn over de grote hoeven heen. Ja kort om deamon was een uit de kluitgewassen frieze hengst. Die je in het donker zowiezo niet tegen wil komen.

Deamon zag in de verte een nieuw paard. Haast maakte hij niet. Rustig stapte hij richting het nieuwe paard. Halverwege hoorde deamon een gil. " he die merries altijd dat gegil van ze, ze zullen de merries moeten afschaffen" mompelde hij in zich zelf. Terwijl hij bijna naderde had de merrie hem ook eindelijk door. Deamon zijn oren gingen schijnheilig naar voren, en zijn blik veranderde in een valse glimlach, maar nog steeds die duivelse ogen. Die ogen lied hij ver de zwarte arabische merrie glijden, want dat was duidelijk. Deamon was benieuwd uit welke soort hout deze merrie gesneden is en bleef even een praatje maken. Maar daarvoor liep hij eerst stil zwijgend bijna gewokn angstaanjagend stil een rondje om de merrie en keek haar met zijn duivelse ogen aan. Waar door hij in een keer zijn achterhand omgooide en tegenver de merrie stond " boe!  " zei hij toen en een valse glimlach zijn zwarte lippen sierde. 

Blue

Blue

Langzaam werd de schim duidelijker, de vage omtrek kondigde een paard aan, even zwart als de nacht als dat ze zelf was.
’Hmm?’ Klonk vragend op uit haar mond. Het was duidelijk dat er een hengst aan kwam, zijn passen zwaar en rauw op de grond.
Haar zachte lach weerklonk in de lucht, hoewel ze betwijfelde of de ander het zou kunnen horen. Het contrast tussen het paard wat ze zich zoeven in haar gedachten had voorgesteld en wat er aankwam had moeilijk overtroffen kunnen worden. De overschaduwde blik van de hengst richtte zich op haar.
Dit werd niet het gezellige onderonsje waar ze op had gehoopt, Blue haalde adem en bereide zich mentaal voor op wat komen ging. Haar lichte ogen volgden iedere pas van de zwarte hengst, namen het patroon in zich op en herinnerde het zich. Voor als ze hem ooit nog eens tegen zou komen…
Ze bleef kalm staan toen hij een rondje om haar heen liep, ergens voelde ze een steek van ergernis, hij gaf haar het gevoel dat ze een paard op een veiling was die hij ging kopen. Een soort handelswaar. De enige beweging die verraadde dat ze hem in de gaten hield waren haar ogen.
De hengst draaide zijn kont plotseling om en keek haar recht aan. ‘Boe!’ Klonk zijn kille stem, een valse glimlach verspreidde zich om zijn mond terwijl hij daar stil bleef staan.
Langzaam trok Blue een wenkbrauw omhoog. Boe? Was dat alles dat hij kon verzinnen. ’Hmm? Was haar weinig intelligente antwoord. ’En wie ben jij dan wel weer’ Haar stem bevatte een verveelde ondertoon die aangaf dat ze weinig zin had in zijn macho gedrag. Als dit het gezelschap voor moest stellen waar ze op gehoopt had dan hoefde het van haar net zo goed niet meer. Inwendig zuchtte ze, Zal ik omdraaien? vroeg ze zichzelf. Er volgde slechts een koppig stilzwijgen. Goed, dan niet… Misschien maak ik er wel weer een puinhoop van. Meesmuilde ze.
De enige uiterlijke reactie op haar innerlijke monoloog was het gedraai van haar oren. Met een scherpe blik bleef ze de hengst aankijken. Er waren slechts enkele seconden verstreken na haar vraag aan hem, maar ze had geen geduld vandaag. In haar ongeduld klakte ze met haar tong. ’Komt er nog wat van?’ Het scherpe randje aan haar woorden ontging haar niet, ergens was ze nieuwsgierig naar de reactie van de overduidelijk “slechte” hengst. Als een paard zonder voorkeuren had ze van beide partijen niet erg hoog op. Ze had te veel meegemaakt, meer dingen gezien dan een ander in heel zijn leven mee maakt om nog optimistisch over het leven te kunnen denken. Life sucks. Dat somde het zo’n beetje op.
Maar haar leven overgeven aan het andere uiterste zou ze ook niet doen, hoe lekker de koekjes ook smaakten. Nee, Blue stond ertussen in, zo kon ze doen wat ze wilde zonder erop aangekeken te worden, en op deze manier hoefde ze zich niet schuldig te voelen over haar aandoening. Misschien zou ze een bordje, “Aanspreken op eigen risico” om haar nek moeten hangen.

Deamon

Deamon

Deamon zette even aan paar passen naar achteren en gooide even zijn hoofd lomp omhoog. Waarna hij opnieuw zijn duivelse ogen in haar ogen boorde, en haar blik niet los liet. Deamon hoorde de stem van de merrie, die stem die een beetje verveel overkwam. Deamon hield er van. Hij hield er van om saai over te komen. Je kon het begin beter te saai overkomen, zodat je het ietsje bij ietsje kunt opbouwen. En zowieso deamon wou weten wat voor vlees hij nu in de kuip had. En dit keer was het een merrie die er niet lelijk uitzag. Het was dan wel niet de smaak van deamon, maar ze mocht er wezen. Deamon gooide weer even opnieuw zijn hoofd in de lucht en vulde zijn longen even met een frisse hap zeelucht. Deamon was anders dan de andere paarden. Deamon was een paard met twee persoonlijkheden. Een persoonlijkheid, die op deed waken als hij kwaad werd. Daar door heeft hij veel verloren in de zi van paarden. Vechtpartijen nooit verloren. Maar zovaak vechtte deamon niet. Hij zal nooit zelf een gevecht uitdagen, alleen als het moet. Ee slecht paard betekende niet elke paard aanvallen, elke hengstige merrie met je p*k achteraan lopen. Nee deamon vond dat achterlijk en zulke slechte paarden mogen zich wannebes noemen.

Deamon die zijn gedachtes even weer bij de les schudde richtte zich weer op de zwarte merrie voor hem. Daar was hij mee in gesprek. Toen hij de eerste woorden hoorde van de zwarte merrie kwam er een valse grijns op zijn zwarte lippen. " zal je geloven als ik zei dat ik deamon heette " sprak hij toen met een valse donkere en rauwe stem. Zijn ogen stonden duivels. Maar zijn oren stonden gewoon naar voren. Hij hoeft zijn oren et naar achteren te leggen,hij hoeft zich niet te bewijzen. Zijn golvende lange zwarte manen waren voor de wind te zwaar om op te tillen, alleen de puntjes waaide omhoog. De dikke staart van deamon was helemaal te zwaar. Deamon richtte zich even op de horizon. Het leek wel alsof de zee nooit ophield. Het leek wel alsof je aan de andere kant er vanaf kon vallen. De golven kwamen hoog en klotste tegen de kliffen aan waardoor de golf brak en een schuimkop ontstond wat aanspoelde aan de waterkant. Het was mooi om te zien. De zee, die je vriend kon wezen, waar je veiligheid kon opzoeken tegen de warmte die je in de zomer had. Maar de zee had ook al genoeg levens geëist. Deamon richtte opnieuw zijn blik weer op de zwarte merrie. " wat is jou naam ? " vroeg hij op een norse manier terwijl hij even een klein gat in het zand graaide met zijn brede en lompe hoeven. Deamon luisterde naar de merrie. En wachtte af.

Blue

Blue

Langzaam knepen haar ogen zich samen, tot het nauwe spleetjes waren waar staalgrijze irissen doorheen keken. Opnieuw liet ze haar blik over de hengst dwalen. Haar huidige gesprekspartner leek niet echt een doetje te zijn, en aan de hoeveelheid littekens over zijn vacht was zijn verleden ook niet al te rustig verlopen. Goh, wat een toeval. Een zwartje met een verhaal. Sprak de stem sarcastisch. Ze rolde met haar ogen, wat zijn we weer lekker aardig. ‘Dan zul je vast niet geloven dat ik Blue heet.’ Zei ze. In tegenstelling tot de dikke manenbos van de hengst die zich Daemon noemde, waren haar manen wel licht genoeg om in het woeste spel van de wind te worden meegenomen. Ze sloegen tegen haar hals aan om weer te worden opgetild en uit elkaar te waaien, evenals haar staart die langs haar achterbenen zwiepte om soms zelfs haar flanken te raken. Blue merkte zijn afwezigheid op en volgde de richting van zijn blik. Achter haar was de zee, ontembaar en wild. Zoals ze altijd zou zijn, en ook hoorde te zijn. De verraderlijke dieptes konden je soms onverwacht naar beneden sleuren en je niet meer naar boven laten gaan.
Na een paar seconden scheurde ze haar ogen weer los van het machtsspelletje van het water tegen de rotsen en richtte zich op Daemon. Zonder enige schaamte bleef ze hem passief aanstaren, het deed haar weinig wat hij van haar zou vinden, dit soort dingen deed ze vaak alleen al om te zien wat de reactie zou zijn. De drukkende bekendheid aan de rand van haar bewustzijn vertelde haar dat het niet lang zou duren voordat haar binnenste het stokje overnam. Deze gedachte leidde haar af van waar ze mee bezig was en ze keerde zich voor een moment in zichzelf. Bezig met haar eigen gedachten merkte ze het niet toen Daemon de grond voor zijn voeten om begon te spaaien. Na zichzelf weer in hand te hebben gekregen leek de waas die over Blue’s ogen lag weg te trekken. Ze keek de Fries met hernieuwde helderheid aan. ’Hmm?’ Vroeg ze half aan hem, voor het geval ze iets gemist had in haar korte confrontatie met zichzelf. Niet op een antwoord wachtend van zijn kant ging ze zelf maar verder met hun “je-gelooft-me-vast-niet” gesprek. ’En dan zal je ook vast wel niet voor waar aannemen dat ik een ietsie-pietse gestoord ben, hea.’ Haar toon geforceerd licht terwijl haar ogen hard als staal waren. De glimlach die haar mondhoeken omhoog deed krullen had niets van vrolijkheid in zich, slechts de grimmigheid die totaal het tegenovergestelde waren van haar woorden.

Deamon

Deamon

Deamon luisterde naar haar woorden. Even kwam er een grijns op zijn lippen. Hij had zeker een bijdehande merrie bij hem staan, een merrie die zeker haar pit nog niet verloren is hier in dreamhorses. In tegenstelling tot de koppigheid van de merrie toen ze zei dat hij dan niet geloofde dat de merrie blue heette greens hij vals. " jawel hoor " kwam er alleen op. Een schaapachtige uitdrukking verscheen op zijn zwarte gelaat. Was deamon nou een spelletje met haar aan het spelen?

Deamon zag haar ook even turen naar de zee, waarna hij de ogennop deamon voelde branden. Ze zag haar passief in zijn ogen staren. Maar deamon deerde het niks en keek op de zelfde manier terug. Deamon schudde even zijn hals waarna hij zijn gewicht even van de ene been naar de andere been schoof. Toen ze het over een ietsie pietsie gestoord had greens deamon. " jij gestoord? Misschien. Maar ik vind het meevallen " sprak deamon toen op een norse manier uit. En keek haar vervolgens weer nors en wreed aan. Waarna deamon zijn zware imposante lichaam in een stap zette en zo even een rondje om de arabische merrie liep. Ze had mooie lange benen, en haar lichaam was rank en sierlijk. Typisch hoe een merrie hoort te weze . Deamon had het rondje om haar gelopen waarna hij weer oogcontact zocht met haar.
" je ziet er lekker uit " greens hij vals. En wachtte af hoe de merrie er op reageerde.

X Sorry sorry sorry, eas deze topic haast vergeten.. Oohhh spijt me zo 

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum