Langzaam draafde ze aan. Ondanks dat er overal, en dan ook echt overal sneeuw lag. Was het hier heet, bloedheet. De vacht van Streya was dit keer niet nat van de sneeuwstormen, en de regens. Of de gewone sneeuw vallen. Dit keer was die nat van de vreselijke hitte. Dit was het gebied van de slechte. Dit was het gebied van Valkyrie, het gebied van Horcrux. Om beter te zijn, het gebied van Deina, die ze al eens eerder ontmoet had. Ze zeiden dat ze hier niet veilig was. Ze zeiden dat als je hier niet dood ging aan de hitte. Het wel was van de slechte die hier overal en nergens verspreidt waren. Ze zeiden dat ze je wegjagen, alsof je een vogeltje was. Ze zeiden dat ze je wegjagen, hoe dan ook. Dat ze je anders zouden vermoorden. Ze zeiden dat als je er eenmaal in gegaan was, je er niet meer uit zou komen. Je zou er niet meer zo uitkomen zoals je er in ging. Dat was wat ze zeiden. Wat alle paarden zeiden, alle paarden die niet in een van de kudde's zaten. Streya geloofde ze niet. Zelfs als ze ze geloofde, zou het haar nog niet er van weerhouden. Hier eens eventjes op bezoek te gaan. Eens eventjes te kijken, wat de wannabes en de echte slechte van tegenwoordig haar te bieden hadden. Ergens miste ze de tijden in haar vorige gebied. Waar Streya zelf aan de macht was. Maar toen brak dat idiote virus uit. Het virus van striem, zoals Streya het noemde. Iedereen die er door werd besmet, werd vreselijk oud opeens. Ze konden niks meer, alleen maar staan. Ze konden niet meer praten, ze konden amper ademen. En zo gingen ze een pijnlijke en vreselijke dood tegemoet. Streya zelf was snel genoeg weggegaan. Ze schudde haar zelf uit. Een sterke geur kwam in haar neus terecht, sterker dan de twee kudde geuren die er hingen. Haar mondhoeken krulde heel eventjes kwaadaardig op. Toen stonden ze weer strak. Nu zullen we het meemaken. Flitste er door haar gedachte heen. Haar blik was moordlustig en kwaadaardig. Haar hoofd had ze fier en trots in de lucht geheven. Trots liep ze op het paard af. Eens zien wat die te bieden had. Wat die Streya voor een lol kon geven. Ze stopte voor het wezen. Het was slecht dat was duidelijk, de rest was niet duidelijk. Streya zwaaide uitdagend met haar staart. Ze had wel eens behoefte, met een fikse ruzie met een echte slechterik. Zo eentje, waarbij de meest nieuwe scheldwoorden aan bod kwamen. De meeste waren dat soort scheldwoorden, die Streya maar al te graag in haar woordenboek wou opslaan. De gene die ze zeker te weten moest onthouden. Ze snoof eventjes, en stampte met haar hoef op de grond, om het dier te laten weten dat ze niet van wachten hield. En dat ze zelf ook zeker te weten niet van plan was om te beginnen met praten. Streya haar littekens waren goed te zien in het felle licht van de zon. Ze had het warm, maar ze was hier pas heel eventjes. En de dorst was bij haar nog niet toegeslagen. Ze zou wel eens zien of wat ze zeiden allemaal waar was. Streya moest toe geven dat de meeste die dat zeiden goed waren. Maar er zaten enkele neutrale in en enkele slechte. Streya miste de tijden van de echte slechten zeker. Inmiddels was het tegendeel bewezen, dat niet alle slechten haar weg jaagde uit het gebied van de Horcrux en de Valkyrie. Maar misschien... Misschien was deze merrie wel geen echte slechte geweest? Streya twijfelde, ze twijfelde enorm. Een geur kwam in haar neusgaten terecht. Haar tong gleed eventjes langs haar mond. Inmiddels was ze al aardig wat paarden tegengekomen. En pas één goede. De rest waren echt slecht, of dachten dat ze slecht waren. Streya was er maar vier tegengekomen die écht slecht waren. Misschien was het wezen dat naderde wel een écht slechte. Dan zouden het er vier worden. Langzaam zag ze een veulen naderen. Streya draaide haar hals eventjes, om het veulen dat zij nu opleidde een blik te geven dat die achter een van de reusachtige rotsen moest gaan staan. Hij gehoorzaamde kalm, en ging daar staan waar niemand hem kon zien, en waar hij alles op en top kon horen én zien. Kalm keek ze toe hoe het wezen naderde. Zonder zelf ook maar één keer één poging te doen om iets dichterbij te komen. Uiteindelijk boorde haar ogen zich in die van het merrie veulentje. Kalm zwaaide Streya met haar staart. Wachtend op een begin woord van de merrie.
~DJUNA!~
~DJUNA!~