[M'n ouwe Salvedir-aardappel komt ook, als het goed is? ]
Kleine deeltjes vlogen eenzaam rond in de ijzige lucht, samen aswolken vormend die laag over het oppervlak scheerden. Alleen waren ze niets waard...Samen konden ze een groep paarden verblinden. Het was een principe dat voor meer dingen van toepassing kon zijn. Zo ook voor de kudde, de Valkyrie. Alleen waren de paarden slechts kleine speldenpuntjes die hier en daar vernietiging konden veroorzaken: Gecombineerd, met één doel voor ogen, was het mogelijk om de goede butterfly-my-little-pony's zijde
de grond in te boren. Sal keek er al naar uit, en een kakelend, zeg maar compleet gestoord lachje rolde kort over zijn lippen, voordat hij weer in de uiterlijk stoïcijnse hengst leek te veranderen. Niets was minder waar over het onvoorspelbare karakter van de hengst...Maar dat wist de buitenwereld niet. De gevaarlijke glinstering in zijn ogen, de fonkelende lust naar dood en verderf heerste daar altijd, zweefde altijd rond als een geest die geen rust kon vinden. Zíjn geest die geen rust kon vinden. Een rimpeling zilveren wind gleed door zijn roodbruine vacht, gehavend en deels onder het vuil. Hij was niet iemand die zich om uiterlijk vertoon bekommerde; Eerlijk gezegd boeide zijn eigen toestand hem nooit iets. Zolang hij nog een hoef op kon tillen en zijn tanden ergens in kon zetten was het allemaal prima voor elkaar voor de massieve hengst. De klitten in zijn manen wervelden rond zijn oren en prikten in zijn ogen toen een windvlaag ze met veel geweld in zijn gezicht blies, en hij bromde iets tegen de wind, die antwoordde met een nieuwe vlaag gruis en stof. Hij klapte zijn kaken op elkaar en stapte zonder een bestemming door.
Wist hij veel dat vandaag een amusante ontmoeting met twee andere paarden in het verschiet lag, die wederom het uiterste van Sal's sociale vaardigheden naar boven zou halen. Sociale vaardigheden die de hengst jammer genoeg niet bezat en hoogstwaarschijnlijk ook nooit zóu bezitten. Boksballen om frustraties op te uiten hadden nooit gewerkt bij Sal aka Meneer Tactloos en psychiaters verloren om de één of andere reden altijd op mysterieuze wijze ledematen..
Daar had Sal natuurlijk geen schuld aan. Uhuh, uhuh.
Een plotselinge vlaag woede leek even door hem heen te gaan, toen hij een witte merrie in de verte zag. Merrie + Wit =
Baaaad memories. Really bad. Zijn gezichtsveld werd bedekt door een rode waas terwijl hij plotseling stokstijf stil bleef staan. Een rilling trok door het lijf van de hengst en zijn tanden knarsten over elkaar heen. Een diep, trillend geluid, nauwelijks hoorbaar, kwam voort uit zijn borstkas en zijn oren gingen plat in zijn nek. Zijn groene ogen werden vlijmscherpe schijfjes en drilden zo ongeveer in de gestaltes die nog te ver weg waren om hem opgemerkt te hebben. Beelden flitsten door zijn gedachten en de woede leek in een monster te veranderen dat zijn binnenste in vuur en vlam zette.
Toen kwam een vlaag wind, en hij snoof de geuren haast zonder het door te hebben op. Niets bekends. Nee, dit was ze niet. Langzaam leek de vloeibare haat weer terug te stromen, het beest weer in zijn kooi opgesloten te worden. De groene ogen, die van brandend weer afkoelden tot Antarctish-koud, bleven echter op de paarden gericht. Nah. Hij kon nu evengoed een bezoekje brengen, nu hij ze toch al opgemerkt had. Hij stapte op precies dezelfde wijze als voorheen verder, slofte met zijn brede hoeven door de as, en kwam uiteindelijk bij hen aan. Hij hoorde de laatste zinnen van het gesprek. Huh. Merries. Wat doen namen ertoe?
"Je kunt haar altijd nog witje noemen." ..Na een korte pauze een conclusie trekkend, en met zijn grote hoofd knikkend: "Zwartje." Zei hij met een toonloze stem en keek de twee droog aan, alsof hij ze zojuist de meest voor de hand liggende oplossing had geschonken. Als hij het kon had hij zijn schouders er nog bij opgehaald, ook. Hij was groter dan de andere twee, maar dat was het geval bij de meeste paarden: Sal kwam nou eenmaal over als een soort bulldozer en in feite was hij dat ook. Hij stormde gewoon overal recht doorheen zonder subtiele of tactische hints, en hij deed niet aan steken onder water, verraad, misleidingen, dat soort spelletjes. Sal hield niet van spelletjes. En hij had al door wat hier aan de gang was: Een soort gekibbel van merries waarin ze wilden bepalen wie hier de slimste en dominantste was. Ook daar had hij een goede oplossing voor: Wie het eerste dood gaat verliest. Een maniakale grijns schoot vluchtig over zijn donkere neus en zijn ogen lichtten kort op, waarna de lampjes weer doofden en hij de twee merries ongegeneerd aanstaarde, afwachtend of er iets ging gebeuren of dat hij weer verder zou moeten lopen, op zoek naar iets nieuws om zijn aandacht op te vestigen. Toch had hij het gevoel dat dit een gezellig onderonsje kon worden. Mu. Ha. Ha. Ha.