Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

i guess it's just a matter of time

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Celebrían

Celebrían
VIP

You would not believe your eyes, if ten million fireflies
Light up the world as I fell asleep.
Het was niet de strenge Noordenwind die haar opwekte uit een droomloze slaap. Noch was het een kille oostenwind die het koude landklimaat met zich meebracht. Wankel stond ze daar, leunend tegen een boom in de hoop niet om te vallen. Ze was zwak. Zwakker dan ze ooit was geweest. Haar lichaam bloedde, haar spieren deden pijn. Brandende pijnen voelde ze in haar hart. Steken waren te voelen in elk lichaamsdeel. En ze haatte het. Ze haatte het om zichzelf op deze manier te verraden. Voelde een gevoel van onmacht; het was een gevoel dat ze niet kende. Maar er was niets dat ze er tegen kon doen. Zij was het zélf. De zwakkeling. De dwaas met de grote mond die dacht alles aan te kunnen. In theorie had ze al het kwaad kunnen trotseren. De praktijk, echter, bleek vele malen moeilijker te zijn. Het was als de dag van gisteren, dat ze had gefaald in haar eigen wereld. De Demonen van de hel hadden haar te grazen genomen en haar genadeloos af weten te slachten. Het was een groot verlies, teleurstelling overmande haar. En hoewel ze niet de eigenschap had om toe te geven aan haar eigen fouten, zat er ditmaal niets anders op: ze moest wel accepteren dat ze niet onoverwinnelijk was. Dat ook zij slechts een levend wezen was op deze aarde, met een tijd van komen en gaan. Een fluisterende stem sprak woorden in haar oorschelp en meteen was ze alert. De balderen ritselden, sneeuw dwarrelde van de takken naar beneden. Waar was hij, die dacht haar hart te mogen temmen? Waar was hij, die haar geest in bedwang probeerde te houden? Degene naar wie ze verlangde, was verder weg dan ooit en het was haar eigen schuld geweest dat hij er niet meer was. Ze had hem verjaagd, het vertrouwen dat hij in haar had, had ze zelf weten te reduceren tot nul. Was het spijt dat zich in haar brein nestelde? Was het verdriet, rouwde ze om hem? De schimmelhengst die mooier en beter wist te spreken dan alle andere paarden die ze ooit had ontmoet? Een scheut van pijn ging door haar lichaam en even stonden haar ogen glazig. Het gekraai van haar zwart gevederde vrienden weerklonk in de hemel en ze schudde tragisch haar hoofd.
Terwijl haar neusgaten zich vergrootten en verkleinden, raapte ze zichzelf bij elkaar. Was het noodzakelijk verdriet te hebben om dat wat ze niet meer had? Of mocht ze nog spreken van de hare. Ze wist het niet en zou het ook niet weten. Wílde het gewoonweg niet weten. Of toch wel? Verwarring ontstond in haar hoofd, een mist daalde neer over haar brein. Proberend haar naar de grond te trekken, mee te sleuren in de diepte; ze zag er belabberd uit. Haar donkerbruine vacht die eens zo straalde, was dof van kleur en bevatte vele oneffenheden. De trots die normaliter in haar ogen en houding te lezen was, leek opgeslokt te zijn door de vele pijn die ze voelde. De situatie was vergelijkbaar met haar verleden. Opnieuw had ze gefaald; ditmaal wist ze niet of ze het er opnieuw levend vanaf zou brengen. Ze liet een spoor van zichzelf achter in het donkere bos. Bloed, gemengd met tranen van woede en verdriet, drupte op de grond. Het was een deel van zichzelf dat ze achterliet: Zwakte. Eens had ze gezworen nooit meer te bezwijken onder bovennatuurlijke indrukken; feit bleef dat ze opnieuw had gefaald. En deze keer was de pijn ondraaglijker dan ooit te voren.


Condor Yay
en eventueel anderen, mits zij toestemming gekregen hebben AWESOMENESS

Condor

Condor

I see the love in disguise.







Misschien lag het aan de wind. De wind die anders door zijn vale vacht streek. Zachter, haast hypnotiserend. Haar vingers waren zacht als fluweel, wisten hem in trance te brengen zoals niemand of niets anders dat kon. Misschien lag het aan het feit dat duizenden vogels elke avond de hemel, rood van de ondergaande zon, doorkruisten. De vogels die terugkeerden van verre, veelal warme bestemmingen. Terugkeerden van hun winterreis. Misschien lag het aan de geur van de omgeving, de hele aarde produceerde een andere geur. Warmer. Anders. Het was aangenamer. Alle tekenen die de natuur gaf waren duidelijk. Duidelijker dan ooit tevoren. Winter vloeide over in de lente. Langzaam warmde de aarde op. Het werd pijnlijk duidelijk voor hem dat de aarde doordraaide. Wat had hij graag gewild dat de aarde stilstond, op dat ene moment. Dat ene moment dat ze samen waren, door het lot met elkaar verbonden. Of wellicht was het een opdracht van de heerser zelf, om twee individuen samen te brengen. De Duivel had hem opgescheept met een gevoel dat hij nog nooit had gehad. Wellicht zat het diep verborgen in zijn hart, maar de laatste weken had het gevoel zijn kop naar boven gestoken. Hij kon het niet plaatsen. Het was een mengeling van verlangen, van verdriet dat zij niet aan zijn zijde stond. Bovendien kroop zij voortdurend zijn hoofd binnen, piepte door gaatjes en hield zich vast aan hem. Ze was niet weg te krijgen uit zijn gedachten. Onmogelijk.

Mirror on the wall, here we are again
Through my rise and fall
You’ve been my only friend
You told me that they can understand the man I am
So why are we here talkin’ to each other again

Met dat feit in zijn hoofd bewoog hij zijn donkergekleurde benen haast automatisch, zijn donkere ogen op de grond voor hem gericht. Er was geen object waar zijn blik op gericht was. Zijn mondhoeken stonden naar beneden gericht, een bedenkelijke blik weerscheen in zijn diepe, donkere ogen. Langzaam ging zijn ademhaling, ritmisch openden en sloten zijn neusgaten. Zelfs het feit dat zijn adem niet als dampwolkjes de wereld tegemoet vloog viel hem niet op, zo erg was hij verzonken in zijn eigen gedachten. Steeds zag hij haar voor zich, met haar ogen waar een donkergroene glans op lag als ze in een goede bui was. De woorden die ze uitsprak, misterieus en ontwijkend. De manier waarop ze alles uitsprak. De laatste weken had hij zichzelf beter leren kennen. Had gevoelens gekregen die hij nog niet kende. Alle puzzelstukjes waren op hun plaats gevallen. Hij had haar nodig. Een bries besloop hem van achteren. Hij bleef staan, hief zijn zwaar arabische hoofd op. Zijn manen en staart werden door elkaar geschud door de wind, koel maar toch warm. Hij ademde diep in - en uit. De zon begon te zakken aan de horizon. Toen hij zijn blik op de halve bol, fel rood gekleurd, richtte begon hij zich pas af te vragen waar hij zich eigenlijk bevond. Hij keek om zich heen. Verscheidene bomenrassen omringden hem, haast zilvergekleurd. Verderop was de gloed van een meer te zien. Waar ze was, hij had geen idee. Het enige dat zeker was dat hij naar haar op zoek ging. En hij zou haar vinden. Langzaam draaide hij zijn hoofd naar achteren, snoof de geur op de zijn neusvleugels binnendrongen. Hij kneep zijn ogen samen. Waar hij moest beginnen wist hij niet. Het krassende geluid van vogels drong zijn fijn gevormde oorschelpen binnen. Hij wendde zijn blik omhoog en zag hoe een groep ganzen, in hun v-vorm, aan de hemel trok naar het zuiden. Hij besloot op de natuur en zijn intuïtie te vertrouwen en zette koers naar het zuiden, de groep ganzen achterna. Op zoek naar haar.

Celebrían

Celebrían
VIP

The world is hanging upside down.
Haar ogen waren gesloten, terwijl haar gedachten afdwaalden naar de momenten die zij samen hadden gehad. De korte momenten, haast verwaarloosbaar met de lengte van het eeuwenlange leven dat zij zouden leiden. De wind fluisterde zijn naam in haar oren. De bomen wuifden met hun lange armen. Een traan rolde langs haar wang naar beneden, haar hoofd hing omlaag. Haar gezichtsuitdrukking bevatte een soort van verdriet dat ze nog nooit eerder had meegemaakt. Het verlangen naar hem –hij die haar hart mocht hebben- was groter dan ooit te voren en niets leek haar honger te kunnen stillen. Ze had geen plezier meer in het beroven van andermans leven. Het bloed dat eens naar meer leek te smaken, was nu haast smerig te noemen. Ze werd niet meer sterker van het verslinden van iemands leven, het spel dat ooit leuker was dan welk ander iets op aarde ook, was nu absoluut niet meer zaligmakend. Een koude windvlaag streek langs haar vacht heen en voor een moment opende ze haar ogen.
Kijkend naar haar spiegelbeeld in het heldere water, schudde ze langzaam haar hoofd. Een fonkeling verscheen in haar ogen en ze vloekte binnensmonds. Een nieuw soort pijn sneed door haar lichaam heen, ditmaal niet afkomstig van verdriet of verlangen. Hij die meer macht had dan elk ander wezen op aarde, had besloten haar te straffen. Vond het tijd dat ze wakker geschud moet worden. Probeerde haar ziel te veranderen. En zij protesteerde. Wilde niet langer deel uitmaken van hém. Haar leven en ziel, waren van háár. Een innerlijke strijd voerde ze van binnen. In haar hoofd leek het druk te worden en een storing leek zich te ontwikkelen. Haast schreeuwend –van binnen- probeerde ze hem uit haar leven te bannen. Tevergeefs. Voor minder dan een seconde was de blik in haar normaal zo fonkelende ogen leeg en uitdrukkingsloos, om vervolgens plaats te maken voor de felle ingetogen glinstering die zijn groenachtige glans had verloren. Diep haalde ze adem, zoog ze haar longen vol met de frisse lucht ~een nieuwe kracht leek door haar lichaam te stromen en ze voelde zich als nieuw. Het verdriet leek er nooit te zijn geweest.
Echter, de sporen van tranen waren nog op haar gezicht te vinden en ook deze zag zij toen ze opnieuw een blik in het zilveren water wierp. Herinneringen en gedachten kwamen boven. Gepaard met gevoelens en het oneindige verdriet. Want hij zat in haar hart en zou daar ook altijd blijven. Nooit zou ze hem wérkelijk vergeten. Daartoe was ze simpelweg niet in staat. Hij zou de hare zijn, voor eeuwig en altijd. Wetende dat zij voor altijd de zijne wilde zijn. En wat zij wilde, maakte ze waar.
Met haar snuit wreef ze langs haar voorbeen, de resten van tranen afvegend. Terwijl ze hoopte dat niemand –behalve hij- het ooit te weten zou komen.
Het vertrouwde ‘oehoe-geluid’ van de uil weerklonk in het duister. Ritselende bladeren waren de reactie op zijn roep. Vossen, konijnen, herten, everzwijnen, wolven, vogels en bomen verzamelden zich rond de Oude Wijze. Luisterend naar zijn zachte tonen. Wetend dat het nieuws dat hij vertelde, van groter nut zou zijn dan ooit. Er was hoop. Hij bereikte haar, was in aantocht. De bomen seinden het naar haar toe. Het spel was nog niet verloren. Misschien was ze toch aan de winnende hand. Hoopvol hief ze haar hoofd op, keek ze tussen de bomen door. Zijn geur noch gestalte waren ergens te bekennen. Even kneep ze haar ogen samen, twijfelend aan haar eigen zintuigen. Toch moest ze de teleurstelling laten binnentreden; ze had zich zonder meer vergist.

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum