Het werd gezegd, dat in het einde van alle dingen, je werd vermoord. Maar als de schaduw de wereld overneemt, bestaat er hoop. Paarden smeekte om hulp uit onverwachte hoeken. Op hulp van vreemdelingen. Hulp die nooit kwam, nooit komen zou. Haar hoeven denderden over de harde ondergrond. Het zweet kwam van alle kanten van haar af. En haar vacht was doorweekt. De wind sneed in haar ogen, haar spieren rolden soepel onder huid, die al lichtjes begon te verharen. Eindelijk. Eindelijk was ze dan geen grote zwarte teddybeer meer. Ze mepte met haar staart. Nog steeds denderden haar hoeven over de grond. Wapperde haar staart als een soort vlag achter haar aan. Net als haar manen deden. De koude wind sneed in haar ogen. Daarna zette ze alle remmen erop. Net voor de wild zee kwam ze tot stilstand. Haar borst had ze in de ijzige en harde wind gericht. Ze ontspande zichzelf weer. En het stoom kwam langzaam van haar lichaam af. Langzaam bracht ze haar spieren weer in beweging, vormde ze weer de perfecte soepele passen van haar stap. Haar spieren rolden nu soepeltjes onder haar dikke wintervacht. Haar neusgaten trilde bij het ruiken van een enkele geur van een ander paard. Langzaam zette ze haar pas door, en versnelde een beetje. Haar staart zwiepte soms eventjes tegen haar benen aan. Hier en daar ontsierde enkele littekens haar. Ze liet een groot spoor achter. Terwijl een schim voor haar opdoemde in de verte. Ondanks dat ze er bijna was, deed ze zeker weten geen enkele moeite om haar pas te versnellen. Heel eventjes krulde haar mondhoeken op, bij een rare gedachte. Die ze niet beschrijven kon. Eigenlijk was het enige wat ze net en nu dacht. Blablabla. Haar mondhoeken kwamen weer strak te staan. Nog steeds liep ze ergerlijk langzaam richting de hengst.
ZEPHUROS ONLY~
ZEPHUROS ONLY~