~The way of Nature~
De natuur. Was het niet een prachtig geweldig iets? Om de bloemen te zien groeien. De bomen te zien groeien, de watervallen te horen kletteren. De rivier en de zee tegen hun ‘houders’ te zien beuken. De wolken te zien reizen en verdwijnen. Te zien hoe plassen regen langzaam vergaan in de zon. Om te zien hoe langzaam er steeds weer een laagje land bij kwam. Zodat alle kostbaarheden die er nu waren over enkele miljoenen jaren verdwenen zullen zijn. En er dan weer architecten zullen zijn die de dingen van ‘nu’ opgraven. Was het niet prachtig om te zien hoe de seizoenen om sloegen. Van een warme zomer naar een gure herfst, van een gure herfst naar een koude witte winter, van een koude witte winter naar een fleurige en kleurrijke lente vol met jong, van een fleurige en kleurrijke lente vol met jong naar een warme zomer. En zo door, jaar na jaar. Was het niet mooi om de zon te zien schijnen? Op te zien komen, of juist onder te zien gaan? Was het niet mooi om te weten hoe de aarde steeds weer om zijn eigen as draaide, en ondertussen ook nog een rondje om de zon heen cirkelt. De natuur was niet zomaar iets. Het was iets wat je moest respecteren. Waar je met zorg mee om moest gaan. En dan nog niet gesproken over de dieren die de natuur bevatte. De herten in de grote bossen. De vissen en andere waterdieren in de zee. De krokodillen in de moerassen. De leeuwen in de savannes. De vogels hoog in de bomen druk in de weer om hun jonkies te voeren en druk bezig met fluiten. Om nog maar niet te spreken over alle andere dieren. Van de kleinste miertjes, tot de grote olifanten en giraffen. En natuurlijk de paarden, de ijdele dieren met benen in plaats van poten. Met hoofden in plaats van koppen. De hoefdieren. De soort die leefde op grote grasvlaktes waar ze de hele dag door grazen. Een soort waartoe zij behoort. Waartoe de oudste merrie van misschien wel heel DH behoorde. Een soort dat bestond uit goed, slecht of neutraal. Goed de meest aardige soort. Neutraal degene die balans bewaart tussen goed en slecht, zorgt dat de hele wereld niet instort door hun onheil. En slecht de meest gemeenste soort. Zelf behoorde zij tot de goede soort. Vandaar dat ze nu ging hinniken naar de Délani. Het was tijd dat ze een kudde kreeg, ze was te oud om nog voor haarzelf te zorgen. Ze had toch echt wel wat hulp nodig. Ze kon het met haar oude botten niet meer aan steeds maar weer te moeten ontsnappen aan de roofdieren. Een krachtige maar slappe hinnik vulde de omgeving. Terwijl die nog na zwierf wachtte ze geduldig op een reactie.
~Pearl of Sultan!~