Ze schudde haar manen zoals alleen paarden dat kunnen doen, haar staart wapperde sprookjesachtig heen en weer. Haar vacht glansde in het felle zonlicht terwijl ze haar neus naar beneden bracht om te drinken, haar mond opende ze en langzaam dronk ze met weloverwogen teugen het water naar binnen. Het geluid van de kletterende waterspetters die tegen stenen aanvielen en het geluid van stromende beekjes vulde haar oren vol op. Het geluid van de watervallen, samen met de zingende harmonieuze wind vormde het een geweldig orkest, de vogels begonnen te zingen, alles op de maat van de wind en de watervallen. Ravena luisterde naar deze speciale vormgeving van natuur en muziek. Zelf danste haar manen en staart mee op het ritme van het natuur orkest. Soms hoorde je wat bubbeltjes van visjes die boven water kwamen of bellen als ze uitademde. En alles vormde samen een goed ritme van muziek. Het gras en het water golfde zachtjes heen en weer, en Ravena was doodstil terwijl dit alles zich afspeelde. Haar oren gespitst. Haar ogen gesloten om alles nog beter te kunnen horen. Ze genoot van dit soort ochtendmuziek terwijl de zon haar vacht verwarmde en deed glanzen rustig luisteren naar de muziek die de natuur maakte. Het geklapwiek van vleugels was hoorbaar en vulde het concert nog meer aan. Het leek net alsof alles sneller en sneller ging, de wind waaide harder, de vogels zongen sneller en luider, de watervallen stortte sneller naar beneden. Het geklapwiek van vleugels ging sneller, haar manen en staart danste sneller op en neer. Tot alles plots zacht ging en langzamer, en weer ging het omhoog tot het een bepaald punt bereikte waar het op die toon ging. Toen ging alles weer sneller, luider en harder, maar vooral wilder en hysterischer. Tot alles plotseling stopte en enkel het geluid van de wind en de watervallen hoorbaar was. Het was bijzonder stil zonder het gefluit van de vogels en de wind lag soms eventjes stil, zijn prooi besluipend om vervolgens weer toe te slaan. De wind zong in haar oren, steeds zachter en langzamer tot er helemaal geen wind meer was. En op dat punt opende Ravena haar ogen, het enige geluid wat er nu nog was, was het geluid van de watervallen die naar beneden vielen en het geluid van water op steen en water op water. Een inmiddels maar al te vertrouwd geluid, naar al haar dagen bij de watervallen. Een geur mengde zich in de geur van het water, Ravena tilde haar hoofd meer op. Zelfverzekerd en kalm keek ze rond opzoek naar de eigenaar van de geur. Of de schaduw van de eigenaar van de tot dan toe onbekende geur.
~Crush~
~Crush~