Ze sloot haar ogen terwijl de zachte wind door haar manen waaide en een fris windje maakte, een windje van het soort waar zij wel van kon genieten. Een windje dat fijn was als het warm was, zoals vandaag rond de 18 graden. Saronse begon weer te praten en langzaam gleden haar ogen open ze keek hem aan. Ze kende de hengst eigenlijk pas een anderhalf uur of zo iets, maar ze mocht hem en zag in hem een goede vriend, eentje die je niet in de steek zou laten en die altijd voor je klaar zou staan. Hij was een goede vriend dat wist ze zeker. Dat merkte ze eigenlijk al aan hem. Ze zag aan hem dat hij iets wou om zich zorgen over te maken, dat hij gewoon iets nodig had om in de handen te nemen om te verzorgen zoals een kudde. Hij had een kudde nodig om te leiden, het liefst zijn oude kudde dat wist Ravena ook wel. Dat was zo van hem af te lezen, alles in die ijs blauwe ogen van hem. Boeken, hele bladzijdes, pagina na pagina, woord na woord. In haar ogen was geen dufheid enkel een strakke vasthoudendheid, ze keek paarden recht in de ogen aan en wende haar blik nooit zomaar af. Net zoals ze nu Saronse aan bleef kijken. ,,Oud of niet oud, je kan niet ontkennen dat ik soms een brompot ben.'' Maar toch moest ze eventjes grinniken om zijn woorden, heel kort maar en gelijk stierf het weer weg. Of ze veel bewonderaars had daar was nog over te discussiëren, de meeste hengsten die zij kende waren niet echt weg van haar karakter. Ze tuitte haar lippen eventjes. ,,En die bewonderaars... Dat weet ik nog zo net niet hoor.'' Mompelde ze, zogenaamd onverstaanbaar voor Saronse terwijl hij het prima zou kunnen verstaan, maar dat had Ravena in dit geval niet echt in de gaten. Na haar woorden over wat ze zag in dat water wat zachtjes op en neer deinsde zei ook hij wat. Ze richtte haar blik van het water af en keek opzij, haar hoofd zijn kant op gericht. Een kleine glimlach lag rond haar mondhoeken. Ze liet haar blik over zijn lichaam glijden. Toen richtte ze haar paarse ogen weer op zijn ijs blauwe ogen. ,,Inderdaad Saronse. Het is altijd fijn te horen vrienden te hebben op wie je kan rekenen, zeker als het een van de eerste keren is.'' En weer zonk ze in gedachte, over vroeger. Niemand was toen ooit haar vriend geweest, ja, natuurlijk ze had speel kameraden gehad, maar echte vrienden had ze het nooit kunnen noemen. Ze schudde haar hoofd, ach ze mocht niet zeuren. Ze leefde in het nu, niet in het toen. Een lange stilte viel, waarin ze naar hun spiegel beeld bleef staren. Gek hoe één zo'n beeld je zo aan het denken kon zetten, gek hoe één zo'n beeld de waarheid liet zien in geuren en kleuren. Hoe één zo'n beeld een vriendschap liet zien, bijzonder en sterk, hoe die verhalen vertelde van het begin tot het einde, als je maar goed genoeg keek. Als je maar wilde geloven dat het er was dan was het er ook. Mensen zien alleen dingen zie ze willen zien, als mensen niet verwachten het te zien, zien ze het ook niet. Dat was haar altijd bijgeleerd vanaf het begin. Alleen vanaf het begin. Hij praatte en eigenlijk had ze enige afkeer voor die woorden. Maar ze begreep dat hij niet getroost wou worden, enkel het aanblik van zijn kudde, dood of levend zou hem kunnen troosten. ,,Dit is enkel het begin Saronse, het begin der leven, Saronse je bent een jonge hengst.'' Eventjes stopte ze met praten nog steeds naar het spiegelbeeld kijkend. Maar nu, net toen ze begon met praten gleed haar hoofd en haar blik wel naar hem. ,,Saronse als ik in dit spiegelbeeld kijk, als ik naar jou kijk dan zie ik een jonge sterke hengst vol met levens lust, iemand die opzoek is naar avontuur en houdt van het leven. Hoe slecht hij er nu ook uit ziet. Iemand die het leven niet opgeeft. En als ik met je praat lieve Saronse.'' Eventjes wachtte ze, dit zou later aan bod komen besloot ze. ,,Saronse, je leeft niet alleen en eenzaam, je hebt vrienden hier in Dream Horses, waar je je leven opnieuw kan starten. En ik begrijp dat het lastig is om je kudde achter je te laten en ik begrijp dat je hun ook wilt zoeken zoals je gaat doen. Ik denk zelf dagelijks aan mijn moeder maar ik ga door met het leven. Saronse, jij bent een vastbesloten en koppige hengst, die je echt niet zomaar op een ander idee kan brengen. Maar alsjeblieft geef de hoop niet op, je hebt nog een prachtig leven voor je, met of zonder kudde. En zeg alsjeblieft niet dat je het niet overleeft Saronse, want jij gaat het overleven, hoe dan ook. Met de hulp van mij en je vrienden of zonder. Ik geloof in je Saronse, ik geloof in je wilskracht. Het ligt niet in onze aard om zomaar het leven op te geven, waarom zou het dan wel in jou aard liggen?'' Weer stopte ze, nu een iets langere tijd zodat hij alle woorden kon verwerken. Een heleboel woorden, maar voordat hij kon reageren praatte ze weer verder. ,,Als ik met je praat Saronse, weet je waarmee ik dan praat? Weet je wat ik dan voor gevoel heb? Dat ik praat met een oude hengst van over de twintig, eentje die een heel leven achter zich heeft met avontuur, verdriet en geluk. Eentje die blij is geweest en verdrietig met een hoop vrienden. Eentje die klaar is om te sterven, eentje die het echt niet meer zou overleven, eentje die nu toch dood wilt. Omdat hij alles al heeft gehad, Saronse je hebt veel doorstaan en meegemaakt. Maar ik smeek het je, geef de hoop alsjeblieft niet op.'' Ze richtte haar blik weer op haar spiegelbeeld, ze sloot haar ogen. Ze meende wat ze zei, van het begin tot het einde. Zij loog niet en dat zou ze ook nooit doen.
~WIEJJ INSPI~